Daling van het wad

| Redactie

In een uitgebreide studie beweert de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) dat bodemdaling van de Waddenzee door de winning van aardgas, gecompenseerd wordt door opslibbing en zandafzetting. Prof. dr. ir. Huib de Vriend (CT&M) was een van de vier wetenschappers die het onderzoek toetste. 'De studie was goed uitgevoerd maar er staan nog een flink aantal wetenschappelijke vragen open', aldus D

In een uitgebreide studie beweert de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) dat bodemdaling van de Waddenzee door de winning van aardgas, gecompenseerd wordt door opslibbing en zandafzetting. Prof. dr. ir. Huib de Vriend (CT&M) was een van de vier wetenschappers die het onderzoek toetste. 'De studie was goed uitgevoerd maar er staan nog een flink aantal wetenschappelijke vragen open', aldus De Vriend.

Hoe werkt de dynamiek dat dalende zandplaten weer opvullen?

'Bij kleine verstoringen van het niveau van platen ten opzichte van de gemiddelde zeespiegel, zet zand vanuit de buitendelta zich af op de platen. Getijdenbewegingen en golven voeren dit zand mee. De platen komen zo weer op hun oorspronkelijke hoogte terug. Er is sprake van een evenwichtstoestand. De eilanden betalen hiervoor de rekening. Zij leveren weer zand voor de buitendelta maar het gaat hierbij maar om een aantal meters strandzand. Bij grote verstoringen kunnen de platen wel voorgoed verdrinken.

'Bij aardgaswinning kan een gebied van beperkte omvang maximaal tien centimeter over een periode van dertig jaar dalen. De verwachting van de zeespiegelstijging is ongeveer 40 centimeter per eeuw. Dit zijn veranderingen die het Waddenzee-systeem goed aankan.'

Mijn overbuurman, afkomstig van Terschelling, zegt dat het gedrag van zee en zandplaten juist onvoorspelbaar is. De vaarslenken bijvoorbeeld raken veel eerder dicht dan verwacht ...

'Op kleine schaal is op lange termijn inderdaad weinig te voorspellen. Maar met uitspraken over trends in grote gebieden gaat het heel goed. De Dollard, die langzaam wordt opgevuld met slib, geldt als een goed voorbeeld. De globale voorspellingen kloppen prima maar toch kan je nooit zeggen wat er precies zal gebeuren op een klein deelgebied.

'Bij kleine schommelingen verandert het gedrag van het systeem niet fundamenteel. Dan zit je in het lineaire, goed voorspelbare domein.'

Is naar uw mening vervolgonderzoek nodig?

'Absoluut. Er ontbreekt nog heel veel kennis. Ten eerste weten we niet wat de kritische snelheid van de zeespiegelstijging is voor het verdrinken van de platen. Ten tweede is ook de studie van de NAM gebaseerd op empirische gegevens die de afgelopen vijftig jaar wereldwijd zijn verzameld. Een theoretische, numerieke onderbouwing ontbreekt. Ten derde wordt ervan uitgegaan dat het zand overal dezelfde korrelgrootte heeft. Er is weinig bekend over de precieze bewegingen van fijn zand, grof zand en slib. Het is bijvoorbeeld niet gezegd dat altijd en overal voldoende zand aanwezig zal zijn.

'En ten vierde heeft uw overbuurman natuurlijk gelijk: het is nog steeds onduidelijk welke voorspelbaarheidsgrenzen een systeem als de Waddenzee heeft. Het is dezelfde vraag als met het weer: kun je een week vooruit voorspellen, of is in de toekomst een langere periode haalbaar? Bovendien zorgen golven en extreme weerssituaties blijvend voor onzekerheid in onze voorspellingen. Daar moeten we mee leren omgaan.

'Op deze vier gebieden zijn veel onderzoeksvoorstellen ingediend. Ook de UT is betrokken bij een aantal daarvan, onder andere in het kader van het Nederlands Centrum voor Kustonderzoek.'

Is het lastig om als wetenschapper een dergelijk onderzoek - waarmee veel belangen zijn gemoeid - objectief te toetsen?

'Je voelt natuurlijk wel druk maar wanneer je niet in de ivoren toren wilt blijven zitten hoort dat erbij. Sommige hadden graag gezien dat wetenschappers zouden concluderen dat winning van aardgas hartstikke fout zou zijn. Maar volgens de huidige inzichten kun je weinig anders dan vaststellen dat, vooral bij deze kleine verstoringen, geen direct gevaar optreedt voor het Waddenzee-systeem.

'Als wetenschapper blijf ik wel kritisch. In mijn beoordeling heb ik ook aangegeven dat nog heel veel kennis ontbreekt, en dat vervolgonderzoek nodig is. Met die invalshoek is ook lang niet iedereen blij. Toch vind ik dat ik op deze manier moet reageren anders heeft een dergelijke beoordeling geen objectieve waarde meer.'

Egbert van Hattem

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.