Borstplaat

| Redactie

Het is gelijmd. En het is maar goed ook dat het gelijmd is, want was het niet gelijmd, dan hadden we verkiezingen gekregen. En tijdens verkiezingen gaan mensen rare dingen doen. Althans, tijdens echte verkiezingen. Niet tijdens Europese verkiezingen. Dat is Lousewiese-woozewiese en niemand die er wat van merkt. Maar tijdens echte verkiezingen gaan de politici het land in. Dan gaan ze praatjes maken, beloftes voorhangen, aas uitwerpen en hopen dat de kiezer toehapt. En we kunnen het ze niet kwalijk nemen - ze worden ervoor betaald, dus het wordt van hen verwacht. Al ware het me liever dat ze hun programma met een krijtje op een leitje schreven. Dat geeft een iets eerlijker beeld van de duurzaamheid van de standpunten. Na de verkiezingen worden ze uitgewist en vervangen door een regeerakkoord, danwel het negatief daarvan, het oppositiestandpunt. Maar als gezegd, we kunnen het de politici niet kwalijk nemen. Hun gedrag is geïnstitutionaliseerd.

Zorgelijker is het gedrag van de sympathisanten, de fanatieke aanhang die de verkiezingskaravaan het land door sleept. Zij verwarren het moment met de eeuwigheid. O, ik weet er alles van. Mijn ouders vormden het campagneteam van het plaatselijke CDA. Op de vrije woensdagmiddag propte ik alle brievenbussen vol folders en strooibiljetten. En iedere dag fietste ik met grote omwegen terug van school, ter controle of niemand onze fraaie groene posters had overplakt. Op het hoogtepunt van de campagne, een warme voorjaarsdag, ging ik trots op mijn vaders schouders gezeten over de braderie met levensgroot op mijn borst de kop van Ruud Lubbers getatoeerd.

Het CDA is mijn CDA niet meer, Ruud Lubbers is geschiedenis, maar die tatoeage zit er nog steeds. Mijn tepels zijn Ruuds ooghoeken. Met mijn borstspier kan ik zijn wenkbrauwen optrekken. En als ik inadem krijgt Ruud opgebollen wangen. Z'n gezicht is in de loop der jaren wat vervormd, want een jongensborst groeit anders dan een mannenhoofd, maar hij is nog steeds herkenbaar. Kom ik in de sauna, dan is er altijd wel iemand die "Tuut tuut tuut, de groetjes van Ruud" roept. Maar de eerste vrouw die het na één keer onbedaarlijk lachen nog steeds leuk vindt, heb ik nog niet ontmoet. Meestal vraagt ze of ik mijn T-shirt aan wil houden, omdat ze anders het gevoel heeft dat ze in bed met iemand anders ligt.

Mijn ouders zeiden altijd dat het er wel uit zou groeien. Dat als ik eenmaal borsthaar zou krijgen, dat je er dan niets meer van zou zien. En met Ruuds gezicht als ondergrond zou die haargroei niet te stuiten zijn. Maar het pakte anders uit. Vijf lange haren werden het. Midden op Ruuds neus. Iedere ochtend in de spiegel gaapt die tronie mij aan. En dan denk ik aan de verkiezingen, en dan denk ik: had het nou gelijmd, dat had een boel ellende bespaard.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.