Er moet een fonds komen voor vernieuwend onderzoek, met tenminste 75 miljoen gulden. Dat schrijft minister Hermans. Hijzelf heeft maar tien miljoen extra voor dat fonds over. Niet veel, vinden de universiteiten, maar wel 'zeer welkom'.
Hermans stuurt deze week het Wetenschapsbudget naar de Tweede Kamer, het stuk waarin hij zijn wetenschapsbeleid van de komende jaren uiteenzet. Daarin kiest hij een andere koers dan zijn voorganger Ritzen. Niet langer krijgt erkend toponderzoek extra geld, in plaats daarvan wordt onderzoek gestimuleerd op gebieden waar vernieuwingen te verwachten zijn.
Hermans wil dat er 75 miljoen gulden voor deze `vernieuwingsimpuls' wordt uitgetrokken. Maar zoals al eerder was uitgelekt, neemt hijzelf daarvan slechts tien miljoen voor zijn rekening. Nog eens vijftien miljoen komt wel van zijn begroting, maar was al eerder in beheer gegeven van de landelijke onderzoeksorganisatie NWO. De rest van het vernieuwingsgeld komt van de universiteiten en - opnieuw - van NWO. Die leveren ieder 25 miljoen. De vernieuwingsimpuls komt in plaats van de `dieptestrategie' voor het stimuleren van toponderzoek. Daarvoor trokken de universiteiten een paar jaar geleden honderd miljoen gulden uit. De helft daarvan is inmiddels uitgegeven aan zes toponderzoekscholen; de andere helft hebben de universiteiten nog in kas.