Al ruim een week voert de NAVO luchtaanvallen uit op Servische doelen om de Joegoslavische president Milosevic op te knieën te dwingen. Dag en nacht ontploffen er tonnen explosieven in Servië en de naburige republiek Montenegro. Maar wat doe je als je gebukt gaat onder die aanvallen van de meest geavanceerde bommenwerpers, richtsystemen en kruisraketten ter wereld?
Jeta (19) is studente in Pristina en ze is bang. Niet zo zeer voor de bommen, als wel voor de Servische reactie daarop. 'We zitten 24 uur per dag binnen,' vertelt ze. 'We kunnen niet bellen, alleen maar gebeld worden. Ik heb mijn vrienden al dagenlang niet gezien of gesproken, en weet niet hoe het met ze is. Ik weet alleen dat mijn buren nog leven.' Op die dag dringt het tot de westerse media door dat Servische eenheden grootschalig en systematisch razzia's uitvoeren in Pristina.
In Belgrado, de hoofdstad van Servië, is de situatie geheel anders. Boki (26), student aan de Universiteit van Belgrado, is van Servische afkomst en heeft een nuchtere kijk op de zaak. 'Angst overheerst hier. Maar mensen reageren erg verschillend op de bombardementen. Sommige buren rennen meteen naar de schuilkelders zodra ze het luchtalarm horen, maar de avond van de eerste aanval was er hier in mijn flat nog een feest'. Zelf is Boki nog niet in de schuilkelders geweest; hij woont dicht bij het centrum, waar niet gebombardeerd wordt. De universiteit is gesloten, het uitgaansleven is dood. Daarom zit hij meestal zit hij thuis en houdt via Internet contact met zijn vrienden in Servië en in de rest van Europa.
Vóór de NAVO-interventie heeft hij geen goed woord over. 'Het heeft alleen maar gezorgd voor een escalatie van de situatie. Milosevic heeft hier nu meer steun dan ooit, de democratische beweging is vernietigd, en hij kan met de Albanezen ongestoord zijn gang gaan. En dat had de NAVO op haar vingers na kunnen tellen.' Waar Boki en zijn familie momenteel het bangste voor zijn is een totale mobilisatie. 'Dan worden we voor gesteld voor een vreselijk dilemma: of melden en Albanezen gaan vermoorden, of vervolgd worden wegens weigering.'
Jeta heeft andere zorgen. Met de toenemende wreedheden in Kosovo wordt vluchten naar het zuidelijke buurland Macedonië een steeds aantrekkelijker alternatief. 'Pristina loopt leeg, maar wij twijfelen nog en we weten niet hoe en wanneer vluchten het veiligste is. Ik voel me soms net Shakespeare: 'To go or not to go'.' Dit is wat beide studenten bindt: humor. 'Wat moet je anders?' verzucht Boki. 'Blijven lachen is de beste manier om niet gek te worden.'
(deze UT-student bracht vlak voor het uitbreken van de oorlog, als vertegenwoordiger van AEGEE, een bezoek aan Kosovo om contacten te leggen met studenten. Deze week had hij daarmee telefonisch contact).