Over en Sluiten

| Redactie

Ha, daar is-ie weer! Iedere muisklik, iedere toetsaanslag in Word '97 wordt tegenwoordig geregistreerd door een glimlachende paperclip. 'Hoe gaat het? Heeft u het nog een beetje leuk?', vraagt het quasi-grappige dingetje als je net in een van de honderd menubalken bent verdwaald. 'Hallo! Zegt u het maar', onderbreekt de swingende metaaldraad je geconcentreerde gepeins over de compositie van een alinea. Je knipogende computervriend ziet alles. Ook nadat je hem buiten beeld hebt gemanoeuvreerd, springt hij gniffelend te voorschijn zodra je een onhandigheidje uithaalt.

Microsoft? Microhard?

Maar Word doet meer dingen waar je niet om hebt gevraagd. Tik je de eerste vier letters van 'donderen' in dan verschijnt er een geel blokje met 'donderdag' op je scherm. Voor letters aan het begin van een zin geldt iets soortgelijks: Word maakt er automatisch een kapitaal van. Ook als je dat niet wilt.

Heb je genoeg van al dat 'meedenken' dan klik je de paperclip weg, sluit je Word of doe je - als je het niet helemaal vertrouwd - de computer uit. En dat is eigenlijk best fijn, dat dat kan. Dat je zelf kunt beslissen wanneer je van 'de diensten' van Microsoft gebruik wilt maken. En wanneer niet.

Maar hoelang kunnen we op de Campus nog genieten van die vrijheid? Microsoft en de UT gaan namelijk intensief samenwerken. Uiteindelijk moet dat leiden tot een woonwijk waarbij de informatie- en communicatietechnologie in de leefomgeving is geïntegreerd. Een virtuele collegezaal die aan het voeteneind van je studentenbed begint? Afstudeerscripties geschreven door het intelligentere broertje van de paperclip? En je pc die je plek in de projectgroep overneemt?

Dat zou allemaal nog niet zo gek zijn natuurlijk. Maar waar plaatst Microsoft de aan/uit-schakelaar. Of vergeten ze die per ongeluk? Voordat je het weet staat de cybervariant van je moeder naast je bed: 'Opstaan jongen, je moet studeren.'

14 Ohra

Het dieptepunt in het direct-mailgebeuren - de kilo's oud papier in je brievenbus waartegen je een sticker schijnt te kunnen kopen - is vorige week bereikt. Wij hebben thuis een buurman en die heet Karelse. Samen staan we wel eens bij ons postvakje, en om de zoveel tijd wint mevrouw H. Karelse een miljoen, en daar kijkt Hans al lang niet meer van op. Maar vorige week kreeg hij een glossy consultantsmagazine in zijn bus dat gericht was aan de directie van H. Karelse. Dat was even te veel database voor Hans.

Diezelfde week werd een dieptepunt bereikt in de pasjesterreur die de hardwerkende bevolking van ons land het leven steeds zuurder maakt. We waren bij Bruce Springsteen in het Gelredome, de voetbaltempel met schuifdak en wegrolgrasmat. En bij de Boss hoort een biertje, vonden we: er zijn mensen die voor minder tot consumptie over gaan. Dus wij in ons houthakkershemd de multifunctionele voetbaltempel in op zoek naar een multifunctionele voetbalbierpomp. Die was gauw gevonden. 'Twee bier meneer.' 'Dat is dan 14 ohra meneer, mag ik uw pasje?' 'Pardon u zegt?'

Wat bleek? Om in het Gelredome een eerlijk biertje te bestellen kun je niet terecht met zelfverdiend Hollands geld. Nee, je moet eerst op twee meter afstand van de bar in de rij gaan staan voor een pasjesautomaat. Daar gooi je tien guldens in - ooit een wettig betaalmiddel, de gulden - en, geloof het of niet, dan komt er een Machlas-chipkaart uit die, grapjevan de sponsor, precies twintig Ohra waard is. Vervolgens ga je in de rij voor dat vervelende barretje staan en bestel je nogmaals je twee bier en blijf je zitten met je Machlaspasje met zes waardeloze Ohra's erop. Leg dat maar eens uit aan Bruce Springsteen. Dan laden we nog liever onze medewerkerspas op in het Theatercafé. Sta je ook drie meter verderop je plasticje weer af te laden, maar bij ons zijn het tenminste nog guldens die je digitaliseert. Databestanden en betaalpasjes - het zijn de misgeboortes van de IT-industrie.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.