De hogescholen willen de muur tussen hoger beroeps- en wetenschappelijk onderwijs slechten. Het onderscheid tussen die twee is uit de tijd, vinden zij. Daarvan willen zij minister Hermans de komende maanden overtuigen.
Dat zei voorzitter Leijnse van de HBO-Raad vorige week tijdens een conferentie van de vereniging van universiteiten, de VSNU. Volgens hem zijn hbo en wo de afgelopen jaren zozeer naar elkaar toegegroeid dat het zogeheten `binaire stelsel' - met een strikt onderscheid tussen de twee - zich overleefd heeft.
In feite bestaat er een scala van opleidingen in het hoger onderwijs, aldus Leijnse: van zeer beroepsgericht tot heel breed. Maar zowel het hbo als het wo schuiven naar het midden op, en daar overlappen hbo en wo elkaar steeds meer. Daardoor is het onderscheid uit de tijd geraakt.
De hogescholen gaan daarom minister Hermans vragen het onderscheid tussen wo en hbo uit de wet te schrappen. Hermans zelf zei op de VSNU-conferentie al dat hij wel iets ziet in organisatorische samenwerking tussen hogescholen en universiteiten.
Maar de hogescholen willen meer. Zij hopen dat Hermans in het Hoger Onderwijs- en Onderzoek Plan (HOOP) verder wil gaan. Dat plan verschijnt op Prinsjesdag en zal de toekomstplannen van de minister bevatten. De komende maanden praat Hermans met hogescholen, universiteiten en studentenbonden over wat er in het HOOP moet staan.
Leijnse ontkent niet dat er niveauverschillen bestaan tussen hbo en wo. 'Maar dat is gradueel, niet principieel', zegt hij. Als het wettelijk onderscheid tussen hbo en wo opgeheven wordt, gaat het binaire stelsel binnen vijf tot tien jaar in rook op, voorspelt hij. 'Dan zien we wel welke nieuwe verschillen er ontstaan.'
Het brede scala dat het hoger onderwijs nu biedt, moet in stand gehouden worden, vindt Leijnse. 'Maar we moeten af van de kokers. Dan komen er allerlei kansen voor vervlechting, zodat we studenten een veel aantrekkelijker onderwijsaanbod kunnen doen.'