Stakingsbereidheid van UT-personeel blijkt vandaag

| Redactie

Academici staken niet. Hooguit ruimen wetenschappers hun pauze in om zich over een nieuwe bestuursstructuur of nieuw personeelsbeleid te laten informeren. Maar met de universitaire verzakelijking worden ook de CAO-onderhandelingen harder. Vandaag organiseren de vakbonden een informatieve bijeenkomst in de Vrijhof. Op 20 mei komt er een landelijke actiedag. 'Want goed werk kost geld.'

De salariseis van de Abvakabo, CFO, AC/AFZ en CMHF lijkt billijk: een CAO voor twaalf maanden, 3,5 procent loonsverhoging vanaf 1 januari, 0,75 procent eindejaarsuitkering, minder tijdelijke contracten en aio's zonder korting in schaal tien.

Het tegenbod van de werkgevers ligt daar na weken onderhandelen niet eens zo ver vanaf. De Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) - die sinds dit jaar als werkgeversorganisatie optreedt - biedt 3 procent meer salaris en een 'dertiende maand' van 0,5 procent. Alleen gaat de CAO wat de VSNU betreft pas op 1 oktober 1999 in. Met als gevolg, zo stellen de bonden, dat de salarisstijging dit jaar niet boven de inflatie uitkomt.

Het CAO-conflict draait volgens de vakcentrales dus in eerste instantie om geld. Maar intussen voelen wetenschappers de pijn niet zozeer in hun portemonnee, maar in hun academische hart. De VSNU wil de ambtelijke status afschaffen en eist dat medewerkers hun auteursrechten afstaan aan de universiteit waar ze voor werken.

'Daarmee verkwansel je de academische vrijheid en verantwoordelijkheid wel heel erg gemakkelijk', oordeelt een 'gekwetste' Dick Ruiter, hoogleraar staats- en bestuursrecht van BSK. 'Ik ben jarenlang ambtenaar geweest. Misschien moet dat in deze tijden wel anders. Maar mag dat dan met een overgangsregeling? En niet met één pennenstreek.'

Ruiter vindt dat hij een publieke functie bekleedt. Met de daarbij behorende garanties, verantwoordelijkheden en omgangsvormen. 'Ik doe onafhankelijk onderzoek, zonder winstbejag. Ik geef onderwijs in opdracht van de staat. Vroeger had je al helemaal het gevoel dat je het algemeen belang diende. Maar ik werk nog steeds niet voor mijn salaris. Dat komt toch wel.'

Arie van der Hek zit in de commissie die VSNU-onderhandelaar Theo Peperkamp ondersteunt. De collegevoorzitter vindt het afschaffen van de ambtelijke status vanzelfsprekend. 'We hebben hier in Nederland rijks-, provinciale, en gemeentelijke overheden. De universiteiten maken daar geen deel van uit. Wij werken in opdracht van het Rijk én in opdracht van derden. De formele rechtspositie die daarbij hoort is geen ambtelijke.'

De overstap naar het Burgerlijk Wetboek betekent geen verslechtering, denkt Van der Hek. 'Dat is het eeuwige misverstand, dat ambtenaren beter af zijn dan andere werknemers. Maar de wet biedt genoeg bescherming. Bovendien kun je alles netjes in de CAO regelen.'

Voor een verslechtering van arbeidsvoorwaarden zijn de meeste academici ook niet zo bang. Ruiter: 'We hebben een degelijke ambtenarenrechtspraak met een Centrale Raad van Beroep en heel veel jurisprudentie. Maar privaatrechtelijk is alles ook goed geregeld. Dat zal niet zoveel uitmaken. Het gaat mij er om dat universiteiten omwille van een marktideologische hype allerlei rare sprongen maken - zonder dat ze dat goed kunnen uitleggen. Als je ze naar het waarom vraagt komen ze met veel te simpele argumenten uit deductieve economische schoolboekjes.'

Kwestie

En dan is er nog de kwestie auteursrechten. De VSNU wil in de CAO vastleggen dat alle medewerkers de copyrights overdragen aan hun universiteit. Niet alleen van wetenschappelijke publicaties, maar van álle artikelen, columns, gedichten en boeken die binnen én buiten werktijd geschreven worden. Bovendien moeten onderzoekers aan hun universiteit doorgeven wat ze schrijven. Een ambtenaar beslist vervolgens - met het auteursrechtenbeleid van het college van bestuur in de hand - of dat publicabel is.

'Een bedreiging van de vrije wetenschapsuitoefening', schreef de Delftse docent mr. ir. A. Rijlaarsdam in NRC Handelsblad van 3 april. 'Men hoeft geen Cassandra te zijn om te voorspellen dat we sommige kritische publicaties over enkele jaren niet meer of niet ongewijzigd mogen publiceren. De geschiedenis leert dat vrijheidsbeperkingen sluipenderwijs worden ingevoerd. Het auteursrechtenbeleid zal beargumenteerd worden met formuleringen als 'schadelijk voor het universitaire belang' (ter maskering van de invloed van derde geldstroom opdrachtgevers) en 'de kans op aanzienlijke schadeclaims is niet uit te sluiten'.

Jan Willen Vos, woordvoerder van de VSNU, ziet het allemaal wat simpeler. 'In essentie doet een wetenschapper onderzoek voor zijn werkgever, die betaalt hem daarvoor. Dus de verworven kennis is eigendom van de universiteit. Als een medewerker een artikel schrijft over zijn bevindingen, komen de auteursrechten toe aan dezelfde universiteit. De discussie over academische vrijheid staat daar los van.'

Nu komt het volgens Vos zelfs voor dat docenten of professoren die hun onderzoek gebruiken voor onderwijs, de eigen universiteit auteursrechten in rekening brengen. 'Of dat wel of niet gebeurt, hangt af van de welwillendheid van de hoogleraar of onderzoeker. De VSNU wil dat gewoon duidelijk regelen.'

En om die duidelijkheid niet in gevaar te brengen moeten álle auteursrechten onder de regeling vallen. Vos: 'De grens tussen werk en privé is moeilijk vast te stellen. Als je letterkundige bent en je schrijft gedichten, dan valt dat waarschijnlijk onder werk. De universiteiten moet dat per geval bekijken.'

Een gedicht als creatieve expressie van een vrije geest of slechts een eenvoudig product van een loonslaaf, De onderwijsbonden laten de onderhandelingen er waarschijnlijk niet op vast lopen, die gaan vóór de inkomensverbetering.

Tijdens de informatieve bijeenkomst - vandaag om half één in de Vrijhof - zal blijken of academici bereid zijn daarvoor actie te voeren.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.