De jaarlijkse KeuzeGids richt zich in principe op vwo-scholieren als hulp bij het maken van een studiekeuze, maar universitaire bestuurders en faculteiten gebruiken de gids de laatste jaren ook als een soort hitlijst, c.q. referentiekader.
In de KeuzeGids geven studenten hun opleidingen rapportcijfers op 27 onderdelen, variërend van docentbekwaamheid en keuzevrijheid tot de beschikbaarheid van computers en bibliotheek. De resultaten werden gebundeld tot oordelen over tien hoofdpunten, die het hele spectrum dekken van inhoudelijke kwaliteit tot praktische voorzieningen. In totaal gaat het om het oordeel van 25.587 studenten, geënqueteerd in het voorjaar van 1998 en 1999. Bij het deskundigenoordeel is gebruik gemaakt van recente visitatierapporten.
In het veld van alle universiteiten komt de UT na Tilburg en Maastricht (gedeeld eerste met 7,31) en Wageningen (7,26) op de vierde plaats, net als als twee jaar geleden, met dit verschil dat Eindhoven met 7,12 is gestegen van acht naar vijf en Delft van elf naar tien. Twee jaar geleden was de volgorde in de top Maastricht, Wageningen, Tilburg. Op het gebied van sportfaciliteiten staat de UT tweede met een score van 9,7, na Wageningen met 9,9; in Enschede vinden studenten veruit het snelst een kamer, Wageningen staat hier tweede.
Alle UT-studies doen het onveranderd uitstekend met diverse hoogste noteringen en tweede plaatsen. Het levert de UT, zoals gezegd, een vierde plaats op in het totaalklassement van dertien universiteiten.
Wordt Nijmegen wat betreft onderwijskunde een goede keus genoemd, in de toegepaste sfeer is TO studentenfavoriet nummer één, ondanks de matige samenhang van de studie die de deskundigen constateerden. De Keuzegids constateert dat de faculteit hier al het nodige aan heeft bijgespijkerd. Het programma in Enschede is zwaar, stelden de deskundigen vast. Ook de studenten gaven aan dat hun studie moeilijk te doen is in de tijd die ervoor staat. Toch lukt het uiteindelijk relatief meer studenten het diploma te halen dan bij de andere universiteiten (71%).
Enschede en Tilburg zijn volgens de Keuzegids twee duidelijke aanraders voor studenten die op een praktische en moderne manier met communicatie aan de slag willen. Beide opleidingen bieden goed onderwijs en prima voorzieningen. In Enschede staat de praktische aanpak centraal, waarbij statisiek en onderzoeksmethoden belangrijke vakken, waar veel studenten over struikelen. Wiskunde is dus een toelatingseis en wie daar niet aan voldoet kan in Enschede een speciale zomercursus volgen.
Met Nijmegen is ook de Twentse opleiding bestuurskunde favoriet onder studenten. 'Degelijk' luidt het oordeel over BSK, dat onder meer als bijzonderheid heeft dat eerstejaars van het jaar 2000 voor het eerst de mogelijkheid hebben om een dubbeldiploma te halen: in Enschede zelf en aan een Duitse universiteit. Verder staan de VU en Twente bekend om hun veiligheidsstudies waarin criminaliteit en politie centraal staan. Een pluspunt wordt genoemd de Twentse opleiding bestuurskunde ook kijkt naar technische ontwikkelingen binnen het vakgebied.
Technische Bedrijfskunde is van de zeven bedrijfskundige studies in het land de grootste stijger. Stond TBK in 1997 nog vijfde, dit jaar staat destudie onder studenten het hoogst genoteerd met een totaalscore van 7,21, nipt voor Maastricht en Eindhoven. Studenten zijn met name tevreden over het verbeterde lesprogramma, computer-en bibliotheekfaciliteiten. Uniek wordt de specialisatie genoemd tot manager in ziekenhuizen en andere gezondheidszorgorganisaties. Opvallend is de klassering van Rotterdam: laatste met een score van 6,71.
Het studentenoordeel over de Twentse opleiding wiskunde scoort een 7,5, een tweede plaats na de VU Amsterdam. Sterke punten: de internationale stage (meer dan helft dan de helft van de wiskundestudenten doet z'n stage in het buitenland, tegen tien procent elders), 'communicatieve vaardigheden' en computerfaciliteiten en internetaansluiting. Enschede wordt aan aanrader genoemd voor wie wiskundig ingenieur wil worden.
