Nederland moet in elk geval deze titels steviger in de wet verankeren, vindt de raad (waarin ook UT-rector Frans van Vught zitting heeft, red.). Wie afstudeert aan een hogeschool of aan een universiteit een driejarige kandidaatsfase heeft doorlopen, moet de titel bachelor krijgen. Afgestudeerden van een universiteit worden master.
De traditionele Nederlandse titels (drs, mr, ir en ing) mogen van de Onderwijsraad blijven bestaan, maar als `tweede keus'. Ook de mastertitels die studenten kunnen verwerven met bijvoorbeeld post-hbo-cursussen hoeven niet te verdwijnen. Het moet wel duidelijk zijn dat dat geen academische titels zijn.
Volgens de Onderwijsraad wordt de roep om harmonisatie van de verschillende hoger-onderwijsstelsels in Europa sterker. Ook neemt de internationale concurrentie toe: steeds meer landen werven studenten in het buitenland. Nederland mist de boot als het zich niet aanpast. Dat kan het best door te kiezen voor het Angelsakische model, want dat wordt in heel Europa meer en meer gangbaar.
Ook in Nederland is de Angelsaksische opzet in opkomst. De Wageningse Landbouwuniversiteit en de Technische Universiteit Eindhoven willen in het jaar 2000 al hun opleidingen deze opzet geven. Utrecht doet al ervaring op met bachelors-studies in het University College. En de bèta-studies van de twee Amsterdamse universiteiten gaan in september van start met een Angelsaksische structuur.
Hermans moet de hindernissen voor deze trend wegnemen, vindt de Onderwijsraad. Dat betekent dat de overheidsvergoeding die universiteiten per student krijgen goed geregeld moet zijn. Volgens de huidige regels krijgen zij geen geld voor studenten die na drie jaar overstappen om aan een andere universiteit hun master-diploma te halen. Ook moet er duidelijkheid komen over de vraag of een student met een bachelordiploma recht houdt op studiefinanciering.