Martine Kruiswijk, winnares van de Intermediair Competition of Excellence (ICE), duwt wat ballonnen opzij. 'Die hebben mijn huisgenoten opgehangen. En niet alleen hier in de woonkamer. Toen ik zondag thuiskwam, kon ik mijn slaapkamer niet meer in. Zo vol zat die.' Ze lacht en leunt ontspannen achterover tegen de rugleuning van de bank.
Kruiswijk woont al sinds augustus 1994 in huize Racervaat aan de J.W.Racerstraat, vlak bij de UT. Vanaf het moment dat ze haar ouderlijk huis in Soest verliet om een studie in Twente te volgen. Eén voor één druppelen haar huisgenoten binnen om te ontbijten. Ze werpen een nieuwsgierige blik de grote, comfortabele zithoek in. En zeggen : 'UT-nieuws? O, leuk'. Ze verdwijnen vervolgens achter de pilaar van de open haard, waar de eettafel staat.
'Ik heb net koffie en thee gezet', roept Kruiswijk ze toe. De 21-jarige winnares ziet eruit als een gewone studente. Beige broek, witte blouse, groen vest en zwarte laarsjes. Niet het type snelle babbel, carrièrejager. Maar stil en verlegen is ze ook niet. Ze praat honderd uit. Eerst over haar activiteiten naast de studie - bestuur AEGEE 1998, congrescommissie bij dezelfde vereniging en wat commissies bij Stress - daarna over de Intermediair Competition of Excellence.
'Ik deed helemaal niet serieus mee, ging niet voor de winst. Tijdens mijn studentassistentschap bij het stagebureau van TBK kwam ik het formulier van de wedstrijd op Internet tegen. In de hoop wat ervaring op te doen met assesmentcentra (vaak de laatste stap van het sollicitatietraject bij grote bedrijven, red.), heb ik het vel ingevuld', vertelt Kruiswijk.
Ze slaat haar benen over elkaar en gaat verder: 'Op 10 april mocht ik meedoen aan de halve finale. Samen met vijf andere studenten moest ik 's ochtends 'bedrijfje spelen'. De middag was vrij gehouden voor drie intelligentietesten. Alles moest snel, héél snel. De druk was erg hoog. Je had bijvoorbeeld een kwartier de tijd om een dossier van zes pagina's over een fusie door te lezen. In die tijd moest je ook nog een stappenplan opzetten, speerpunten bedenken en een presentatie voorbereiden. Daarna wachtte een praatje van tien minuten. Had je die niet af, dan werd je het hokje weer uitgezet. De clou was dat je overal te weinig tijd voor kreeg.'
Kruiswijk had niet het idee dat zij boven gemiddeld presteerde. Ook al bleek uit de feedback, direct na elke sessie, dat ze het er zeker niet slecht vanaf bracht. 'Ik was verbaasd toen de envelop met uitnodiging voor de finale op de deurmat viel.' De studente wilde in eerste instantie niet naar Amsterdam reizen voor de eindronde. 'De finale op 7 mei viel gelijk met de verjaardag van mijn moeder. Het sjieke diner bij Krasnapolsky trok mij over de streep. Daar wilde ik altijd al een keer eten. Ik heb mijn moeder gebeld en gezegd dat ik wat later zou komen.'
Intermediair nodigde veertig studenten uit voor de finale, waaronder ook Maarten Vernooij, vierdejaars TBK-student aan de UT. Het programma was even strak als de vorige keer. Wederom ontbrak voldoende tijd. De deelnemers promoveerden naar het hoger management en moesten opnieuw het fictieve bedrijf Futurion runnen. Onder het oog van management developmentspecialisten (van ABN-Amro, Akzo Nobel, DSM, KPMG, KPN, Philips, KLM, McKinsey& Company, VNU en Unilever) onderhandelden ze over de CAO van uitzendbureaus, hielden de kranten in de gaten en bewerkstelligden de overname van een ander concern. 'Futurion wilde groeien', vertelt Kruiswijk. 'Drie kandidaten dienden zich aan, maar waren niet alle drie even schoon. De één maakte zijn handen vuil aan kinderarbeid, de ander nam het ergens anders niet zo nauw mee.'
Kruiswijk moest onderhandelen en nog eens onderhandelen met drie andere studenten, het managementteam. 'En tussen door hadden we ook nog vier individuele gesprekken. Wat doe je met een werknemer die niet functioneert? Ontslaan of mee gaan praten en nog een kans geven? Waar plaats je welke persoon? Elke keer moest je weer wikken en wegen. Wat is nou het beste? En dan constant die mensen aan de kant erbij. Ik werd er eerst heel zenuwachtig van, maar later zag ik ze niet eens meer zitten.'
Kruiswijk leunt ontspannen achterover. 'Toen dacht ik dat het voorbij was, dat ik lekker kon gaan borrelen. Maar niets was minder waar. Ik zat bij de laatste drie. Onbegrijpelijk. Ik werd gelijk weggehaald om weer aan de slag te gaan, dit keer in de 'grand final'. Maarten Vernooij was vijfde.' Samen met Aloys Meinema (Amsterdam) en Rense van Dijk (Delft) mocht Kruiswijk nog ruim een uur strijden om de eerste plaats. Ze wist toen dat ze minimaal vijfduizend gulden (de derde prijs) in de wacht zou slepen. 'Die andere twee hadden een erg snelle babbel. Ik niet.' Ze lacht. 'Maar dat bleek niet nodig. Na 'raad van bestuur spelen', en een aandeelhouders vergadering, werd het spannend. Bert Bakker las de einduitslag voor. Eerst beschreef hij de derde persoon. Een hij. Toen de tweede, weer een hij. Dat kan niet, dacht ik, want dat betekende dat ik de winnaar was.'
'Wat er de rest van de avond is gebeurd is? Geen idee. Ik leefde in een roes. Ik heb aan tafel gezeten bij hoge pieten van de deelnemende bedrijven. Vraag me niet wat ik gegeten heb.'
Maar wat nu? 'Gewoon doen wat ik van plan was: stage lopen in Polen. Daarna afstuderen en tussendoor een leuke summercourse uitzoeken.' Ze haalt haar schouders op. Volgens het juryrapport bleef de studente heel rustig, formuleerde ze helder en was ze erg nuchter. Dat is ze nu ook. Geen sterallures voor haar.
Maar opent de prijs geen deuren? 'Dat vroeg de journalist van Intermediair Starters ook al. Nou, ik heb nog geen bedrijven aan de telefoon gehad.' Weer verschijnt er een brede lach op haar gezicht. 'Maar ik hoop dat mensen nu geen te hoge verwachtingen van mij hebben. Ik blijf gewoon Martine. Daarnaast heeft elk bedrijf zijn eigen selectiecriteria. Ik word niet per definitie overal aangenomen. Gelukkig maar.'
Martine Kruiswijk