Muisarm sluipend gevaar

| Redactie

In Delft werden deze maand tien studenten met een muisarm gesignaleerd, in Maastricht acht. Het landelijke RSI-Centrum denkt dat er nog veel meer rondlopen. En dat hun aantal - mede dankzij de prestatiebeurs - alleen maar zal toenemen. Op een Delfts symposium over Repetitive Strain Injuries (RSI) meldden zich spontaan tien slachtoffers. De studenten industrieel productontwerpen hadden te vaak en t

In Delft werden deze maand tien studenten met een muisarm gesignaleerd, in Maastricht acht. Het landelijke RSI-Centrum denkt dat er nog veel meer rondlopen. En dat hun aantal - mede dankzij de prestatiebeurs - alleen maar zal toenemen.

Op een Delfts symposium over Repetitive Strain Injuries (RSI) meldden zich spontaan tien slachtoffers. De studenten industrieel productontwerpen hadden te vaak en te lang achter de computer gezeten. Door pijn aan pols, elleboog of schouder kunnen ze nauwelijks nog aan hun ontwerpopdrachten werken.

Johan Molenbroek, docent industrieel productontwerpen en organisator van het symposium, is niet verbaasd. 'Deze studenten zitten voor hun studie veel achter de computer. En om iets bij te verdienen, gaan ze niet bij Albert Heijn werken. Ze kruipen liever wéér achter de computer om

posters te ontwerpen voor een klant.'

Bij de niet-computerstudie cultuurwetenschappen in Maastricht, telt ook al acht slachtoffers. 'Een samenloop van omstandigheden', denkt directeur Van Wersch. Een van de slachtoffers speelt naast zijn studie veel piano, een ander heeft een computerbedrijfje.' De faculteit heeft inmiddels maatregelen getroffen: studenten met RSI mogen anderhalf keer zo lang over hun tentamen doen.

Ron Roozendaal van het RSI-Centrum denkt dat Maastricht en Delft het topje van de ijsberg vormen. 'Ons centrum bestaat drie jaar. Aanvankelijk kregen we alleen telefoontjes van informatici. Maar de laatste tijd bellen er ook steeds meer hogescholen en universiteiten om informatie op te vragen.'

Niet verwonderlijk, vindt Roozendaal. 'Het computergebruik neemt alleen maar toe. Alle werkstukken worden tegenwoordig op de computer gemaakt. En ook het denkwerk dat eraan vooraf gaat, wordt niet meer eerst op papier gezet. Bovendien moeten studenten door de prestatiebeurs onder hoge druk werken.'

Om hoeveel studenten het gaat, weet Roozendaal niet precies. 'Daar is nog geen onderzoek naar gedaan.' Hij weet wel dat het probleem onder assistenten-in-opleiding (aio's) erg groot is. 'Zo'n dertig tot veertig procent heeft er last van. Aio's werken onder grote druk. Daardoor krijg je spierspanning, wat bevorderlijk is voor RSI.'

Een aio met een muiselleboog vertelt: 'In mijn vakgroep heeft de helft van de aio's RSI-klachten, in de onderzoeksschool is het zo'n tien procent. Veel aio's zijn de hele dag met de computer in de weer. De druk om te presteren is groot. Je wilt je waarmaken, omdat de kans op een vaste baan bij de universiteit klein is.'

Hypochonders

De meeste universiteiten en hogescholen kennen geen studenten met RSI-klachten. Maar studentenarts Paul Rodenburg van de Universiteit van Amsterdam (UvA) krijgt ze 'vrijwel dagelijks' op zijn spreekuur. 'Zo gaat het altijd als er ergens veel publiciteit over is', zegt hij. 'Dat geldt ook voor herpes of chlamydia. Studenten lezen erover en denken de symptomen bij

zichzelf te herkennen.' Tussen de hypochonders treft hij echter wel degelijk de nodige echte muisarmgevallen.

De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) krijgt nog geen signalen dat RSI veel slachtoffers maakt onder de achterban. 'Maar studenten moeten natuurlijk wel erg hard werken', zegt Joost de Bruin. Hij kan zich voorstellen dat de slechte faciliteiten een handje meehelpen. 'Ik ken die tafels enstoelen. Je zit vaak veel te laag.' Maar aan de computers kan het niet liggen. 'Daar zijn er nog veel te weinig van in het hoger onderwijs.'

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.