Opmerkelijk

Het bedje van de startende hoogopgeleiden is gespreid. De salarissen zijn vorig jaar met 10 procent gestegen, de kans op werkloosheid is nihil en ze hebben vaker dan voorheen een vast contract. Toch werkt nog bijna veertig procent van de beginnende academici onder hun opleidingsniveau. Dit blijkt uit het onderzoek 'Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1998' van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) dat vorige week verscheen. De arbeidsvoorwaarden van afgestudeerden zijn flink verbeterd. Naast een verhoging van het uurloon met 10 procent is het aantal tijdelijke contracten het afgelopen jaar met 7 procent gedaald. Van hbo'ers en academici heeft momenteel respectievelijk 16 en 14 procent een flexibel contract. Ondanks de goede positie op de arbeidsmarkt heeft 38 procent van de startende academici een baan beneden zijn opleidingsniveau. Hbo'ers gaat het beter af: van hen werkt een op de vijf onder zijn niveau. Het percentage beginners dat een baan onder zijn niveau accepteert, verschilt enorm per sector. Volgens onderzoeker Rolf van der Velden zijn in de sectoren waar economen terechtkomen de functies moeilijk in te delen naar niveau: 'Accountants en informatici zitten vaak op posities waarvoor minimaal hbo wordt gevraagd. Het onderzoek rekent dit als een hbo-functie. De academici die er in dienst zijn, verdienen veelal meer dan de hbo'ers die hetzelfde werk doen. Wat aangeeft dat er wel verschil is tussen de werknemers van de verschillende niveaus.' Daarnaast vallen volgens Van der Velden academici die eerder een hbo-opleiding deden vaak terug op een hbo-functie. Starters die tijdens hun studie relevante werkervaring en bestuurlijke ervaring hebben opgedaan, kiezen juist vaak voor een functie op academisch niveau.