Waartoe de academie? Voor de waarheid of het bedrijfsleven? In het permanente debat over de toekomst van de UT deze week professor Peter Apers, decaan van de faculteit Informatica. 'Natuurlijk benvloedt het bedrijfsleven ons onderzoek, maar alleen in positieve zin.'
Het gaat goed met de faculteit Informatica. Meer studenten, meer contacten met bedrijven en meer potentieel aan vooruitstrevend wetenschappelijk onderzoek. Bovendien laat de wireless campus niet lang meer op zich wachten. Decaan Peter Apers heeft dan ook nog maar één echte grote zorg: goed personeel vinden.
Apers zit ontspannen achter zijn bureau. Uiterst links ligt zijn gsm, daarnaast staat de traditionele grijs-bruine UT-telefoon, in het midden pronkt een 15 inch-flat-screen-monitor en uiterst rechts schittert een palm-pc ter grootte van een walkman.
'Technostress? Of ik daar last van heb?'. De decaan van de faculteit Informatica kijkt hoogst verbaasd. 'Niet dat ik weet. Ik zie het meer zo: ik kan met iedereen in contact komen, maar niet iedereen breekt zomaar in mijn leven in. De mobiele telefoon staat heel selectief aan. En mijn mail beantwoord ik wanneer mij dat uitkomt.'
Toch verandert al die om dwingende aandacht vragende informatie- en communicatieapparatuur ieders doen en laten. 'De impact op de samenleving is inderdaad enorm', vindt Apers. 'Neem e-commerce. Over een paar jaar kopen mensen via Internet een product in, bijvoorbeeld, Amerika. Hoe dat product dan in Nederland terecht komt zal de consument een zorg zijn. Als de koerier het de volgende dag maar aflevert.
'Of kijk naar de 24 uurs economie. Nu al werken ingenieurs uit verschillende tijdzones met de klok mee aan ingewikkelde programma's of apparaten. Gigantische hoeveelheden gegevens vliegen iedere dag een paar keer door de virtuele ruimte heen en weer.
'En wat te denken van de informatiesystemen in en rondom grote bedrijven. Bij Albert Heijn tikken ze 's avonds echt niet meer in hoeveel kratten pils ze de volgende dag nodig hebben. De computer van het hoofdkantoor in Zaandam geeft dat automatisch aan de machine van Heineken door.'
De drie voorbeelden maken één ding duidelijk: ICT is als een ijsberg. 'Veel mensen zien alleen maar de Internetsite waarop ze hun bestelling doen. Maar onder dat topje schuilt een logistiek netwerk dat duizenden keren groter en ingewikkelder is. Met onderwater - onzichtbaar voor de over de virtuele oceaan surfende consumenten - een centrale computer in Amerika, een logistieke computer in een Europese distributiecentrum, eentje die de rekening stuurt en eentje die bij toeleveranciers bestellingen plaatst. Vooral die informatienetwerken achter Internetpagina's zullen onze maatschappij beslissend veranderen.'
Verdwijnen
IJsbergen drijven met een gemiddelde snelheid van vijftien kilometer per dag richting Stille Oceaan. In de virtuele wereld is de dynamiek oneindig veel groter. Niet alleen verplaatsen de bits en de bytes zich in milliseconden van Europa naar Amerika en weer terug. Ook de ontwikkelingen in het vakgebied zelf krijgen soms een adembenemende vaart.
'Nee hoor', zegt Apers bedaard, 'ik heb niet het gevoel dat ik permanentiets mis. Wij zijn de grootste informaticafaculteit van Nederland. En we denken dat we samen met het CTIT en het Telematica Instituut de belangrijkste ontwikkelingen wel coveren.
'Bovendien doen we veel gezamenlijke projecten met bedrijven. Het is natuurlijk niet voor niets dat KPN, Lucent, Ericsson, CMG, noem ze maar op, hun research vestigingen graag in de buurt van de campus bouwen. Die zien ook wel dat wij wetenschappelijk voorop lopen. En omgekeerd houden bedrijven ons weer op de hoogte van de ontwikkelingen in de samenleving.'
Maar worden de laboratoria wel in Twente gevestigd omdat de UT tot de internationale top behoort? Of is het juist omdat faculteiten voor een beetje geld maar al te graag precies doen wat de leipe ondernemers vragen? En verliest de universiteit daarmee niet haar eigen unieke wetenschappelijke identiteit?
Apers, iets minder ontspannen: 'Nee, dat denk ik niet. Natuurlijk benvloedt het bedrijfsleven ons onderzoek. Maar dat is alleen in positieve zin. We verliezen daar als universiteit onze positie niet mee. Integendeel: die wordt alleen maar versterkt.'
