Over en sluiten

| Redactie

Lezingen zijn één ding, vragen uit de zaal zijn een ander chapiter. In wezen bestaan er maar twee mogelijkheden, óf de zaal houdt achteraf stijf zijn mond, óf het vragenvuur laait op tot helse hoogte. Winnie Sorgdrager, wellicht de meest bevraagde minister ooit, is vooral bekend met de laatstgenoemde variant. Vragenuurtje, vragenvuurtje, vagevuurtje.

Vraagjes

De ex-bewindsvrouwe kreeg het er afgelopen maandag dan ook niet warm van toen de verzamelde medezeggenschappers haar bestookten met vraagjes en nog meer vraagjes over de stelselkeuze die UT volgens haar zou moeten maken. La Sorgdrager stond voor hetere vuren.

Dat gold niet voor haar collegiale gastheren Frans van Vught en Frits Schutte, die het gemedezeggenschap achter hun geblakerde rug met nauwelijks verholen ergernis aanhoorden. Luchtafweergeschutte schoot elke ongestuurde vraag meedogenloos af, Van Vlught zonk bij elk vraagje dieper weg in de bunker van zijn gesteven boordkraag. Kein gelul, zag je 'm denken, Fußballen.

Toch mogen universitaire bestuurders hun handjes dichtknijpen met de academische vragensteller. Afgewogen Nederlands, zorgvuldige argumentatie. Neem dan de burgemeester van Amsterdam die ook wel eens een vraagje krijgt, zo blijkt uit een bloemlezing op Internet.

'Weleerwaarde heer burgemeester, even leg ik mij neer om u enkele letters toe te dienen. Ik vraag u niet om een woning, want die heb ik, daarom vraag ik u om een andere woning. Stelt u zich eens voor burgemeester, u en uw gezin, scheitend op een emmertje. De drollen drijven door de gang, daar moet in gegrepen worden. En mijn buurman stinkt naar gas, ik denk dat hij een lek heeft. Verder moet ik elke dag bevallen, zodoende wordt mijn woning te klein. Aan de ene kant ben ik zwanger en aan de andere kant regent het in. Het vocht dringt door de muur van mijn schoonmoeder, die helemaal beschimmeld en verrot is. Burgemeester, ik doe een aanval op Uw goedheid!'

Beslissen

Stukken. Stapels stukken, elke week weer. En wat doe je met stukken? Die spel je niet, die bestudeer je niet, die lees je niet, en die scan je ook niet. Nee: stukken neem je door.

Per pagina lees je een woord of drie, vier. En als er samenvattingen bovenaan de bladzijde staat, of een conclusie, dan pik je er hooguit negen of tien uit. Hele precieze mensen lezen ook alle cursieve of vet gedrukte woorden. Maar meestal zijn dat stagiaires, mensen met een parkeerfunctie of ambtenaren die verder niet zoveel te doen hebben.

Want hoe hoger in de hiërarchie, hoe sneller bestuurders en managers hun stukken doornemen. Eigenlijk worden gewichtige besluiten dus op basis van drie of vier woorden uit de samenvatting genomen.

Of beter: topmanagers en topbestuurders nemen de écht belangrijke beslissingen helemaal niet op basis van stukken. Die regelen hun cruciale zaakjes juist informeel.

Dat zag je ook tijdens het debat over de toekomst van de informatiseringsbranche in Nederland, deze week dinsdag. Tijdens de door NOVA opgenomen discussie spraken de ICT-toppers in platitudes. Na afloop werden de zaken geregeld. De directeur van Ericsson fluisterde een strategische move in het oor van Philips topman Pieper. De baas van Microsoft Benelux ritselde de nieuwste Windowsversie op de pc's van de hoogste Europese IBM-chef. Enrector Frans van Vught glimlachte alle researchafdelingen van de grote informatie- en communicatiejongens richting Twente Valley.

En gelijk hebben ze natuurlijk. Want waarom zou je saaie stukken lezen als je de boel ook onder het genot van een goed glas cognac kunt doen.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.