Een jaar werk staat er op het cd-romschijfje dat Jos de Bot (45), hoofd Salarisadministratie, in de lens van de camera duwt. 'De salarisgegevens van 4400 UT-medewerkers, gemiddeld zo'n zeshonderd gegevens per persoon. een geldstroom van 185 miljoen gulden.' De Bot zegt het met een mengeling van verbazing en trots. 'Tot voor kort ging die informatie op grote magnetische banden, paste net in een flinke gebaksdoos.'
Nog vroeger namen de verzamelde loonstroken van de UT een halve archiefkast met ordners in. We spreken dan over midden jaren tachtig, en ook toen was Jos de Bot al verantwoordelijk voor de meest gevoelige klus van de universitaire gemeenschap: het uitbetalen van loon.
'Salaris is heilig', zegt hij stuurs. Dan met een glimlachje: 'We hebben net de vakantie-uitkering gehad, en dan krijg je telefoontjes van mensen die denken dat ze te weinig hebben gekregen. Mijn collega zit in dezelfde schaal als ik, maar heeft meer vakantiegeld gehad - dat soort gedoe.'
Het was met andere woorden een extra drukke maand. Zijn vijf koppen tellende afdeling heeft doorgaans de handen vol aan alle mutaties en in- en uitdiensttredingen. Maar de zomerhectiek is niets vergeleken bij hetgeen zich tussen kerst en nieuwjaar heeft afgespeeld. Toen moest het hele salarissysteem millenniumproof worden gemaakt.
'Die software bestaat uit zo'n twee miljoen programmaregels. Op veertigduizend plekken is de eeuwaanduiding aangepast. Door derden weliswaar - we hebben het uitbesteed - maar je begrijpt hoe spannend het in januari was. Als er één 98 niet in 1998 was veranderd, had de hele UT geen salaris gekregen. En dan heb je de poppen aan het dansen.'