Clustering faculteiten

| Redactie

Als het aan het college van bestuur ligt, komen er op de UT vijf in plaats van tien faculteiten. De voorlopige opties zijn: - De faculteit Construerende Wetenschappen: Werktuigbouwkunde en Civiele Techniek; - De faculteit Technische Wetenschappen: Chemische Technologie, Elektrotechniek, Technische Natuurkunde en Toegepaste Wiskunde; - De faculteit Informatiewetenschappen: Informatica; - De faculte

Als het aan het college van bestuur ligt, komen er op de UT vijf in plaats van tien faculteiten. De voorlopige opties zijn:

- De faculteit Construerende Wetenschappen: Werktuigbouwkunde en Civiele Techniek;

- De faculteit Technische Wetenschappen: Chemische Technologie, Elektrotechniek, Technische Natuurkunde en Toegepaste Wiskunde;

- De faculteit Informatiewetenschappen: Informatica;

- De faculteit Sociale Wetenschappen: Technologie & Management en Bestuurskunde;

- De faculteit Gedragswetenschappen: Toegepaste Onderwijskunde en Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen

In mei en juni buigen CSR en COR zich over de reorganisatie. Als alles volgens plan verloopt, benoemt het CvB op 1 juli clusterdecanen. Zij krijgen tot januari 2002 de tijd om het fusieproces af te ronden.

Kantelen instituten

Faculteiten worden geclusterd, instituten gekanteld. De UT kent tot nu toe vier speerpuntinstituten:

- MESA (Micro Electronics, Materials Engineering, Sensors en Actuators), gefuseerd met CMO (Centrum voor Materialenonderzoek);

- BMTI (Biomedisch Technologisch Instituut);

- CTIT (Centrum voor Telematica en Informatietechnologie);

- PIT (Procestechnologisch Instituut).

- Over de vorming van één of twee niet-technische speerpuntinstituten wordt gepraat.

Met de kantelingsoperatie haalt het college van bestuur de eindverantwoordelijkheid voor de speerpuntinstituten naar zich toe. De onderzoeksinstellingen krijgen een bestuur dat functioneert als een Raad van Commissarissen (met daarin de decanen van de betrokken opleidingen) en een wetenschappelijk directeur voor de dagelijkse leiding.

De directeur stelt de instituutsbegroting op. Het CvB stelt de begroting vast. De directeur stelt het wetenschappelijk programma van het instituut op, het bestuur stelt het vast en het college keurt het programma goed.

In juni vindt de inspraakronde plaats. De reorganisatie moet in januari 2000 zijn afgerond.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.