Twintig jaar Toegepaste Onderwijskunde en vijf jaar Masters Program was voor de faculteit TO reden te over om de bloemetjes eens flink buiten te zetten. Zij deed dat vorige week donderdag en vrijdag met een tweedaags lustrum vol lezingen en 'showcases'.
Voorzitter van de lustrumcommissie, professor Tjeerd Plomp, toont zich na afloop een tevreden man. Hij legt uit wat de opzet van het lustrum was: 'We hebben het programma opgesplitst in twee dagen: de donderdag voor TO, de vrijdag door TO.' Op deze manier ontstonden twee verschillende dagen. Eerst kreeg de jarige faculteit van diverse collega-deskundigen een spiegel voor gehouden en was er plaats voor de nodige bezinning op de toekomst. De tweede dag stond TO zelf in de schijnwerpers en mocht ze laten zien wie ze was en wat ze bereikt heeft de afgelopen twintig jaar.
Tijdens het ochtendgedeelte van de reflexieve donderdag gingen diverse buitenlandse sprekers in op de recente ontwikkelingen in de onderwijswetenschappen en op de betekenis hiervan voor TO's Masters Program. In de pauze vertelde een van de grondleggers van TO, emeritus hoogleraar Egbert Warries, hoe dit vakgebied twintig jaar geleden voor het eerst het levenslicht zag. Tevens ging hij in op de toekomstverwachtingen van het vakgebied. Het middagprogramma stond ook in het kader van reflectie, dit keer over de betekenis van toekomstige ontwikkelingen voor faculteit en de invulling van het curriculum. Professor Don Ely, een eminentie in de onderwijskunde-wereld, sprak hier als vriend van TO.
Op de tweede lustrumdag presenteerde TO zich trots aan het publiek, dat voornamelijk uit afgestudeerden, studenten en relaties bestond. Dit gebeurde middels twaalf zogenaamde 'showcases', waarin TO liet zien waar zij zich zoal meebezighoudt: de ITC-monitor, die implementatie van ICT in het onderwijs in kaart brengt. Maar bijvoorbeeld ook het MUST-project, waarbij de inzet van multimediatechniek tijdens de lerarenopleiding centraal staat: middels video's en andere media probeert men daar de kloof tussen de praktijk van het klaslokaal en de theorie van de lerarenopleiding te dichten. Opmerkelijk is dat elf van deze cases betrekking hebben op nieuwe technische ontwikkelingen (ICT) en de toepassing daarvan in het onderwijs. Volgens sommigen is dit eenzijdig, maar Plomp wimpelt deze kritiek weg: 'TO opereert nu eenmaal in de frontlinie van de nieuwe ICT-technologieën'. De zogenaamde 'kwaliteitskaart' die een indicatie geeft van de kwaliteit van scholen vormt hierop een uitzondering (zie ook UT-nieuws van 19 juni).Verder is Plomp ingenomen met de enthousiaste reacties op de showcase aanpak: 'Die opzet gaf een ontspannen en gemoedelijk sfeer'. Het lustrum werd tevens aangegrepen om voor het eerst de TO-prijs uit te reiken, welke eer te beurt viel aan de hoogleraren Egbert Warries en Don Ely. Warries kreeg de prijs als grondvester van TO, en Ely omdat ook hij vanaf het begin zeer nauw bij TO betrokken is: hij gaf er regelmatig onderwijs en dacht mee over de structuur van de faculteit. Voor hun verdiensten kregen zij een miniatuur Tango-danser, geinspireerd op het beeld dat het TO-plein siert, alsmede een geldbedrag om conferenties te bezoeken.
