Afgelopen zondag vierden de supporters van FC Feyenoord nogal uitbundig het landskampioenschap van hun club. Jongeren richtten op grote schaal vernielingen aan in het centrum van Rotterdam en plunderden winkels. Politieagenten - met platte pet - voelden zich zo bedreigt dat ze gericht op voetbalsupporters schoten. Shirley Nieuwkamp, onderzoekster bij het Internationaal Politie Instituut Twente (IPIT, faculteit Bestuurskunde), rondde onlangs een literatuurstudie over de oorzaken van ordeverstoringen af.
Zijn er aanwijsbare groepen verantwoordelijk voor de plunderingen en vernielingen in Rotterdam?
'Nee, zo simpel ligt dat niet. Het is bijvoorbeeld een misverstand dat alleen maar randgroepjongeren rellen veroorzaken. Voetbalsupporters uit de hogere sociale klassen doen net zo goed mee. En ook lang niet alle vandalen zijn werkeloos. Wel kun je zeggen dat eigenlijk alleen mannen tussen de vijftien en vijfentwintig met stenen gooien, ruiten vernielen, de politie bedreigen of winkels plunderen. Vrouwen doen zelden mee. Bovendien hebben de meeste relschoppers problemen met gezagsverhoudingen - vooral op school en in hun gezinssituatie.'
Problemen met gezagsverhoudingen? Een politie uniform werkt dan als een rode lap op een stier?
'Tijdens een confrontatie met de politie wordt de agressie inderdaad alleen maar groter. Maar de groepsdruk speelt ook een belangrijke rol. Jongeren steken elkaar aan. En ze willen niet voor elkaar onderdoen. De grootste durfal oogst het meeste aanzien.'
Maar waarom werkt de sociale druk niet andersom? Waarom zeggen omstanders niet: ho, ho, dit kan niet?
'Vaak is het zo dat voetbalsupporters elkaar in een soort overwinningsroes opjagen. Wij kunnen de hele wereld aan! En: Wij tegen zij. Aan dat soort gevoelens moet je denken. Jongeren worden daar baldadig van. En die energie slaat heel snel over op anderen. Besmetten noemen ze dat in de vakliteratuur.'
Zijn er ook diepere oorzaken voor dergelijke geweldsuitbarstingen aan te wijzen?
'Nee, bij voetbalrellen meestal niet. Aan rassenrellen daarentegen liggen doorgaans al langer aanwezige gevoelens van haat en woede ten grondslag. Toen politieagenten in Miami een zwarte man onnodig sloegen dachten de kleurlingen: zie je wel, ze hebben echt wat tegen ons.'