Na een flink aantal openbare lessen onder leiding van meesterpianist Michail Markov is het zover: de utopianisten laten woensdag 24 juni horen wat zij in hun mars hebben: walsen, polonaises, nocturnes en preludes. Allemaal van Chopin: de Paganini op de piano.
Frédéric Chopin (1810-1849) ontpopte zich al snel als wonderkind. Zo sloop hij op zijn vijfde levensjaar een keertje 's nachts achter de piano en speelde daar uit het hoofd stukken die zijn moeder speelde. Men zou anders kunnen vermoeden, maar de pianotechniek kwam Chopin niet zomaar aanwaaien. Om gemakkelijker grote accoorden te kunnen pakken, klemde hij voor het naar bed gaan houten wiggen tussen zijn vingers. Hij ontdekte te laat dat hij dit beter niet had kunnen doen. In Warschau, waar Chopin zijn jeugd doorbracht, werd hij al snel de 'tweede Mozart' genoemd. Zijn vader was echter zo verstandig zijn tere zoontje (hij bezat een zwakke gezondheid) niet tot circusnummer te dresseren, maar liet hem gewoon tussen leeftijdgenoten opgroeien.
Na het gymnasium wierp hij zich als een bezetene op de piano. Door deze harde arbeid veranderde hij van een bescheiden en vrolijke jongeman in een prikkelbare en melacholieke romanticus. En dat was Chopin in hart en nieren; hij koesterde, zoals het een echte romanticus betaamd, zijn sombere stemmingen: 'Ik zou graag de gedachten verdrijven, die mijn vrolijkheid vergiftigen, doch ondanks alles voel ik er een genot in ze te koesteren.' In deze gemoedstoestand leerde hij de muziek van Nicolai Paganini (1782-1840) kennen, de vioolvirtuoos uit Genua. Dat was van grote invloed op zijn muzikale ontwikkeling: wat Paganini met de viool deed, wilde Chopin op de piano realiseerden. Aldus geschiedde, Chopin rekt in zijn virtuoze pianostukken het uitdrukkingsvermogen van dit instrument tot het uiterste op. In al zijn composities speelt de piano altijd de eerste viool. Vooral in zijn pianoconcerten: de orkestrale begeleiding heeft daar slechts een ondergeschikte rol en is niet veel meer dan een 'geluidsbehangetje' om de pianist even op adem te laten komen. Dit geldt overigens ook voor voor de vioolconcerten van Paganini. Spitsvondigheden op piano of viool, daar was het deze heren om te doen.
De utopianisten spelen woensdag onder andere prelude no.2. Chopin schreef dit stuk in een dramatische stemming omdat hij te horen had gekregen dat Warschau ingenomen was door de Moscovieten, hij vreesde voor het leven van zijn moeder en zijn geliefde, operazangeres Constance Gladkowska. Anders dan de naam doet vermoeden is de prelude geen voorspel tot iets als een fuga, maar een kort zelfstandig stukje muziek. De preludes, die op Mallorca zijn geschreven (Chopin kuurde daar vanwege tuberculose), worden beschouwd als zijn meest intieme muziek.
Het Chopinrecital van Utopiano kent ook opgewekte momenten: zo is polonaise nr.1 niet zomaar een polonaise, maar een triomf-polonaise. Zij was gecomponeerd voor het geval dat het bevrijde Polen zijn koning mocht kronen. En ook walsen staan op het programma, of liever 'tegen-'walsen; Chopin kwam hiermee in opstand tegen de populaire walskoning Johann Strauss, van wiens muziek hij gruwelde.
Nog een paar nachtjes slapen, met of zonder wiggen, en dan valt al dit moois te beluisteren!
Chopinrecital: woensdag 23 juni, 20.00 uur Audiozaal (Vrijhof), toegangsprijs: f5/f2,50 (Campuskaart,CJP,E-pas).
![]()