SimQuest vindt vlotte introductie op school

| Redactie

Een groot aantal werktuigbouwstudenten van het MBO krijgt in september 2000 een cd-rom geleverd bij hun studieboeken. Hiermee kunnen zij zelfstandig experimenten uitvoeren. Uitgangspunt is het half jaar oude auteurssysteem SimQuest, ontwikkeld in een EG-project met de faculteit Toegepaste Onderwijskunde als cordinator.

Uitgeverij NijghVersluys besliste vorige week om het auteurssysteem SimQuest als basis te laten dienen voor het ontwikkelen van nieuw studiemateriaal. Voor vakken als materiaalleer, montage & onderhoud, verspanen, construeren en plaatbewerkingen kunnen MBO-studenten gebruik maken van de mogelijkheden die SimQuest biedt. De nieuwe onderwijsmethode bevat meer dan het uitvoeren van diverse simulaties. De leerlingen moeten zelf experimenten ontwerpen, conclusies trekken en actief achtergrondinformatie opsporen en gebruiken.

'Het besluit van NijghVersluys is een mooie erkenning van onze filosofie van zelfstandig ontdekkend leren met ondersteuning van de computer,' zegt prof. dr. Ton de Jong van de afdeling instructietechnologie van Toegepaste Onderwijskunde. De TO-afdeling coördineerde het vorig jaar afgeronde EG-project dat leidde tot SimQuest, en waarmee 3,5 miljoen euro was gemoeid. Het Centrum voor Innovatie van Opleidingen (Cinop) in 's Hertogenbosch- dat als taak heeft het aanbieden, ontwikkelen en exploiteren van nieuw lesmateriaal - gaat samen met NijghVersluys werken aan een goed bruikbare onderwijsmethode.

Bedrijfsleven

Volgend jaar wordt het auteurssysteem SimQuest als freeware verspreid. Het Cinop gaat geïnteresseerde gebruikers adviseren en helpen bij het maken van toepassingen. Behalve scholen toonde ook het bedrijfsleven reeds belangstelling. Océ van der Grinten denkt erover om een dergelijke methode in te zetten bij de training van operators en onderhoudspersoneel van haar tonermachines.

Ton de Jong: 'We hebben wel gedacht om zelf de commercialisatie van SimQuest ter hand te nemen, bijvoorbeeld door een aan de UT gelieerd spinoff-bedrijfje. Maar na berekeningen met het Cinop bleek het risico voor doorontwikkeling te groot. SimQuest is een breed, algemeen concept. Voor het gebruikersklaar maken is veel geavanceerde computer- en videoapparatuur nodig, en de uiteindelijke markt is lastig te voorspellen. Het uitontwikkelen vereist specifieke kennis die op een heel ander gebied ligt dan het onderzoek waarin wij zijn geïnteresseerd. Bovendien besparen wij ons de beslommeringen van het verkoopgereed maken van een goed bruikbaar product, om nog maar te zwijgen over het nodige onderhoud. Door SimQuest als freeware aan te bieden komen de resultaten van ons onderzoekswerk weer beschikbaar voor de gemeenschap. Die heeft hier immers ook voor betaald.'

Boeiend

Wetenschappelijk gezien blijft SimQuest de TO-afdeling boeien. SimQuest biedt goede mogelijkheden om 'ontdekkend leren' nader te bestuderen. Zo blijft de hamvraag welke experimenten men de student precies moet aanbieden. Verder kan de vakgroep met SimQuest extra kennis genereren over de denkfouten waar studenten zoal tegenaan lopen. Dit vergroot het inzicht in ontdekkend leren, en kan bovendien leiden tot verbeteringen aan SimQuest zelf.

Bij het ROC in Enschede neemt de TO-afdeling 'hardop-denkprotocollen' af van ontwerpers van cursussen met SimQuest. Bij de hogeschool Windesheim in Zwolle is onderzoek en onderricht opgestart met docenten over ontdekkend leren. Bij het ROC in Hengelo wordt een omgekeerd pad bewandeld. Hier zijn het de studenten die met SimQuest cursustoepassingen gaan ontwerpen. Dit met het oog op de leerervaringen die zij hiermee kunnen opdoen.

Vervolg

Samen met oud-TO-medewerker dr. Walter van Jolingen, nu werkzaam bij de Universiteit van Amsterdam en dr. Ton Ellermeijer van het Amstel-instituut is De Jong de bezig met het opzetten van een vervolgonderzoek. Binnen- en buitenlandse universiteiten gaan daarin nieuwe methoden ontwikkelend voor ontdekkend leren. Zo is het plan om stromingssensoren te plaatsen bij het werkeiland Neeltje Jans, gelegen nabij de Stormvloedkering in Zeeland. Via Internet kunnen leerlingen dan actuele meetgegevens opvragen en deze gebruiken voor stromingsexperimenten. Ook willen de onderzoekers de samenwerking tussen verschillende opleidingsinstituten bevorderen door studenten via multimedia informatie en leerervaringen te laten uitwisselen. Voor het ontwikkelen van nieuwe simulatiemodellen wordt deskundige hulp ingeschakeld van dr. ir. Peter Breedveld van de faculteit Elektrotechniek.

De Jong: 'Het gaat om een soort langeafstandslaboratoria. Eén school zou de apparatuur hiervoor nooit in z'n eentje kunnen bekostigen. Door samen te werken met dezelfde databronnen en dezelfde soort modellen kunnen veel meer leerlingen profiteren. Het onderwijsaanbod wordt daardoor diverser, en dat is goed voor de kwaliteit en het aantal zelfstandige leerervaringen van studenten.'

Leerlingen aan de slag met het door TO ontwikkelde programma

.pic simquest.gif

Egbert van Hattem

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.