Stiekem dromen Jonkmans' jongens van een gouden plak

| Redactie

Het aftellen is begonnen, het harde trainen voorbij. Over drie dagen begint de Twente Vier aan het WK-roeien in Canada. Brons in Hazewinkel, zilver in Luzern - wie durft het rijtje aan te vullen? Slag Robert van der Vooren wel. 'Goud is niet onmogelijk', zegt de 25-jarige UT-student kalmpjes.

Zal het tij in het lichte vier-roeien dan echt gaan keren? Al vier jaar lang domineert de Deense nationale lichte-vier de roeiwateren van de wereld. Op de spelen van Atlanta in 1996 pakten Feddersen, Ebbesen, Poulsen en Ebert het eerste goud in de lichte-vier-zonderklasse, en sindsdien is de Deense ploeg niet meer verslagen op grote internationale wedstrijden.

Maar in Luzern was het half juli kantje boord. Tijdens de finale van de laatste regatta van het World Cup-seizoen leek een eerste Deense nederlaag lange tijd onafwendbaar. Tot 1700 meter ging Rob Jonkmans Twente Vier aan kop. Pas in de eindfase kroop de Deense boot langszij om met een verschil van drietiende seconde het goud op te eisen. Nooit eerder wonnen de Denen met zo'n kleine voorsprong.

Vraag

Op routine of op hun tandvlees - dat is een vraag die de gemoederen in het Nederlandse kamp deze dagen zal bezig houden. Weten de Denen na zo'n lange goldrush nog wel wat pieken is? Voor de Twente Vier zelf geldt het omgekeerde: kan de ploeg van Jonkman presteren als het er écht om gaat? Want outsider is de Twente Vier in St. Catharines al lang niet meer.

Zo voelen Jonkman, Trooster, Kolkman, Spaans en Van der Vooren zich ook niet. Officieel richten de coach en zijn roeiers zich op een plaats bij de eerste acht, het minimum dat de bond gesteld heeft voor continuering van de olympische status. In werkelijkheid aast de ploeg op eremetaal. Slagroeier Robert van der Vooren durft het zelfs hardop te zeggen: 'In de roeisport, en zeker op zo'n kampioenschap, kun je alleen tevreden zijn met goud. Zeker als het binnen handbereik ligt.'

Dat klinkt aanmerkelijk zelfverzekerder dan een jaar geleden in Keulen. Toen werd de WK-debutant verdienstelijk tiende, en vroeg iedereen zich nog hardop af of een locaal project als de Twente Vier kans op slagen had. Een jaar later behoort de Jonkmans ploeg tot de topfavorieten. En dat is knap in een veld van moordende concurrentie: de licht-vier-zonder is bij de heren het enige lichte roeinummer dat olympisch is.

Sinds 7 augustus verblijft de gehele Nederlandse equipe (met behalve de Twente Vier ook Eurosroeier Erwin Heeringa, die uitkomt in de zware-vier-zonder) in het Amerikaanse Hanover, New Hampshire. Het trainingskamp is belegd op de campus van Darthmouth College, twee minuten lopen van de Connecticut River. 'De eerste week is er tweemaaldaags hard getraind', vertelt Van der Vooren via zijn mobiele telefoon. Het is vroeg in New Hampshire. De Eurosroeier heeft de ochtendtraining net achter de rug. Z'n ploeggenoten zitten al aan de ontbijttafel.

'De laatste dagen doen we het rustiger aan. We zitten in de zogenaamde supercompensatiefase. Na de zware arbeid van de afgelopen tijd, doen we nu zo min mogelijk. De bedoeling is dat we ons in zo'n hestelperiode steeds sterker gaat voelen. Op de top van dat gevoel beginnen we aan het kampioenschap.'

Aan het trainingsprogramma zal het niet liggen. De accomodatie is volgensVan der Vooren minder ideaal. 'We wonen op een campus die op het eerste gezicht wel wat weg heeft van het UT-terrein, veel ruimte, veel groen en zo, maar de behuizing van studenten is hier abominabel. Wij zitten in een leegstaand under graduates-gebouw, zo'n beetje het ranzigste dat je hier kunt krijgen.'

Bij aankomst was dat even slikken. 'We hebben even overwogen om uit te wijken naar een hotel. Met een graadje of 34 - zo warm was het hier de eerste dagen - is het op je kamertje zonder airconditioning namelijk geen pretje. Maar het wende snel. De roeibaan is prima, het weer een stuk koeler. Alleen het eten is hier enorm vet. Hamburgers en pizza's. We moeten ons best doen om gezond te blijven eten.'

Volgens Van der Vooren bevalt de nieuwe boot uitstekend. De UT financierde voor de Twente Vier half juli een hoogwaardige wedstrijdboot ter waarde van zo'n 35.000 gulden. Op de zijkant siert de tekst 'IC Twente University', de slogan van de nieuwe hoofdsponsor uit Drienerlo. De roeiers doopten de boot 'Het Twentse Ros'.

Joris Trooster, de meest ervaren roeier van de vier: 'De boot is nog wat stijf, waardoor elke onnauwkeurigheid direct wordt afgestraft. De 'Sigurd', onze oude boot, was heel soepel geworden. Kleine foutjes werden als het ware geabsorbeerd. Als iemand nu bijvoorbeeld te hard trapt, vliegt de boot naar voren. We zijn dus nog technischer gaan roeien. Als je het goed doet, zet je die stijfheid om in meer snelheid.'

De Denen, de te kloppen tegenstanders, trainen veertig kilometer verderop. De Nederlanders hebben van Internet opgepikt dat een van de roeiers geblesseerd is geraakt aan zijn hand. Tijdens een krachttraining heeft hij zich gesneden aan een glasscherf. 'Die pech kun je hebben', zegt Trooster. 'Laten we hopen dat hij snel herstelt.' Van der Vooren weet niet of hij 'ja' moet knikken of 'nee' moet schudden.

Vandaag, 19 augustus, vertrekt de Nederlandse ploeg naar St. Catharines, waar over drie dagen het wereldkampioenschap begint. In het Twente Vier-busje is een klein feestje op zijn plaats: Jeroen Spaans (26) en Simon Kolkman (22) zijn jarig. Maar de slingers blijven nog minstens een weekje in de doos.

Jeroen Spaans toont het Twentse Ros

De behuizing valt de Twentse roeiers bar tegen

Peter Buwalda

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.