CT&M krijgt zeker een technischer karakter

| Redactie

Meer techniek en minder management? Verhuizen naar de faculteit Werktuigbouwkunde of toch bij Technologie & Management blijven? Misschien er zelfs wel helemaal mee 'kappen'. De toekomst van Civiele Technologie en Management is onzeker. Eén ding staat echter vast: uiterlijk in 2002 moet de opleiding Civiele Techniek gaan heten. En dat heeft ook consequenties voor de inhoud van curriculum en onderzoek.

Civiele Technologie en Management leidt studenten op die hun technische kennis binnen de bestuurlijke of bedrijfskundige context kunnen plaatsen. Daarmee onderscheiden de UT-ingenieurs zich nadrukkelijk van de ingenieurs uit Delft. 'Sommen oplossen en ontwerpen maken, dat is het enige wat ze aan de TUD leren', aldus professor De Vriend, die aan beide instellingen doceert. 'In het Westen missen ze de brede kijk.'

Maar moet dat onderscheid wel zo duidelijk blijven, vroeg het college van bestuur zich ongeveer een jaar geleden af. Zou het voor de positionering van CT&M op de onderwijsmarkt niet veel beter zijn om de opleiding iets technischer te maken? Per slot van rekening daalt de instroom in Delft (min 8 procent) minder snel dan in Enschede (min 24 procent). Bovendien was het CvB in die tijd nog van plan de faculteiten te clusteren. En waar zou CT&M dan het beste passen, bij Technologie en Management of bij Werktuigbouwkunde?

Om dat uit te zoeken schakelde het CvB de Delftse hoogleraar Blauwendraad in. De professor van de faculteit Civiele Techniek bracht in het voorjaar een rapport uit waarin één 'lap-' en drie 'kapscenario's' werden gepresenteerd. Het lapscenario gaat ervan uit dat alles min of meer bij het oude blijft. De drie kapscenario's zetten de opleiding flink op z'n kop.

Maar inmiddels spelen er dwingender zaken. De Haagse bureaucratie heeft de discussie over Blauwendraads scenario's ingehaald. De minister van OC&W verordonneerde onlangs dat van de driehonderd opleidingen die in Nederland bestaan er slecht 126 over mogen blijven. Dat is voor aankomend studenten overzichtelijker en dat zet een rem op de trend steeds meer interdisciplinaire studierichtingen te starten, zo bedacht Hermans.

En aangezien Civiele Technologie en Management niet in het opgeschoonde Centraal Register van Opleidingen Wetenschappelijk Onderwijs (Croho) voorkomt, betekent dat voor CT&M op z'n minst een naamsverandering. Uiterlijk vanaf 2002 heet de opleiding Civiele Technologie. 'En dat heeft ook consequenties voor de inhoud van het curriculum', stelt Rob van Dijk als meest betrokken UT-beleidsmedewerker. 'Iedere opleiding mag slechts één propedeuse hebben. Die moet rechtstreeks toegang geven tot de doctoraalfase van alle vergelijkbare studies in Nederland.'

Voor het college van bestuur is de dwingende lijn die de minister inzet een reden om de positie van Civiele Technologie en Management te heroverwegen. 'Ik denk dat we er niet onderuit kunnen die opleiding technischer te maken.' Van Vught formuleert voorzichtig. 'De propedeuses van Delft en Enschede dienen op elkaar aan te sluiten. Dat betekent dat beide partijen water bij de wijn moeten doen. Daarmee hoeft het specifieke managementprofiel van CT&M overigens niet verloren te gaan. Door Major-minor en het verplaatsen van vakken behouden we het unieke karakter.' Wel lijkt het de rector 'voor de hand liggender' om een meer technisch georiënteerde opleiding onder te brengen bij de faculteit Werktuigbouwkunde. En dus niet bij Technologie en Management.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.