Minister De Vries legt de oorzaak van de jarenlang doelloos rondhangende danwel kaartspelende asielzoeker bij de ontbrekende arbeidsmoraal van de buitenlander. De werkelijkheid is dat de asielzoeker jarenlang gedwongen niets doet omdat onze procedures zo lang duren en omdat het de asielzoeker gedurende die looptijd verboden is te werken. Pas vorig jaar stond het kabinet de asielzoeker kortdurende seizoensarbeid toe. Als wij met z'n allen op vakantie willen, mag onze asielzoeker appels plukken en asperges steken, maar daarna is het subiet terug het asiel in. De asielzoeker is het complement van onze hond. En al net zo gemakkelijk te slaan.
Toen er in 1990 een asielzoekerscentrum in mijn geboortedorp kwam, kregen alle dorpelingen een schrijven van de gemeente waarin ze erop werden gewezen dat ze de asielzoekers niet aan het werk mochten zetten. Dit schrijven kwam er niet voor niets. De eerste bewoners waren het centrum nog niet ingetrokken of ze gingen al langs winkels en boerderijen om hun diensten aan te bieden. Critici zagen hierin het bewijs dat dit economische vluchtelingen waren die de werkloosheid in hun eigen land waren ontvlucht om bij ons zo snel mogelijk een bestaan op te bouwen. Een instelling waar op zich niets mis mee is, maar die niet past in ons immigratiebeleid. Logisch lijkt dat mensen die liefst de hele dag op hun luie reet zitten niet snel in de politieke problemen zullen belanden en ook niet snel de puf zullen hebben hun land te verlaten.
Minister De Vries wil de asielzoekers allemaal aan het werk. Zoals het politici betaamt heeft hij hierbij ongetwijfeld een langere termijn perspectief voor ogen. Als er na deze periode van hoogconjunctuur weer een periode met overschotten op de arbeidsmarkt mag aanbreken, kan een volgende PvdA-politicus gemakkelijk scoren met de bewering dat die vreselijke economische vluchtelingen al onze banen hebben ingenomen.