Mis(s)verkiezingen
'Hee fijne kerel! Ga je nog stemmen.'
'Nee man. Niet Europa. De Centrale Studentenraad!'
'De centrale watte?'
'De CSR. Hét UT-brede studentenorgaan naast het college van bestuur. Die mensen die opkomen voor onze belangen.'
'Oooh, je bedoelt die types van die vage folder. Met dat overzichtje: Standpunten op belangrijke terreinen. En dat je dat dan leest, maar dat je nauwelijks verschillen tussen de drie partijen kunt ontdekken. Behalve dat ene punt, van de KPS. Dat alle afstudeercoördinatoren op cursus moeten. Vond ik nog wel aardig.'
'Doe even serieus, er zijn best verschillen. De partijen hanteren allemaal een afwijkend gedachtegoed, gaan uit van verschillende visies, hebben een andere smaak in de mond.'
'Ho wacht. In mijn wereld blijkt een politieke visie vooral uit de standpunten die je inneemt. Niet uit de kleren die je draagt of de aardappel in je keel. Wat moet ik met een kreet als: Major-minor is goed voor de UT. Weet je wat pas een statement is: Van Vught moet weg als er ook maar één student door Major-minor aantoonbare studievertraging oploopt.'
'Maar dat soort geblaat, dat, dat, dat is niet realistisch...'
'Ja, ja rustig maar. Ik pak de lijst wel even. Kijken of er nog een beetje een babe op staat. Stem ik daar wel op.'
Te actief
Onderzoek wijst uit dat te veel activisme naast de studie chronische lusteloosheid tot gevolg kan hebben tijdens het latere maatschappelijke leven van de student. Volgens wetenschappers tonen voormalige activisten zich op middelbare leeftijd 'intens verveeld', 'metaalmoe', 'afgestompt', en 'verregaand immuun voor de uitdagingen des levens'.
De mentale en fysieke symptomen uiten zich in een ziekelijke slaapzucht, in een volstrekte lethargie. Oud-activisten komen na hun dertigste voor niets meer hun bed uit. Hebben alles al een keer gezien, hoeven niet meer zo nodig. 'Ik heb m'n kicks gehad, meneer'.
De bedlegerigheid gaat gepaard met een pathologische hang naar de studententijd waarin 'alles beter was'. De onderzoekers spreken van het Clarence Seedorf-syndroom, vernoemd naar de voetballer die op z'n dertiende reeds alle europacups had gewonnen en daardoor vroeg oud is geworden. Viel in zijn vierde europacupfinale tijdens een rush van verveling in slaap. Opent sigarenwinkel voor z'n achttiende. Dat beeld.
De activistische student maakt teveel mee, blijkt uit metingen. Al tijdens de adolescentie richt hij bedrijven op, organiseert hij meerdaagse sportevenementen, en gaat hij in hoger beroep tegen het college van bestuur. De activist voert fusiegeprekken, neemt bedrijven over, heeft personeel in dienst. Hij leidt ministers rond over de campus, laat zich ondervragen door Winnie Sorgdrager. Eens in de zoveel tijd staat hij met een diepte-interview in de universiteitskrant.
En vindt dat normaal. Volgens de onderzoekers is de rek er na het 25stelevensjaar volledig uit. Oud-activisten halen hun neus op voor evenementen kleiner dan de olympische spelen en laten zich alleen nog interviewen door Bill Clinton of Nelson Mandela. De wetenschap pleit daarom voor minder kansen en mogelijkheden tijdens de studie.