Gouden regen, blauwe, groene en ook rode spetters tekenen zaterdagavond de donkere lucht. Het vuurwerk om half twaalf geeft de Twentse campus een sprookjesachtig uiterlijk. Gespannen kijken duizenden koppen omhoog, wachtend op een nieuwe vuurfontein.
Hoeveel het kost? Voorzitter van de organisatie Casper Plat heeft geen idee. 'Het vuurwerk is volledig gesponsord.' Ordina, Postbank en UT zullen het vuurwerk wel gefinancierd hebben, want hun logo's lichten fel op na de show. Ook 'Lief zijn', de kreet van Tonny Buitink, mede-organisator van het feest, staat er tussen.
De schoonmakers van Ablis-Eijssink herkennen de volgende ochtend 'hun' Vrijhof en Bastille niet meer terug. 'Alles was pikzwart', vertelt Erik Nijhof. Hij geeft leiding aan de schoonmakers in de Bastille. 'Het glas knarste onder mijn schoenen, ik verdween tot mijn enkels in een plas van bier, sigarettenpeuken, modder en scherven.'
Nijhof draagt oude kleren, een versleten spijkerbroek en werkmansschoenen. Zijn collega's zijn gehuld in blauwe tuinbroeken met daaronder groene plastic kaplaarzen. 'We zijn om acht uur begonnen, en hebben toen de laatste feestvierders afgelost. Die waren nog aan het dansen in de Vestingbar, de enige plek op de campus waar nog drank te krijgen was.' Nijhof's collega: 'Ze hebben zich dit jaar rustig gehouden. Er zijn alleen wat zeepbakjes uit de toiletruimtes verdwenen. Meer niet. Nog even de buitenboel aanvegen en de Bastille ziet er weer pico bello uit.'
Nijhof geeft zijn bezem een harde zwieper. Plastic bekertjes vliegen met een knisperend geluid over de straatstenen. 'Alleen met het afval van de Vestingbar konden we al vijf rookcontainers vullen. En die troep komt allemaal van de grond. Kan je nagaan hoeveel er lag.'
Eén van Nijhof's vrouwelijke collega's veegt haar arm langs haar voorhoofd en staart voor zich uit. Een kreet van vermoeidheid klinkt. 'Zo de wc's zijn schoon. Effe, een sigaretje roken. Sommige toiletten waren zo ontzettend smerig. Vol met kots, besmeurd pleepapier en andere viezigheid. De meesten waren verstopt. Soms zo erg, dat we er iemand bij moesten halen. Maar, ja, dat hoort bij een feest, hè. Zeker bij zoiets groots als het Batavierenfeest. En eigenlijk is het elk jaar hetzelfde. Op een gegeven moment wen je eraan, en kijk je er niet meer raar van op.'
De stemming in de feesttent naast de Bastille zit er zaterdag goed in. Vooral wanneer de bekende Batavierenband 'Bartenders Reunion' het podium beklimt. Wanneer de band Unchain my hart van Joe Cocker de ruimte inbaast, gaan minstens tweeduizend handen de lucht in en beweegt het publiek massaal van links naar rechts.
Aan drank geen gebrek. De hele rechterkant van de tent wordt in beslag genomen door witte tafels met diverse biertaps. Daarnaast verkopen al te jonge meisjes in minirokjes en korte hotpaints met sexy topjes kleine flesjes met alcoholische versnapering.
De volgende morgen kijkt Casper toe hoe zijn mannen de tent opruimen. Studenten met grote bladblazers op hun rug drijven het plastic op één grote hoop en scheppen het gevaarte met sneeuwschuivers grote vuilniszakken in. 'We zijn om vijf uur vanmiddag klaar. Met z'n twintigen doen we de buitenboel. Binnen wordt schoongemaakt door Ablis-Eijssink. We hebben een heelsuperstrak schema. Dat moet ook, anders blijft het een zooi.'
Portier Ebo heeft voor de eerste keer in zijn loopbaan dienst in de Vrijhof. In de Agorazaal, treedt zaterdag een bekende DJ uit de Amsterdamse Roxy op. Samen met vier dansers maakt hij er één grote houseparty van. De gespierde lichamen bewegen vloeiend op de dreunende ziek.
De volgende morgen. Ebo loopt richting Theatercafé en taxeert de ravage. 'Er liggen hier ruim vijfhonderd gebroken glazen op de grond. Ik begrijp niet waarom ze in de Vrijhof glas gebruikten en geen plastic bekertjes. Dat is toch veel safer. De schade lijkt mee te vallen, op één heren wc na. 'De tegels zijn van de muur afgebroken, en de toiletpotten zijn aan diggelen. Onvoorstelbaar.'
Buiten loopt de campuswacht. Gazellefiets stevig aan de hand. Casper Plat knikt hem vriendelijk goedendag. 'Zo, dat doen jullie snel,' roept de bewaker. 'Vanochtend was het nog één grote chaos.' Of hij vannacht gewerkt heeft? 'Nee, ik heb het om half acht overgenomen van een collega, maar ik weet wel wat er gebeurd is. Weinig. Eén akkefietje. Een stel van die gasten hebben een DJ van de Fügeldisco met volle glazen bier bekogeld. Drie glazen waren raak. Die jongen was bang, en wilde niet meer verder draaien. Maar hij moest doorgaan van het barpersoneel. Toen de beveiligingsdienst erbij kwam, was het binnen vijf minuten weer rustig.'