Bedrijfsleven tegen vennootschapsbelasting voor universiteiten

| Redactie

Het bedrijfsleven is niet te spreken over de beperkingen die de universiteiten zichzelf willen opleggen op de commerciële markt. Universiteiten moeten zich beperken tot hun eigenlijke werk, vindt werkgeversvereniging VNO/NCW. De universiteiten maakten begin juli bekend dat zij voortaan vennootschapsbelasting gaan betalen over het geld dat zij verdienen op de commerciele markt. Dat staat in een `ge

Het bedrijfsleven is niet te spreken over de beperkingen die de universiteiten zichzelf willen opleggen op de commerciële markt. Universiteiten moeten zich beperken tot hun eigenlijke werk, vindt werkgeversvereniging VNO/NCW.

De universiteiten maakten begin juli bekend dat zij voortaan vennootschapsbelasting gaan betalen over het geld dat zij verdienen op de commerciele markt. Dat staat in een `gedragscode voor marktactiviteiten' waaraan hun vereniging, de VSNU, werkt.

Met de gedragscode wil de VSNU het bedrijfsleven de wind uit de zeilen nemen. Dat beschuldigt universiteiten van oneerlijke concurrentie. Ze zouden vaak onder de prijs werken, doordat zij overheidsgeld inzetten voor marktactiviteiten. Bovendien hoeven ze geen belasting op hun winst (vennootschapsbelasting) te betalen.

Om te voorkomen dat er wettelijke regels komen die hun marktactiviteiten aan banden leggen, leggen de universiteiten zich nu zelf beperkingen op. In de gedragscode beloven zij voortaan vennootschapsbelasting te betalen. Daarvoor moeten zij hun marktactiviteiten eerst onderbrengen in een aparte stichting of bv.

Werkgeversorganisatie VNO/NCW is niet onder de indruk van deze plannen. De werkgevers vinden dat de universiteiten hun commerciële activiteiten niet apart moeten zetten, maar moeten staken. 'Universiteiten moeten zich beperken tot wat tot hun kerntaken behoort', zegt een VNO/NCW-woordvoerder.

Universitaire zalenverhuurders of uitzendbureaus zijn uit den boze. De nieuwe belasting gaat de universiteiten overigens weinig kosten. Want de gedragscode geldt slechts voor een klein deel van het geld dat zij buiten de deur verdienen. Alleen als het gaat om diensten die ook door commerciële bedrijven geleverd hadden kunnen worden, is de gedragscode van toepassing.

Slechts twee procent van de omzet (in totaal zo'n 150 miljoen gulden) valt onder de code. Slechts de winst op deze omzet wordt belast.

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.