Motorcoureur Geb Bierma bestormt top in 250cc veld

| Redactie

Vorig jaar juni voorspelde motorcoureur Geb Bierma in dit blad nog dat hij in racerij hoe dan ook progressie zou boeken. Ruim een jaar later heeft hij die woorden kracht bijgezet. De onlangs afgestudeerde UT student verruilde zijn 660 cc motor voor een 250cc'er en klom in die klasse (de opstapklasse naar de 250cc Grand Prix motoren) langzaam richting top. Met nog twee wedstrijden te gaan op het ci

Vorig jaar juni voorspelde motorcoureur Geb Bierma in dit blad nog dat hij in racerij hoe dan ook progressie zou boeken. Ruim een jaar later heeft hij die woorden kracht bijgezet. De onlangs afgestudeerde UT student verruilde zijn 660 cc motor voor een 250cc'er en klom in die klasse (de opstapklasse naar de 250cc Grand Prix motoren) langzaam richting top. Met nog twee wedstrijden te gaan op het circuit in Assen heeft Bierma uitzicht op een tweede plaats in het klassement en dat is een veld van zo'n dertig coureurs beslist geen sinecure.

De progressie van Bierma tekende zich in augustus '98 af. Toen al ging hij met sprongen vooruit en realiseerde hij steeds snellere rondetijden. Van de twintigste plek kroop hij naar de elfde om zich nu definitief binnen de top vijf te hebben genesteld. 'Ik heb het laatste jaar ruim vier seconden van mijn rondetijden afgehaald en kan daardoor met de besten mee'. Die snelheid heeft Bierma volgens eigen zeggen voornamelijk aan het betere bochtenwerk te danken. Daar waar hij in het verleden nog wel eens te vroeg remde neemt hij nu pas op het laatste moment gas terug. Daarmee boekt hij aanzienlijke tijdwinst. 'Maar het is natuurlijk ook de ervaring die een belangrijke rol speelt. Ik ken nu trucjes waar ik vorig jaar geen weet van had. Zo heb je in Assen twee kritische bochten die je eigenlijk net iets te ruim en te langzaam in moet gaan. Dat kost je voor de bocht tijd, maar levert je bij het uitkomen van de bocht tijdwinst op. Je kunt dan immers direct knallen op het rechte stuk en dat geeft een enorme kick'.

De ervaring heeft de voormalige UT-student en donateur van de Motor Sport Groep (MSG) mede te danken aan de circuit-rijvaardigheidstrainers die hem adviseerden de bochten minder sierlijk te nemen en ze dieper aan te snijden. Kortom zijn rijstijl was niet agressief genoeg. De opmerkingen werkten bij Bierma als olie op vuur en leverden hem veel wedstrijdpunten op. Op dit moment zijn dat er 254, waarmee hij een vijfde plaats in het klassement bezet. Maar die klassering geeft een vertekend beeld. Aan het eind van elk seizoen dient iedere coureur een wedstrijd weg te strepen. Bij zijn concurrenten kost dat gemiddeld zo'n 34 punten, terwijl Bierma een zogenaamde 'nul punten wedstrijd' van zijn lijstje mag schrappen. In die bewuste wedstrijd begin juli kwam hij lelijk ten val. 'Ik was in die race te gretig en wilde ten koste van alles de tweede plek in het veld heroveren. Ik werd overmoedig en nam de bocht veel te scherp waardoor ik in de grindbak terecht kwam en over de kop sloeg'. Bierma kwam met de schrik vrij. Het was de eerste keer dat hij in een wedstrijd ten val kwam en als het aan hem ligt ook de laatste. Want voor een tweede plaats in het klassement mag er weinig meer fout gaan.

In de resterende wedstrijden heeft de 28-jarige snelheidsfanaat het voordeel dat hij zowel bij goed als bij slecht weer aardig uit de voeten kan: 'Als het regent tijdens de wedstrijd zie je veel jongens uit het klassement wegvallen. Ik heb daar weinig last van. Ik ben een redelijk constante rijder en dat is een voordeel. Niettemin is er op mijn rijden ook nog wel het een en ander aan te merken. Zo moet ik bijvoorbeeld nog beter leren inhalen', zegt Bierma die recent een van zijnrivalen de baan afreed. 'Dat was echt afschuwelijk. Je kunt nog beter zelf worden uitgeschakeld dan dat je een concurrent het asfalt afjaagt. Want daar zit geen coureur op te wachten. Ik heb die jongen na afloop van de wedstrijd ook opgezocht om het uit te leggen. Maar daar voel je je dan natuurlijk niet prettig bij. Bovendien dien je verantwoording af te leggen bij de wedstrijdleiding. Aan de hand van videobeelden halen ze het bewuste moment terug om de oorzaak te achterhalen. Je krijgt geen sanctie opgelegd maar er wordt natuurlijk wel van je verwacht dat je leert van je fouten', aldus Bierma.

Zijn ambities liggen voornamelijk bij de 250cc motoren. Maar om alsnog in het Grand Prix veld uit te komen acht hij zich met zijn 28 jaar te oud. 'Bovendien kost dat een aardige bom duiten en liggen de sponsoren niet voor het oprapen. Je moet al net iemand treffen die jou en je sport een warm hart toedragen. Want een sponsor wil doorgaans zijn investering terugbetaald zien worden en dat is op mijn niveau niet altijd even makkelijk uit te leggen'.

Bierma komt op 20 augustus opnieuw in actie op het circuit in Assen en rijdt 24 september zijn laatste wedstrijd van dit seizoen.

DE zwemmer VAN DE WEEK

Voor Joris Keizer waren de Europese kampioenschappen zwemmen in Istanbul een 'leerervaring'. Althans zo omschrijft de 20-jarige student Technische Natuurkunde zijn deelname aan het prestigieuze eindtoernooi. Daar waar zijn collega's grossierden in medailles kwam de vlinderslagspecialist uit Denekamp niet verder dan een vijfde plaats op de 50 meter en een negende plaats op zijn favoriete honderd. Ook miste Keizer de limiet voor de Olympische Spelen met een tiende van een seconde en bleef hij op de honderd meter zeventiende van een seconde verstoken van zijn persoonlijke record (1.53.3). Niettemin kwamen de tegenvallende resultaten voor Keizer niet als een verrassing.

'Het is jammer dat ik een prima seizoen in Istanbul niet heb kunnen bekronen. Maar ik miste vooral inhoud om goed te presteren. De reden daarvan is dat ik dit jaar te veel gepiekt heb en te vaak in vorm ben geweest. Voor zowel de NK als de WK in Hongkong heb ik prima gepresteerd en om in die wedstrijden goed voor de dag te komen heb ik trainingstijd ingeleverd. Want als je geen gas terug neemt kun je niet pieken. Daarvoor moest ik nu in Istanbul de tol betalen. Ik kwam vooral op de laatste vijftien meter van de honderd meter vlinder fysiek tekort. Toch kan ik daar niet wakker van liggen. Het moet gek lopen wil ik geen limiet voor de Olympische Spelen in Sydney zwemmen. Die limiet is gesteld op 1.53.9 en met een persoonlijk record van 1.53.3 moet dat geen problemen opleveren. Op de NK moet dat dan gebeuren. De kampioenschappen in Istanbul heb ik niet als teleurstellend ervaren. Ik heb genoten van Van den Hoogenband. Die jongen was niet meer te stoppen. Hij heeft werkelijk ziekelijk hard gezwommen. Zes gouden medailles en Popov verslaan in een rechtstreeks duel op de honderd meter vrij, daar kun je natuurlijk alleen maar van dromen'.

foto Joris Keizer

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.