ICT-DINER

| Redactie

Nederland stelt als ICT-land internationaal nog weinig voor. Om daar verandering in te brengen spraken de topmanagers van IBM, Microsoft, Lucent, KPN, Philips, Getronics, CMG, Ericsson, Arthur D. Little en de rector van de UT onder het genot van een hapje en een drankje over de toekomst van de informatie-en communicatietechnologie in Nederland. NOVA registreerde het diner dat afgelopen dinsdagavond in het hoofdkantoor van Lucent Technologies in Hilversum plaatsvond.

Grote bedrijven bezorgd over kansen die BV Nederland mist

De bv Nederland mist kansen op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie. En omdat ICT cruciaal is voor de economische ontwikkeling van ons land zou dat na het jaar 2000 wel eens rampzalige gevolgen kunnen hebben. Daarom spraken elf topmanagers uit de automatiseringswereld en rector Van Vught van 'dé ICT-universiteit van Nederland' dinsdagavond met elkaar over de dynamiek van kleine bedrijfjes, de typemachinegeneratie en het tekort aan brainpower. De hoogtepunten uit een debat dat drie uur lang een beetje bleef zweven.

Topmanagers schikken onrustig hun servetten, camera's draaien, de geluidsman schuift z'n knoppen en de boomlange NOVA-regisseur gebaart dat de dames van de catering het voorgerecht op mogen dienen.

Het door de UT geïnitieerde debat over de toekomst van de informatie-en communicatietechnologie in Nederland begint voorzichtig. Alsof de twaalf heren moeten wennen aan het felle televisielicht en de snel zwenkende tv-camera's.

En dat terwijl de problemen waar Nederland mee te kampen heeft volgens L.M. van der Mandele, voorzitter van het internationale adviesbureau Arthur D. Little, toch aanzienlijk zijn. 'In 1999 staan er in de VS maar liefst zeven ICT-bedrijven in de top-vijftien van beursgenoteerde ondernemingen. Europa telt er zes. In Nederland zijn het er slechts twee of drie. En daarmee dreigt ons land de boot te missen.'

De disgenoten begroeten de knelpunten die Van de Mandele vervolgens formuleert met instemming. 'Nederland heeft een tekort aan ICT-menskracht. De implementatiesnelheid van nieuwe initiatieven is veel te laag en Nederland investeert onvoldoende in de elektronische infrastructuur.'

Maar met de oorzaken die de baas van Arthur D. Little aanwijst zijn de heren het lang niet eens. De opmerking dat Nederland wordt bestuurd door de typemachinegeneratie schiet de grijzende IBM-topman A.H. Lundqvist in het verkeerde keelgat. 'Ik voel mij persoonlijk aangesproken. Het is onzin dat mijn generatie geen Internet zou gebruiken. Zelf surf ik regelmatig over het web.'

Die reactie ontlokt de benjamin van het gezelschap, J. Mangelaars, directeur van Microsoft Benelux, een minzaam glimlachje en de opmerking: 'Surfen doet iedereen, daar gaat het niet om. Kinderen die in een ziekenhuis liggen en via een virtuele ruimte op het web met patiëntjes uit andere ziekenhuizen communiceren, maken pas écht gebruik van het web. Eerst spelen ze spelletjes met elkaar. Daarna chatten ze over de chemotherapie die ze net gehad hebben. Voor hun is Internet tastbaar.'

Roel Pieper, de beoogd opvolger van Philips' topman Cor Boonstra, praat liever niet over vage dingen als tastbaarheid of generatiekwesties. 'Nederlanders mijden risico's. Dat is niet alleen een cultureel probleem -in Amerika is failliet gaan minder erg - maar vooral een politieke kwestie. 'De wetgeving is hier te strak en het klimaat niet ondernemend genoeg. Als je een eigen bedrijfje wilt starten komt er iemand van de Kamer van Koophandel uitleggen welke procedures je wel en niet moet volgen. En ook het arbeidsrecht is lang niet flexibel genoeg. Een kleine ICT-onderneming die even wat minder opdrachten heeft kan zijn personeel niet zomaar ontslaan en gaat - als er even geen werk is voor twee van de vijf mensen - zo failliet.'

En juist kleine jonge startende bedrijfjes zorgen voor de dynamiek in de markt, vindt Pieper. 'Die dagen multinationals uit en verzinnen snel slimme, nieuwe dingen. Alleen door het klimaat voor innovatieve ondernemers te verbeteren kan Nederland weer een concurrerende rol in de ICT wereld spelen.'

De president van Ericsson Nederland, A.J. aan de Stegge, vindt Pieper's verhaal een beetje te abstract. 'Je kunt wel mooi en groots filosoferen over wat er in Nederland moet gebeuren, maar mijn eerste prioriteit is mijn eigen business. In de telecomwereld is het oorlog! Dus alle brainpower die ik kan krijgen wil ik hebben. Alleen als wij de beste mensen in huis halen, en binnen weten te houden, kunnen we winnen.'

Kleine veelbelovende bedrijfjes die zich rond grote ondernemingen zoals Ericsson positioneren, Aan de Stegge vindt het prima. 'Maar de behoefte aan creatieve, communicatieve, ondernemende mensen is zo enorm dat wij zo'n bedrijfje liever opkopen dan dat we ze geld geven om het nog eens opnieuw te proberen.'

Alle deelnemers zijn het er over eens dat het technologie-aspect in de ICT- wereld steeds meer verwatert. Aan de Stegge: 'Het gaat niet om het bedenken van hele slimme nerderige dingen. Met de ABN-Amro praten we niet over computerprogramma's maar over de vraag hoe dé bank extra concurrerend vermogen kan krijgen. We bieden al lang geen programmeertalen meer aan. We verzinnen oplossingen voor problemen die in de maatschappij spelen.'

'Daarom is het Major-minor concept van de Universiteit Twente ook zo goed', doet Mangelaars z'n voorzet. 'Dat vind ik nou ook', kopt Van Vught breed grijnzend in. 'Bij ons kunnen informatica studenten een minor bedrijfskunde, en bedrijfskundigen een minor ICT doen. Wij leveren breed inzetbare ingenieurs.'

Sijas Akkerman

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.