Onderwijs zeurt niet meer

| Redactie

Minister Hermans heeft in minder dan een jaar voor elkaar wat zijn voorganger Ritzen negen jaar lang tevergeefs heeft geprobeerd: extra geld voor het hoger onderwijs. Hoe? Gunstige omstandigheden, zeggen mensen die het van dichtbij zien gebeuren, die Hermans slim heeft uitgebuit.

Analyse

'Een verschil van dag en nacht met mijn eerste maanden', zegt oud-minister Ritzen over het bewind van zijn opvolger Hermans tot nu toe. 'In termen van betrokkenheid, bevlogenheid, in termen van daadkracht ook.' Tien maanden na zijn vertrek is er nog steeds niemand die de oud-minister lof toezwaait. En dus doet hij het zelf maar. 'Mijn opvolger legt de nadruk op voortgang van het in gang gezette beleid', beweert hij in het Schooljournaal. Minzaam voegt hij eraan toe: 'En dat waardeer ik in hem.'

Ritzen slaat de plank mis, zeker als het over hoger onderwijs gaat. Maar Hermans heeft inderdaad voor een andere benadering gekozen. Hij schrijft het hoger onderwijs niet voor wat het moet doen, zoals Ritzen, maar overlegt eerst rustig met de betrokkenen. En dat werkt. 'Hermans heeft nu al meer in beweging gebracht dan Ritzen in negen jaar', zei voorzitter Meijerink van de vereniging van universiteiten VSNU een paar weken geleden.

Ook als het om geld gaat, boekt Hermans nu al resultaten waarvan Ritzen alleen maar kon dromen. Dat is verbazend, want hij moet bijna een half miljard bezuinigen op het hoger onderwijs. Zo'n 170 miljoen daarvan vloeit voort uit het regeerakkoord van Paars-II, een kleine 300 miljoen stamt nog uit het tijdperk-Ritzen.

Die bezuinigingen staan nog in de boeken. Maar nu blijkt dat Hermans het hoger onderwijs tegemoet komt met extra geld. En het gaat niet eens om kleine bedragen. Voor wetenschappelijk onderzoek komt er een bescheiden bedrag (waarschijnlijk tien miljoen gulden) bij. Ook de vijftig miljoen die het hbo er dit jaar eenmalig bij krijgt, is geen reden tot groot feest. Maar daarnaast krijgen hogescholen en universiteiten weer extra geld voor het groeiende aantal studenten dat ze trekken. Dat bedrag loopt op tot 172 miljoen in 2003.

'Een trendbreuk', reageerden de VSNU en de HBO-raad blij. Al vanaf begin jaren tachtig hebben zij te maken met de zogeheten `plafondfinanciering'. Dat houdt in dat er voor het hele hoger onderwijs een vast bedrag beschikbaar is. Schommelingen in het aantal studenten hadden wel invloed op de verdeling daarvan over de hogescholen en universiteiten, maar niet op het bedrag zelf. Omdat de studentenaantallen alleen maar stegen, nam de vergoeding per student voortdurend af.

Het hoger onderwijs klaagt al jaren over deze verkapte bezuiniging. Terecht, vond ook Ritzen eigenlijk. En dat het Hermans nu lukt er iets aan te doen, moet misschien ook wel deels op zijn conto geschreven worden. Het was immers Ritzen die er tot vervelens toe op hamerde dat de Nederlandse economie het van kennis moet hebben. Maar in het kabinet vond men hem maar een zeur, en extra geld kreeg hij met zijn breedvoerige betogen niet los. Maar Hermans heeft het tij mee. Paars-II ging met een heel wat minder streng financieel regime van start dan Paars-I. Voor universiteiten en hogescholen bevatte het regeerakkoord weliswaar nog nieuwe bezuinigingen, maar de rest van het onderwijs kreeg meer te besteden.

Hermans kreeg vervolgens van de werkgevers een duwtje in de rug. Ook bij hen was intussen het besef doorgedrongen dat er een tekort aan hoger opgeleiden dreigt. Het is niet verstandig om wel geld voor klassenverkleining in het basisonderwijs uit te trekken, zei VNO-NCW-voorzitter Blankert herhaaldelijk, maar niet voor het hoger onderwijs. Daarmee won het pleidooi dat Ritzen jarenlang vruchteloos had gehouden plotseling aan gewicht.' Op een gegeven moment gaat iedereen elkaar napraten', zo verklaart een hoge ambtenaar van het ministerie van Onderwijs de plotselinge omslag in het denken. Veel meer dan Ritzen beschikt Hermans over `politieke handigheid' om verbeterde omstandigheden uit te buiten, zegt hij. 'Niet onbelangrijk is ook dat Hermans' positie in de VVD heel wat steviger is dan die van Ritzen destijds in de PvdA. Dat speelt ook mee.'

Ook de manier waarop Hermans omgaat met de bezuinigingen uit het hoger onderwijs is goed bekeken. Meteen na zijn aantreden zie hij al dat de bezuinigingen uit het regeerakkoord een fait accompli waren. 'Die worden gewoon uitgevoerd', aldus hij. 'Daarover praten is verspillen van energie. Dan blijven we steken in het kommer-en-kwel-verhaal waarin het onderwijs al zo lang verstrikt is.'

De universiteiten en hogescholen hebben die boodschap snel begrepen. Dat `kommer-en-kwel-verhaal' heeft de afgelopen jaren tenslotte niets uitgehaald, eerder averechts gewerkt. En zolang de minister enerzijds en universiteiten en hogescholen anderzijds elkaar voortdurend in de haren zitten over van alles en nog wat, zal het hoger onderwijs er niet in slagen een plek op de politieke agenda te veroveren. 'We moeten gezamenlijk optrekken', zei Hermans een paar maanden geleden al. De universiteiten en hogescholen willen dat ook. Die strategie lijkt nu al te werken. Een zeur als Ritzen zou dat nooit gelukt zijn.

HOP

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.