Carel Vaneker (43) loopt wat onwennig op en neer door zijn pas ingerichte kantoortje. De ruimte ziet er tiptop uit: zeefdrukken aan de muur, plant in de hoek, een keurig opgeruimd bureau met onder de lamp een dichtbedrukte stapel A4-tjes, links ernaast een gele markeerstift. Hier werkt zich iemand in.
Vaneker is inderdaad nieuw op de UT. Begin februari trad hij in dienst als studiebegeleider van de faculteit Informatica. Op het bordje naast zijn deur staat 'studieadviseur' - maar dat klopt niet, zegt hij met klem. 'Ik ben geen informaticus. Voor advies over vakken, tentamens en stages moeten studenten niet bij mij zijn. Daarvoor kunnen ze terecht bij de mentoren en de adviseurs. Ik ben de specialist voor meer persoonlijke zaken, zeg maar de ontwikkeling van de student in relatie tot zijn studie.'
Hulpverlener dus voor types bij wie die ontwikkeling stokt - uiterst trage studenten bijvoorbeeld, vastlopers, tentamengangers met faalangst. 'Maar', benadrukt Vaneker, 'ik krijg ook mensen die teveel tijd overhouden en niet goed weten wat ermee te doen'. Bij hem kunnen ze allemaal hun verhaal kwijt. Hij denkt met ze mee, helpt ze of verwijst ze door.
Beschroomd of terughoudend hoeven Vanekers cliënten niet te zijn - de man is wat gewend. Hij was zes jaar leraar wis- en natuurkunde, studeerde bovendien orthopedagogiek - Grieks voor 'speciale opvoedkunde' - en zat veertien jaar in het welzijnswerk. Alcoholisten, moeilijk opvoedbare kinderen, en vooral veel kansarme jeugd. Vaneker: 'Zeer ernstige dingen gezien. Wat kan er veel misgaan in een mensenleven. Altijd met veel betrokkenheid gedaan, maar vorig jaar liep het emmertje met ellende ineens over. Ik dacht: tijd voor iets anders.'
En dus ruilde Vaneker de kansarme jeugd voor de kansrijke. 'Zo zie ik dat wel een beetje, ja', zegt hij. 'Maar natuurlijk neem ik ook hun problemen volledig serieus.'