Nog geen kwart van de studenten in het hoger onderwijs heeft een lening, meestal bij de Informatie Beheer Groep (IBG), familie of vrienden. Ze hebben het geld nodig om hun studiekosten en dagelijkse uitgaven te betalen.
Slechts twintig procent van de krapzittende studenten stapt naar een bank. Veertig procent leent bij de IBG in Groningen. Nog eens veertig procent kijkt lief naar een bekende. Met die wetenschap is het onderzoeksbureau Research voor Beleid aan het werk gezet.
Het ministerie van Onderwijs wilde weten waarom studenten voor een lening niet altijd bij de IBG aankloppen. Omdat zij te weinig weten over de mogelijkheden die de `overheidsbank' biedt, luidt het antwoord. Of hun maximum-leenbedrag in Groningen hebben bereikt.
De onderzoekers ondervroegen vijftig studenten die hier of daar een lening hebben uitstaan. Het gros zegt zich in de schulden te steken om boodschappen te doen en de huur te kunnen opbrengen. Een andere reden is dat zij bijvoorbeeld een wasmachine willen kopen of moeten laten repareren.
De meeste ondervraagden staan continu rood bij de bank, vaak meer dan tweeduizend gulden per maand. Zij zien dat niet als lenen. Vaak zijn ze ongemerkt in de min belandt. Ze vinden dat prettiger dan een schuld aangaan bij de IBG. Nu krijgen ze tenminste regelmatig een bankafschrift, zodat ze het overzicht bewaren.
Studenten zijn bang om een torenhoge schuld op te bouwen. Dat bleek vorige week ook uit een ander onderzoek, de Studie Keuze Monitor van AROMedia. Aan de universiteit zijn ze zo voorzichtig, dat ze gemiddeld niet meer dan vijfduizend gulden studieschuld opbouwen. Hbo'ers lenen zelfs nog minder.
Havisten en vwo'ers verwachten dat hun studieschuld hoger uitvalt: rond de 11.000 gulden. Niet dat het hen iets uitmaakt. Bijna negentig procent wil toch naar het hoger onderwijs. Vorig jaar was dat nog zeventig procent.