Bij de beantwoording van de vraag moet eerst een flinke hindernis genomen geworden, aldus Timmerman, namelijk het extreme karakter van de discussie over luchthavens. 'Architect Rem Koolhaas ziet in de luchthaven een nieuw soort stad die de conventionele stad zal vervangen. Ex-topman van Schiphol, Hans Smits, typeert zijn luchthaven als een stad met 'grootstedelijk leven'. In de optiek van snelheidsfilosoof Paul Virilio daarentegen verschijnt de luchthaven als een 'deportatiekamp' waarin de stedelijke bevolking afgevoerd wordt.'
Om zijn vraagstelling genuanceerd te kunnen beantwoorden stelde Timmerman eerst orde op zaken in deze gepolariseerde discussie. Hij toont met het recente boek van UT-hoogleraar Hans Achterhuis, De erfenis van de utopie, aan dat het huidige discussie over luchthavens sterk onder invloed staat van het utopisch denken over snelheid en mobiliteit.
'Futuristen en modernisten verheerlijkten in de jaren '20 en '30 het vliegtuig met bevlogen ontwerpen, waarbij vliegtuigen middenin of op de stad landden. 'Alles en iedereen in beweging' was hun ideaal. De dystopische denkers, waaronder Virilio, doen nu alsof deze futuristische utopie werkelijkheid is geworden en verzetten zich daar fel tegen. Denkers die gevangen zitten in deze uitersten hebben geen oog meer voor de empirie, voor wat werkelijk het geval is.'
Voor de beantwoording van zijn vraagstelling zoekt Timmerman dan ook aansluiting bij het anti-utopisch/anti-dystopisch denken van de 'Twentse School', waarbinnen Hans Achterhuis en Petran Kockelkoren een belangrijke rol spelen. Kockelkoren spreekt over inbedding van vervoerstechnologie. Daarbij stelt hij zich de vraag wat we aan wat aanpassen, de luchtvaart aan de wereld of andersom? Maken wij van de wereld één grote landingsbaan of bedden wij het vliegtuig in in een bestaandecontext? Timmerman: 'Een eiland in zee is een duidelijk voorbeeld van hoe de omgeving rigoureus op de schop gaat om de luchtvaart ruim baan te geven. Van inbedding in een bestaande omgeving is in dat geval geen sprake. Bij het huidige Schiphol wel. Dat is ten eerste prima bereikbaar voor de omgeving, maar er gebeurt meer: Schiphol trekt stedelijke ontwikkelingen aan (Zuid-As) en begint zelf ook stedelijke trekjes te vertonen.'
In het bijzonder onderzocht Timmerman of Schiphol ook 'sociaal/culturele kwaliteit' kan bieden. In openbare ruimtes van een grote stad, waar mensen van diverse sociaal/culturele komaf elkaar observeren en kennis nemen van elkaars leefwijzen, ontstaat die kwaliteit, zo stelt hij. 'Ook op de luchthaven? Vrije en gemakkelijke toegankelijkheid voor alle soorten mensen is daarbij van groot belang. Dit is een van de knelpunten bij de Noordzeeoptie. Het eiland is alleen voor mensen met tickets toegankelijk, maar zelfs als het vliegveld wel voor iedereen toegankelijk zou zijn, dan vormt de afstand een belemmering. Mensen komen daar niet toevallig voorbij om even iets te kopen of een kijkje te nemen, zoals nu op Schiphol wel het geval is. Die natuurlijke aanloop is voor het ontstaan van sociaal/culturele kwaliteit essentieel. De luchthaven raakt op deze manier ingebed in de omgeving van Amsterdam.'
Bij de Noordzee optie valt dit alles in het water, zo stelt de WWTS-student. 'De luchthaven is dan uit een betekenisvol geheel verbannen en leidt een geïsoleerd bestaan in de Noordzee. Die optie is een gemiste kans om technologie in te bedden in onze eigen omgeving'.
Luchthaven Schiphol: ...ook toegankelijk voor dagjesmensen...
Peter Timmerman houdt zijn afstudeercolloquium vrijdag 11 juni om 16.00 uur in TW/RC A116.