'Zonder clustering is er ook prima samen te werken'

| Redactie

Hoe je het ook wendt of keert, zo stelt CvB-voorzitter Arie van der Hek in een toelichting op het afblazen van de clusteringsoperatie, er is wat het samenvoegen faculteiten betreft 'geen optimale situatie' te bedenken. Van der Hek: 'Zonder dat de faculteiten tot grotere eenheden zijn samengevoegd, blijkt men er ook in te slagen over de facultaire grenzen heen met elkaar samenwerkingsverbanden aan

Hoe je het ook wendt of keert, zo stelt CvB-voorzitter Arie van der Hek in een toelichting op het afblazen van de clusteringsoperatie, er is wat het samenvoegen faculteiten betreft 'geen optimale situatie' te bedenken.

Van der Hek: 'Zonder dat de faculteiten tot grotere eenheden zijn samengevoegd, blijkt men er ook in te slagen over de facultaire grenzen heen met elkaar samenwerkingsverbanden aan te gaan op het gebied van onderwijs en onderzoek. Dat is essentieel voor deze instelling, want we bestaan in feite bij de gratie van die multidisciplinariteit. Samenwerkende disciplines en vakgebieden vormen de basis en de kracht van de onderzoeksinstituten. Door in te zetten op het speerpunten, maar ook op ander veelbelovend onderzoek, plus major-minor, bevorder je die samenwerkingsverbanden. Daar heb je geen clustering voor nodig, is onze overtuiging.'

Het klinkt plausibel. Maar valt de gulden niet wat laat? Het traject tot clustering was na rijp beraad immers al in gang gezet.

'Dat klopt. Toen hier een paar jaar geleden voor het eerst serieus over werd nagedacht, ik herinner me iets van het zogenaamde pentagonoverleg- was steeds het vertrekpunt dat er met minder gesprekspartners- lees decanen- sneller beslissingen kon worden genomen. De decanen vonden dat zelf ook. Minder faculteiten betekende ook minder overheadkosten, efficiency dus, en méér gezamenlijke activiteiten. In feite zijn die argumenten nog steeds valide, het punt is alleen dat we met z'n allen maar niet overtuigd kunnen raken van de inhoudelijke synergie van de operatie. We hebben steeds ingezet op de structurele en organisatorische kant van de zaak en de inhoudelijke kant te weinig accent gegeven. Dat was niet de goede benadering blijkt nu.'

Waar zat het eigenlijk op vast?

'Het knelpunt lag met name bij de beoogde fusie van EL, TN, CT en TW. Elektrotechniek kon zich daar niet in vinden. Kortgezegd: de faculteit heeft enerzijds activiteiten die naar haar idee aansluiten bij die van Informatica, maar die faculteit wenst geen hardwarematige inbreng. Anderzijds zijn er ontwikkelingen- kijk naar MESA- die recht doen aan een samengaan met TN en CT. Om een tweedeling te voorkomen blijft Elektrotechniek zelfstandig. Ik moet wel opmerken dat TN, CT of TW evenzo de trekker hadden kunnen overhalen'.

TW ook?

'Wat heet. TW is als toeleverancier van alle faculteiten een geval apart. De faculteit mag dan de grootste wiskundefaculteit van Nederland zijn, financiering op basis van de betrekkelijk geringe studentenaantallen lijkt ons niet de juiste benadering, wat dat leidt tot verkommering en dat mag niet gebeuren. Het college van bestuur heeft de faculteit nu gevraagd met een eigen strategie te komen. Dat kan verschillende kanten opgaan. Alsnog aansluiting bij een andere faculteit, of een geheel eigen koers. We hebben daar het volste vertrouwen in'.

En de rest van het veld? Een fusie tussen WMW en TO is wèl een optie?

'Ik sluit dat zeker niet uit. We denken eigenlijk dat dat wel in orde komt. Als college zouden we dat zeer kunnen waarderen, ja. Verder is T&M gevraagd binnen twee jaar met een nieuw onderzoekbeleidsplan te komen. Als de keuze mocht vallen op een clustering met Bestuurskunde- en de liefde is wederzijds- dan zullen we die zeker honoreren. Verder is T&M in gesprek met Groningen om te bezien wat de mogelijkheden zijn tot het intensiveren van de samenwerking, zonder dat ze elkaars 'licentie' (tot het opleiden van ingenieurs, c.q. doctorandusssen) hoeven te lenen. Het kan erop neerkomen dat Twentse studenten het laatste stukje van hun studie in Groningen doen, en omgekeerd. Verder heeft de nieuwe decaan van Bestuurskunde (de Jong, b.g.) toegezegd binnen drie maanden met plannnen te komen en bezint ook Werktuigbouwkunde zich op de vraag hoe haar ambities vorm te geven. Het punt is wat er met CT& M gebeurt. Onderbrengen bij WB of niet? Er zitten twee kanten aan. Als je CT&M vooral als een managementopleiding beschouwt ligt T&M als 'houder' meer voor de hand. Maar als je de hardere kant op zou willen met CT&M dan is WB een optie. Mijn persoonlijke mening is dat civiele techniek en management niet moet spiegelen met de Delftse opleiding, juist niet. De kracht van de Twentse opleiding ligt meer in de maatschappelijke inbedding van de techniek. Ik vraag me af of Delft, dat nog steeds investeert in zware techniek, zichzelf op termijn niet tegenkomt, wat dat betreft.'

Alles blijft dus niet geheel bij het oude. Het accent komt nu te liggen op de zogenaamde kanteling van de onderzoeksinstituten. Hoe staat het daarmee?

'Samenwerkende disciplines vormen de basis van het onderzoekinstituut. Het nieuwe is dat de wetenschappelijk directeuren meer bevoegdheden krijgen. Een eigen begroting en invloed op het leerstoelenplan, plus een 'say' bij benoemingen van hoogleraren geven aanzienlijk meer armslag bij het invullen van hun onderzoekprogramma, dat door het CvB wordt goedgekeurd. De commissie-Sistermans zal daar binnenkort over rapporteren'.

Opgelucht al met al nu de clustering is afgeblazen?

'Reken maar. We hebben er uitvoerig met de decanen over gesproken. Het inzicht is gegroeid dat het om iets heel ingrijpends ging zonder meerwaarde. Eindhoven is er destijds wijselijk ook niet aan begonnen en in Delft zie je dat het niet echt werkt omdat de aloude bloedgroepen gewoon blijven voortbestaan.'

Bert Groenman

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.