In de minor-toptien staat psychologie bovenaan. Maar liefst 60 procent van de TCW'ers en 43 procent van de TO'ers zou zich voor dit bijvakprogramma inschrijven als ze nu moesten kiezen. Maar ook de belangstelling uit de technische hoek is groot. Van de EL'ers en WB'ers kiest meer dan 20 procent voor psychologie.
'Duurzame ontwikkeling in mondiaal perspectief' behaalt een tweede plaats, maar daar zit dan ook een buitenlandse stage in. Op drie komt biomedische technologie gevolgd door achtereenvolgens bedrijfskunde en bestuurspraktijk.
Ook de minors management van technologie en samenleving, sportfysica, luchtvaarttechniek, Europese studies, alsmede ondernemerschap scoren goed. Voor supergeleiding en mechatronica is geen belangstelling. De betrokken opleidingen gaan die bijvakken dan ook niet aanbieden.
Bij de keuze voor een minor laten studenten zich vooral leiden door de inhoud. Die moet aanspreken en de persoonlijke ontwikkeling bevorderen. Of de bijvakken aansluiten op het vakgebied en de kans op een baan vergroten, vinden de tweede- en derdejaars veel minder belangrijk.
Waarom de meeste BSK-, TO- en TCW-studenten voor verdieping binnen maatschappijwetenschappen in plaats van verbreding buiten hun vakgebied kiezen, is niet onderzocht. Marije Vermeulen, van het Onderwijskundig Centrum, denkt dat gammastudenten ervan uitgaan dat een technische minor te moeilijk is. 'De komende tijd moet de UT duidelijk uitleggen dat de bètavakken aansluiten op het niveau en de belangstelling van TO-, BSK- en TCW-studenten.'
Onder andere op basis van de belangstellingspeiling heeft de Centrale Commissie Onderwijs 26 minors vastgesteld. Binnenkort bespreken CSR en COR de voorstellen. Daarna hebben de faculteiten nog ruim een jaar om de bijvakprogramma's op te stellen.