Aan wat voor een soort mensen geef je les?
'Ik heb momenteel een groep van acht mensen onder mijn hoede. Die komen uit allerlei verschillende landen, van Somalië tot Afghanistan. Het zijn voornamelijk mannen en vrouwen van middelbare leeftijd. Ze zijn pas kort in Nederland en wachten op een verblijfsvergunning.'
Welke stof behandel je tijdens de lessen?
'Leerlingen die bij mij in mijn klas komen kunnen geen woord Nederlands spreken. Ik breng ze dan ook slechts de beginselen van onze taal bij. Dat doe ik met behulp van de Total Physical Response-methode (TPR). Dat betekent dat ze eerst leren welk woord bij welk voorwerp hoort. Zo houd ik bijvoorbeeld in de les een boterham in de lucht en zeg ik: 'Bo-ter-ham'. Dat moeten ze vervolgens nazeggen. Het ondersteunende lesmateriaal bestaat uit een boek met plaatjes. Hoe ze woorden moeten schrijven, doceer ik niet, dat is in dit stadium nog veel te moeilijk.
Als ze dit een beetje onder de knie hebben, leer ik ze het verschil tussen bepaalde klanken, zoals de 'o' en de 'oo'. Dat kan voor sommigen heel moeilijk zijn, omdat in hun taal dat onderscheid niet bestaat.'
De vluchtelingen die je lesgeeft komen uit landen met een hele andere taal en cultuur. Is het moeilijk om die mensen Nederlands bij te brengen?
'Ik hoef de lessen hoeft niet voor te bereiden, daarvoor is de stof te makkelijk. Ik heb wel overwogen Arabisch te leren, om het contact te vergemakkelijken. Daar is het echter niet meer van gekomen. De taalbarrière maakt het onmogelijk om een gesprek met de asielzoekers aan te knopen. Dat is wel jammer, maar met gebarentaal kun je een eind komen. Soms komt het voor dat je ze de Nederlandse naam van een voorwerp probeert bij te brengen, terwijl ze dat voorwerp helemaal niet kennen in hun eigen land. Dat is een extra moeilijkheid. Het is wel zo dat mijn leerlingen goed gemotiveerd zijn, dus ze doen goed hun best om zich de stof eigen te maken. Het is vaak hun enige verzetje op een dag.'
Hoe bevalt het werk?
'Het leuke van het lesgeven is dat je heel basaal bezig bent, heel kinderlijk, en dat met volwassenen. Bovendien is het iets heel anders dan wiskunde. Het is jammer dat de lessen soms vergeefs blijken. Het kan immers zijn dat iemand uit mijn klas geen verblijfsvergunning krijgt en dus teruggestuurd wordt naar zijn land. Asielzoekers die wel een Nederlandse status krijgen, moeten verplicht een vervolgcursus Nederlands volgen. Maar die wordt door professionele mensen gegeven.'