De natuurkundeopleidingen in Nederland doen weinig voor elkaar onder, maar Nijmegen steekt er bovenuit. TN van de UT valt op door zijn zware propedeuse, evenals Eindhoven en Nijmegen. Verder worden de moderne werkvormen geroemd. In het veld van negen opleidingen, inclusief sterrenkunde, beweegt TN zich in het midden, maar is wel hoogst gewaardeerde technische natuurkundeopleiding, voor Eindhoven en Delft.
Dat laatste geldt ook voor de Twentse Informatica, dat in de KeuzeGids nipt achter de VU op een tweede plaats staat, ruim voor Delft en Eindhoven. In Eindhoven krijgen de studenten een laptop, waardoor ze -volgens de gids- niet meer afhankelijk zijn van de computers op de universiteit. Delft overweegt dit voorbeeld te volgen. Van de ingenieursopleidingen bietd Informatica in Twente het hoogste rendement (ruim 60%), voor Eindhoven (58%) en Delft (48%).
Het lijkt eentonig, maar ook voor een opleiding chemische technologie kan een aankomend student het beste terecht in Enschede. Daar zijn de studenten het meest tevreden over hun opleiding, vóór Delft en Groningen. De drie opleidingen elektrotechniek aan de drie tu's blijken elkaar niet veel te ontlopen. Het studentenoordeel zet Eindhoven met 7,34 vooraan, voor Enschede (7,33) en Delft (7,22). De afgelopen jaren was de Twentse opleiding -volgens studenten en deskundigen- koploper op het gebied van moderne onderwijsvormen. Eigen initiatief en kritisch denken werden daar het meest gestimuleerd. Die insteek is door de andere opleidingen min of meer overgenomen, zodat de Twentse monopoliepositie tot het verleden behoort. eindhoven wordt een aanrader genoemd, maar Twente blijft een degelijke keuze met veel aandacht voor vaardigheden en faciliteiten, waaronder de practicumruimtes. Het rendement laat bij alle drie de opleidingen nogal te wensen over, meldt de gids.
De studie werktuigbouwkunde is in de gids verpakt onder de noemer constructiestudies, samen met de Eindhovense en Delftse werktuigbouwkunde, alsmede de aanverwante Delftse studies lucht-en ruimtevaart, industrieel ontwerpen en maritieme techniek. De gids constateert aan de hand van het studentenrespons dat de vernieuwing van de constructeursstudies begint aan te slaan. Eindhoven en Twente worden de aantrekkelijkste opties genoemd, juist vanwege het projectonderwijs. De Twentse opleiding wordt 'wel wat zwaar' genoemd. Wie in deze sfeer in Delft wil studeren kan het best kiezen voor lucht-en ruimtevaarttechniek. Werktuigbouwkunde en Industrieel Ontwerpen zijn er tot nu toe schoollser en zwaarder, 'al gaan ze vooruit'. De Twentse opleiding Civiele Techniek & Management (nu nog ondergebracht bij de faculteit Technologie en Management) staat volgens de gids voor een wat onzekere toekomst. Op last van de minister moet het woordje management in het jaar 2001 worden geschrapt. Dat betekent dat de opleiding over één kam wordt geschoren met civieke techniek in Delft. De studie wordt dus minder bestuurs-en bedrijfskundig en meer technisch. Het neemt niet weg dat het studentenoordeel gunstig is en even hoog scoort als de Delftse opleiding, die hoog aangeschreven staat, maar ook wat schools en massaal is. Het voordeel van Twente is haar kleinschaligheid, een factor overigens die de kleine, jonge universiteiten als Twente in dekaart speelt.
Uit de KeuzeGids blijkt ook dat van de studenten die in 1997 hun diploma haalden 98% werk heeft gevonden. Al een paar jaar neemt de werkloosheid onder hoger opgeleiden sterk af. Er worden zelfs tekorten voorspeld. Jammer is wel, aldus de gids, dat de beginsalarissen maar weinig meegroeien. Wat dat betreft is het maar net de vraag welke studie men kiest. Met twee jaar werkervaring verdienen academici gemiddeld drieduizend gulden netto per maand. De sector techniek en economie kennen slechts een procent werkloosheid, in de sector gedrag en maatschappij, alsmede landbouw ligt dat aanmerkelikjk hoger, maar blijft met vier procent beperkt. Kunst & cultuur (hbo) is een uitschieter met 11 procent.
