De opleidingsdirecteur van CT&M, G. van Lieshout, ziet die discussie over de inhoudelijke invulling volstrekt los van het CROHO. 'Als je als UT besluit dat Civiele Technologie & Management een technischer karakter moet krijgen, dus als je er een gewone civiel-technische opleiding op z'n Delfts van wil maken, dan gaan we het curriculum ingrijpend verbouwen. Maar dat is een discussie die los van de Haagse regelgeving staat.'
Want voorlopig gaat Van Lieshout ervan uit dat er met Delft wel wat te regelen valt. 'We moeten gewoon met die mensen afspreken welke vakken in de propedeuse moeten en welke niet. Wat overigens niet betekent dat de twee propedeuses helemaal gelijk worden. Het kan best zo zijn dat studenten uit Delft die hier in het tweede jaar komen studeren vrijstelling krijgen van mechanica-vakken die zij al in hun eigen eerste jaar hebben gehad. En dat ze daarvoor in de plaats de vakken Inleiding in het recht en Beleidsprocessen moeten doen. Het gaat er vooral om dat studenten geen studievertraging oplopen. CROHO gebiedt niet dat alle opleidingen Civiele Techniek dezelfde inhoud moeten hebben. Er is ruimte genoeg voor een eigen touch.'
En die touch heeft CT&M volgens professor De Vriend ook hard nodig. 'De managementinvulling is een gouden formule. Die moeten we vasthouden. Daarmee vullen we een gat in de onderwijsmarkt. Bovendien wil het bedrijfsleven diepte en breedte tegelijk. Ik denk dan: laat Delft voor de specifiek technische invulling zorgen, Enschede levert wel maatschappijgerichte ingenieurs.'
Binnenskamers discussieert CT&M volop over de toekomst. En ongetwijfeld spelen de kap- en lapscenario's van Blauwendraad daarbij een rol. Het lapscenario van de Delftse hoogleraar gaat er vanuit dat alles bij het oude blijft. De kapscenario's voorspellen ingrijpende veranderingen.
Het eerste plan splitst de opleiding op in drieën. De meer op modelleren gerichte afdelingen (Verkeer & Vervoer, Waterhuishouding & Milieu en Modellering) krijgen een eigen opleiding. Daarnaast komt een nieuwe stroom Algemene Civiele Techniek. En de afdeling Bouwtechnologie & Bouwprocessen wordt ingevoegd bij Technische Bedrijfskunde. Kapscenario twee voorziet in de opheffing van de afdelingen Verkeer & Vervoer en Waterbeheer & Milieu. Met Bouwkunde Technologie en Management kan de UT dan een helder geprofileerde, unieke opleiding neerzetten. Het laatste plan wil dat het Twentse profiel verdwijnt en er een opleiding Civiele Techniek komt die vergelijkbaar is met die in Delft.
Maar naar welk scenario de voorkeur uitgaat en of er nog andere ideeën leven, daar wil Van Lieshout niets over zeggen. 'Zolang we er intern nog discussiëren lijkt het mij niet netjes te speculeren. En nee, ik ga ookniet zeggen of we bij Technologie en Management willen blijven of toch liever naar Werktuigbouwkunde gaan. Ook daar praten we nog over.'
Het maakt professor De Vriend niet zoveel uit bij welke faculteit CT&M uiteindelijk terecht komt. 'Zolang er maar de garantie is dat we als groep bij elkaar kunnen blijven en onze identiteit wordt gewaarborgd. We hebben nu een eigen winkel en die willen we graag houden.' De Vriend vindt wel dat als CT&M naar WB gaat ze daar ook moeten kunnen bewegen. 'Een soort van overname lijkt me minder wenselijk. Want dat voelt al heel gauw vijandig. Qua personeel en onderzoeksfaciliteiten mag WB dan groter zijn dan CT&M, maar qua studentenaantallen ontlopen we elkaar niet zoveel.'
