De vuist omhoog en vol van emotie spuwde Jan Bossink - COR-lid voor de faculteit Werktuigbouwkunde - tijdens de Centrale Gemeenschappelijke Vergadering - zijn woede: 'De COR maakt er een zootje van. Het is niet te doen om met jullie te overleggen. Zeker niet als het om de stelselkeuze gaat. Ik denk dat ik maar opstap.' Later, na afloop van de vergadering, vertelt Bossink rustig wat er volgens hem aan de hand is. 'De medezeggenschap loopt van geen kant. Onze eigen vergoedingsregeling, de kanteling (van onderzoeksinstituten, red.) en nu weer de stelselkeuze, we blijven er eindeloos over debatteren. De ene na de andere extra vergadering. Bovendien houden we veel te strak vast aan regels, deadlines en termijnen. Ik ben veel pragmatischer. Met een beetje goede wil moet je er toch ook samen met het CvB en de CSR uit kunnen komen. Gewoon, in goed overleg.'
Bossink ergert zich vooral aan het 'wantrouwen' en het 'denken in tegenstellingen' van veel COR-leden. 'Dat ligt niet in eerste instantie aan de personen hoor. Vooral de gedeelde structuur werkt tweedracht en achterdocht in de hand. Ik ben er van overtuigd dat een ongedeeld stelsel - vergelijkbaar met de oude U-Raad - veel beter zou werken. Als studenten en personeelsleden samen in verschillende partijen zitten, wordt het contact en het vertrouwen tussen de geledingen automatisch beter.' Bovendien zou de macht van de bonden dan afnemen, denkt Bossink. 'De meeste COR-leden zitten op voordracht van een vakbond in de raad. Vanuit hun achtergrond is het logisch dat ze extra veel aandacht voor personeelszaken hebben. Maar ik vind dat je in de centrale medezeggenschap het UT-belang voorop moet stellen. Op een universiteit staat zoiets als het zoeken naar waarheid centraal. Ook het bestuur en beleid is daar als het goed is mee doorspekt. Simpele belangenbehartiging past daar volgens mij niet bij.'
De kans dat er een ongedeeld stelsel komt lijkt sinds afgelopen dinsdag iets toegenomen. Twee weken geleden was een nipte meerderheid van de COR nog vóór een gedeeld stelsel. Tijdens de stemming afgelopen dinsdag bleek dat er net zoveel mensen voor als tegen het gedeelde OR-oc-model zijn. Terwijl de CSR - in nieuwe zetelbezetting - nog steeds unaniem vóór ongedeeld is.
Alleen als het OR-oc-model binnen de personele geledingen op een duidelijk draagvlak kan rekenen, willen de studenten eventueel meewerken aan dat door het CvB voorgestelde compromis. Maar de steun voor dat gedeelde stelsel is ook binnen de faculteiten en diensten niet zo groot. Slechts vijf van de elf decentrale ondernemingsraden kunnen met het model leven.
Daarmee staat het OR-oc-model op de tocht. Dat voorzag in een gedeeld stelsel, waardoor de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) van toepassing blijft - iets waar veel COR-leden nogal aan hechten. Tegelijk kunnen zowel studenten als personeelsleden centraal gekozen worden. In het huidige stelsel kiezen personeelsleden eerst decentraal een OR, waarna de raad een van zijn leden naar de COR afvaardigt. In het OR-oc-model mogen de oude U-Raadpartijen ook aan de verkiezingen meedoen. En dat vinden de studenten weer belangrijk.
Volgende week dinsdag stemt de COR wederom over het OR-oc-model. Kiest de raad in meerderheid voor het model dan ontstaat er opnieuw een impasse: deCSR blijft immers tegen. Zijn er meer tegenstemmers dan stelt het College van Bestuur waarschijnlijk een ongedeeld medezeggenschapsstelsel voor.
Bovenste foto: De collegeleden Frits Schutte (links) en Arie van der Hek moeten constateren dat de COR - al voor de zoveelste keer dit jaar - weer geen besluit over een gedeeld dan wel ongedeeld medezeggenschapsstelsel neemt.
Onderste foto: Jan Bossink: 'Het is niet te doen om met de COR te overleggen.'