Universiteiten gaan steeds meer de markt op. Maar dat doen zij niet voor het geld. Dat zeggen ze althans zelf, zo blijkt uit een deze week gepresenteerde enquête van adviesbureau Science Alliance. Dat bureau ondervroeg 187 bestuurders in het hoger onderwijs. Slechts een kwart van hen noemt geld als belangrijkste reden om de markt op te gaan. De rest doet het meer om inhoudelijke redenen, zoals `meerwaarde uit de praktijk'.
Commerciële bedrijven denken desondanks veel geld mis te lopen vanwege de concurrentie die zij van universiteiten ondervinden. En dat ergert hen. Volgens hen werken universiteiten vaak onder de prijs, omdat zij overheidsgeld inzetten voor marktactiviteiten en geen belasting over hun winsten (vennootschapsbelasting) hoeven te betalen. Het kabinet is het eens met deze kritiek. Daarom werkt het aan regels die commerciële activiteiten van
overheidsorganisaties aan banden leggen. Maar de universiteiten zijn tot nog toe buiten schot gebleven. Om te voorkomen dat het kabinet hen alsnog regels oplegt, willen zij dat nu zelf doen, door middel van een gedragscode voor marktactiviteiten.
Volgens een eerste aanzet voor zo'n gedragscode - twee weken geleden besproken door de vereniging van universiteiten VSNU - gaan universiteiten voortaan vennootschapsbelasting betalen. Daarvoor moeten zij hun marktactiviteiten eerst onderbrengen in een aparte stichting of BV.
Vennootschapsbelasting hoeft de universiteiten niet meteen tientallen miljoenen te kosten. Want de gedragscode moet slechts gelden voor een klein deel van het geld dat zij buiten de deur verdienen. Alleen als het gaat om onderzoek en onderwijs dat ook door commerciële bedrijven geleverd had
kunnen worden, is de gedragscode van toepassing.
Hoe groot de omzet is die universiteiten op dat deel van de markt maken is niet eenvoudig vast te stellen, laat staan hoeveel winst zij daarbij boeken. Volgens de enquête van Science Alliance denkt zeker de helft van de hoger- onderwijsbestuurders dat zij met hun marktactiviteiten
concurreren met commerciële bedrijven.