Ondernemingsraad zet grote vraagtekens bij 'clustering'

| Redactie

Het college van bestuur wil de faculteiten clusteren. Decanen en instituutsdirecteuren praten al een aantal maanden met het CvB over de reorganisatie. Maar pas sinds twee weken zijn de centrale medezeggenschapsraden officieel op de hoogte gesteld. 'Achterkamertjesgedoe', vindt Dick Meijer. De voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad is bovendien 'uiterst kritisch' over de voorgenomen samenvoeging. En hij is niet de enige. Zowel het CvB als de CO willen een adviesbureau betrekken bij de voorgenomen clustering.

Ook het managementteam en de ondernemingsraad van de faculteit Elektrotechniek voelen niets voor clustering. 'Wij blijven liever zelfstandig', vertelt OR-voorzitter Maarten Korsten. 'Maar als het college van bestuur toch besluit dat er gereorganiseerd moet worden, dan willen we om inhoudelijke redenen liever fuseren met de faculteit Informatica. En niet met TN, CT en TW, zoals het CvB nu wil. Het onderwijs en onderzoek van EL heeft namelijk veel meer overeenkomsten met dat van INF.'

'Immers', redeneert Korsten. 'Wij bouwen de hardware waar informatici mee werken. De raakvlakken zijn veel groter. Bovendien werken we op een aantal gebieden al intensief samen met leerstoelgroepen van die faculteit.'

'Dat moet ook vooral zo blijven', vindt INF-decaan Peter Apers. 'Maar door een fusie met Elektrotechniek zou Informatica een hele bepaalde technische signatuur krijgen.' En dat wil Apers liever niet. 'De toekomst van onze faculteit ligt veel meer in de ontwikkeling van toepassingen. Niet zozeer in het ontwerpen en produceren van nieuwe hardware. Het Telematicainstituut, hier naast de deur, richt zich bijvoorbeeld vooral op het gebruik van ITC in bedrijfsprocessen.'

De faculteit Informatica blijft daarom liever zelfstandig. 'Dan kunnen we makkelijker met verschillende disciplines samenwerken', denkt Apert. 'Natuurlijk is Elektrotechniek een belangrijke partner. Maar van TO, BSK en T&M verwachten we ook veel.'

Apers is een van de weinige decanen die ronduit zijn mening geeft. EL-decaan Wallinga vindt het proces te delicaat en houdt zijn mening liever voor zich zolang hij met het CvB 'in gesprek' is. Greve, baas van TN, wil alleen in algemene termen iets over de clustering kwijt: 'Omdat de wetenschap steeds multidisciplinairder gaat werken is schaalvergroting - mits goed uitgevoerd - wenselijk. Maar hoe groot een cluster moet worden en of TN wel met EL, TW en CT moet fuseren, daarover wil ik nu nog geen mededelingen doen. Dan zou ik het College van Bestuur het gras misschien voor de voeten wegmaaien.'

Ook lang niet alle facultaire ondernemingsraden weten precies wat er aan de hand is. De meeste decanen overleggen regelmatig met hun OR, ook over de clustering, maar meestal zijn het vrijblijvende gesprekken over plannen, ideeën en concepten.

Althans, de bestuurders doen alsof de plannen nog in zeer premature fase verkeren. Terwijl ze intussen wel concrete nota's naar het college van bestuur sturen. Zo zetten de decanen van BSK, T&M, TO en WMW begin maart een handtekening onder een voorstel aan het CvB om de vier niet-technische faculteiten samen te voegen tot één grote.

'Daar wist ik niets van', zegt Sjoerd de Vries, OR-voorzitter bij TO. 'We worden door onze decaan regelmatig bijgepraat, en we wisten dat dit idee leefde. Maar dat er al een concreet voorstel bij het college lag, dat is ons nooit meegedeeld.' Ook de ondernemingsraden van WMW, T&M en BSK sprakenover alle mogelijke opties maar wisten niets van het voorstel. Net zoals de raden ook niet weten dat het CvB de verregaande clusterplannen van de vier decanen alweer heeft afgewezen.

Gedeeltelijk wordt deze onwetendheid direct veroorzaakt door de nieuwe wet MUB. Decanen en colleges hoeven niet ieder voorstel aan hun studenten- of ondernemingsraad voor te leggen. Pas als een nota de status van een voorgenomen besluit heeft, komt de inspraak officieel in beeld.

Maar COR-voorzitter Dick Meijer vindt dat je de medezeggenschap niet erg serieus neemt wanneer je plannen pas als ze helemaal af zijn aan de raden voorlegt. 'Dat achterkamertjesgedoe zijn wij zo langzamerhand meer dan zat. Wij kunnen ook waardevolle inzichten over de clustering toevoegen en misschien zelfs wel een goede invloed op medewerkers en decanen uitoefenen.' Zijn raad, zo vertelt hij, is voornemens een extern bureau in te schakelen om de clustering op zijn merites te bekijken. Dat zal de UT ongeveer veertig mille gaan kosten. Vooral de personele problematiek achter de clustering, is een bron van zorg. Het CvB, zo wordt in die kringen bevestigd, wil op zijn beurt een eigen bureau in de arm nemen, daarmee de onderlinge tegenstellingen accentuerend.

De COR en de CSR krijgen overigens nog ruimschoots de gelegenheid om het College van Bestuur kritisch te bevragen. In mei en juni gaan de organen het voorgenomen besluit over het clusteren van faculteiten bespreken. Meijer ziet nu al enkele grote bezwaren. 'Ik vraag mij bijvoorbeeld af of de faculteit Technische Wetenschappen wel overzichtelijk georganiseerd kan worden. Want waar blijft de samenhang als je te maken hebt met meer dan dertig leerstoelen. Medewerkers verzuipen in dat grote geheel. Met als gevolg dat ze alleen nog maar betrokken zijn bij hun eigen onderzoeksgroep. Voor opleidingen kan dat een groot nadeel zijn.'

'En waarom moet er überhaupt geclusterd worden?,' vraagt Meijer zich hardop af. 'Alleen vanwege het gemak van het college? Omdat de leden dan met vijf in plaats van tien decanen kunnen vergaderen? Dat lijkt mij onvoldoende reden om met de reorganisatie in te stemmen.'

Sijas Akkerman

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.