Alternatief postdoctoraal in Parijs

| Redactie

Er wordt nogal eens geklaagd vanuit het bedrijfsleven dat de aansluiting tussen universiteit en bedrijf slecht is. Dat deze kloof daadwerkelijk aanwezig is, wordt ook bevestigd door tal van trainingen die een pas-afgestudeerde moet doorlopen binnen een bedrijf voordat hij aan de slag kan.

Ook als de pas-afgestudeerde nog niet precies weet wat hij precies wil, kan hij het moeilijk hebben; een promotie is dan vaak net iets teveel van het goede en het lijkt ook nog wat te vroeg om meteen het bedrijfsleven in te gaan. Voor afgestudeerde CT-studenten bestaat er de mogelijkheid tot het volgen van een korte post-doctorale opleiding in Frankrijk, i n de buurt van Parijs. De opleidingen zijn volledig gericht op de olie- en gasindustrie, de petrochemie en de automobielindustrie. Deelnemende studenten leren gedurende elf tot zestien maanden vooral de praktische kant van het werken in deze takken van industrie. Twee pas-afgestudeerde CT-studenten, Susan Maas en Wouter Vos, vertelden onlangs over hun ervaringen op de 'Ecole du Pétrole et des Moteurs'.

De school is een onderdeel van IFP, het 'Institut Francais du Pétrole', een internationaal erkend centrum voor industriële research en development. Ze biedt verschillende studieprogramma's binnen de sector aan, sommige in het Engels, andere in het Frans. Zo is er de mogelijkheid om je met raffinage bezig te houden, maar ook richtingen als geologie, petroleumproducten en zelfs een economische en management-opleiding zijn vertegenwoordigd. Financiële steun komt voornamelijk van bedrijven, zodat de studenten een ruime vergoeding per maand kunnen krijgen. De school heeft een sterk internationaal karakter: de helft van alle studenten is afkomstig van buiten Frankrijk.

Susan Maas en Wouter Vos zijn beiden vorig jaar afgestudeerd aan de faculteit Chemische Technologie. Daarna zijn ze begonnen aan het raffinage-programma van de Ecole du Pétrole et des Moteurs. Na een paar weken intensieve cursus Frans en een tijdje wennen, was de taalbarrière van de franstalige cursus weg. 'Behalve de buitenlandse ervaring, is het vooral de praktische insteek die belangrijk is bij deze opleiding', vertellen ze. 'Op een universiteit is alles erg theoretisch, terwijl bij deze opleiding vooral gekeken wordt naar de werkelijke toepassingen binnen bedrijven'.

Drijfveer

Een proces wordt al met al vanuit een hele andere invalshoek bekeken, is hun ervaring. 'Geld verdienen en besparen is de belangrijkste drijfveer; bij de dimensionering van een apparaat wordt niet gestopt als de getallen uit de computer rollen.' Economische evaluaties spelen volgens het tweetal een geïntegreerde rol in het ontwerp. 'Er moeten keuzes gemaakt worden, die je bij de opleiding chemische technologie niet maakt. Is het noodzakelijk het ontworpen apparaat te laten bouwen, of kan er één met standaarddimensies aangeschaft worden om de kosten te drukken? Waar moet het apparaat komen te staan? Op een universiteit wordt een proces namelijk vaak twee-dimensionaal bekeken, terwijl de hoogte ook een belangrijke rol kan spelen. Destillatiekolommen worden niet meer gezien als torens waarin een binair mengsel gescheiden wordt, maar als complexe systemen met vaak verschillende productstromen.'

Colleges worden gegeven door professionals uit het bedrijfsleven. Aanvankelijk is de stof een beetje droog, maar in een later stadium wordt de nadruk gelegd op projectwerk. 'Ik ben nu met een groep een volledige fabriek aan het ontwerpen', vertelt Wouter. 'Niet alleen de verschillende units worden ontworpen, maar ook zaken als leidingen en procesregelaars worden geïntegreerd. In principe zou op basis van dit ontwerp de hele fabriek gebouwd kunnen worden'.

Stages

Tijdens de opleiding worden er ook twee korte stages van een week doorlopen, soms in het buitenland. 'De eerste is vooral een rondkijkstage', vertelt Susan, die in opdracht van het bedrijf Elf Atochem, de chemietak van Elf, aan projecten werkt. 'Een raffinaderij is enorm groot. Het kost veel tijd om dat ding helemaal te bekijken'. De tweede stage is een soort apparatenstage. Hierbij worden kleinere apparaten als pompen, kleppen en warmtewisselaars grondig van binnen en buiten bestudeerd om te leren hoe ze in het echt functioneren.

Na afronding van het programma zijn de deelnemers meteen inzetbaar in een bedrijf, iets wat het bedrijfsleven uiteraard graag ziet. Susan zal nog een jaar bezig zijn met haar opleiding, terwijl Wouter eind juli klaar is. De vooruitzichten van de twee ingenieurs zijn goed: eenmaal afgestudeerd vinden ze allen binnen drie maanden een baan.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.