'Hoewel', geeft Apers alweer iets milder toe, 'het wel belangrijk is om naar kwaliteit te blijven streven. Daarom moeten we bij het aanstellen van nieuw personeel kritisch te werk te gaan. En dan praat ik over gewone hoogleraren, maar vooral ook over deeltijdprofessoren. De faculteit wil via de laatste categorie de samenwerking met het bedrijfsleven versterken. Maar dat moet wel selectief gebeuren.'
Want natuurlijk zitten deeltijdhoogleraren volgens Apers in de eerste plaats op de UT vanwege hun inbreng in het onderzoek. Maar ook omdat bedrijven maar al te graag dicht bij studenten willen zitten. 'Van jonge mensen gaat een grote innovatieve kracht uit. Het begeleiden van afstudeerders is één van de vele manieren om die kracht binnen te halen.' Met als gevolg dat slimme studenten geruisloos richting het goed betalende bedrijfsleven verdwijnen.
Plaatjes
Na de reorganisatie van een paar jaar geleden gaat het in bijna alle opzichten uitstekend met de faculteit Informatica. De studenteninstroom neemt toe, het bedrijfsleven staat te dringen, wetenschappelijk loopt het top en omdat je met informatica kunt scoren is de belangstelling uit de hoek van het college van bestuur warm en uitgebreid.
Plannen, ideeën, geld, Apers heeft er al met al geen gebrek aan. 'Alleen goeie mensen', verzucht de decaan, 'die zijn dus moeilijk te krijgen. En dat probleem wordt in de toekomst waarschijnlijk alleen maar groter. Zeker als je bedenkt dat ICT een steeds belangrijker plaats in de Nederlandse economie gaat innemen.'
Volgens Apers wordt het daarom de hoogste tijd dat we in Nederland een omgeving creëren die voldoende mensen met affiniteit voor ICT opleidt. 'Als je alleen al kijkt hoe moeilijk we doen om een paar computers op basisscholen weg te zetten. In andere landen geeft de overheid veel meer geld uit om de informatisering te stimuleren. Met een fractie van de investeringen in de Betuwelijn kunnen we alle huishoudens op Internet aansluiten. Het is belachelijk dat het ministerie van Economische Zaken wel een nota over de digitale delta produceert maar daar nauwelijks extra geld voor uittrekt.'
Alleen, niet iedereen die een Internetaansluiting met voldoende bandbreedte heeft zal daar ook gebruik van kunnen maken. Nog afgezien van het geld om een computer te kopen heb je ook de kennis nodig om de moeilijke software te bedienen.
'Wie zegt dat de computer ingewikkelder wordt? De spraaktechnologie maakt een enorme ontwikkeling door. Zoeken op plaatjes gaat steeds beter. Omeven terug te komen op de ijsberg: dat de klomp onder water groot en heel ingewikkeld is wil nog niet zeggen dat de communicatie tussen computer en gebruiker ook moeilijker gaat verlopen. Dat wordt eerder veel simpeler.'
Wireless
Apers staat op en pakt z'n palm-pc. 'Het is toch prachtig dat je via zo'n klein en simpel te bedienen apparaatje verbonden bent met de hele wereld. Stel je een wireless campusnet voor. Dat zich tot de stad of heel Nederland uitstrekt. Dan kun je overal vandaan internetten en e-mailen.'
Natuurlijk krijg je daar een hele andere wereld door, geeft Apers toe. 'Hoe die er uit gaat zien? Ik heb geen idee. Niemand weet dat. Daarom moeten we experimenteren. Laat studenten maar creatief met ICT omgaan. Samen met bedrijven nieuwe ontwikkelingen, producten en ideeën uitproberen. Wat mij betreft wordt de campus één groot testbed voor nieuwe technologieën.
'Het zwaartepunt van onze universiteit ligt toch bij het bedenken en bouwen van nieuwe dingen. In een hoog technologische omgeving waar studenten naast genoeg specialistische technische kennis ook breed zijn opgeleid kunnen de prachtigste dingen ontstaan.
'Vergeet niet dat informatica raakvlakken heeft met bijna alle gebieden. Onze twee kernenuniversiteit speelt daar - bijvoorbeeld met Major-minor - prima op in. Wij zullen studenten zeker stimuleren een minor psychologie of mediakunst te gaan doen. Want ook op die gebieden kom je veel informatie- en communicatietechnologie tegen.
'Bovendien, bedrijven vragen om boundary spanners. Technische specialisten moeten ook aan de grenzen van hun vakgebied durven sleutelen. Dus laten we ze dat dan ook maar in hun opleiding meegeven.'