'Meneer de rector, we zijn één en al oor.' Het klonk haast gewaagd uit de mond van de Gentse dame-in-rood die, voorzichtig formulerend, de sprekers aankondigde. Aan het woord was vervolgens UT-rector Frans van Vught, met zijn niet onbekend klinkende pleidooi voor brede academische vorming. En met daarin verwerkt de oproep aan de Universiteit Gent om de uitdaging aan te gaan van onderwijsvernieuwing en toepassing van informatietechnologie. Van Vught hield zijn rede nadat hij was omhangen met de versierselen die horen bij het eredoctoraat van de Gentse academie. Zijn promotor Van Hooland roemde in zijn laudatio de verdiensten van Van Vught voor de beleidswetenschap en de bestuurskunde. Hij noemde de Nederlandse overheid, mede door de inspanningen van de UT-bestuurskundige, 'één van de meest onderzochte in de wereld die desondanks aanwijsbaar suboptimaal fuctioneert'. Ondanks het veelgeroemde poldermodel, voegde hij er nog aan toe. In Gent werkt Van Vught mee aan het Junior Management Programma in Bestuurskunde voor topambtenaren. Ook de Belgische overheid kan wel wat wetenschappelijke ondersteuning gebruiken, leek zijn promotor impliciet te zeggen.
Vijf eredoctoraten werden er uitgereikt. Van Vught was daarbij in goed gezelschap, met twee collega-gelauwerden van het Massachusetts Institute of Technology in Cambridge (VS), één uit Rennes en één uit Lille. Of Rijssel, zoals de Vlamingen tegen Lille zeggen. Want dat ze trots zijn op hun taal, kondigde rector Jacques Willems al in zijn openingswoord aan. Reden waarom de hele plechtigheid, ondanks het internationale karakter, in het Nederlands werd gehouden. Wat desondanks betekende dat sommige gelauwerden in drie talen werden toegesproken.
Willems ging ook nog in op de hernieuwde aandacht die de Gentse universiteit wil geven aan fundamenteel onderzoek van kwalitatief hoog niveau. Toepassing en maatschappelijke betrokkenheid staan ook in de missie van de universiteit, maar ongebonden onderzoek verdient aandacht om écht verder te komen, aldus de Gentse rector. Ook de kersverse eredoctor Arnold Demain, microbioloog aan MIT en met 72 jaar een echte 'éminence grise', sprak een paar woordentot zijn collega's.
De plechtigheid vond plaats in een passende ambiance, in de negentiende-eeuwse aula met fraaie omzuilde koepelzaal middenin het oude stadscentrum. In die zin lijkt de universiteit weinig op de Twentse, ook al omdat alle gebouwen verspreid liggen over de middeleeuwse stad. De universiteit is bovendien een maatje groter, met zo'n 20.000 studenten. Een studie Afrikaanse Talen en Culturen is er mogelijk, maar ook een opleiding tot 'burgerlijk ingenieur' in de telecommunicatie. Wat Twente en Gent wel gemeen hebben is textiel. Voor de universiteit daar is het zelfs een belangrijke tak van onderzoek. En de Gentse universiteit wil graag, op haar respectabele leeftijd, ondernemend en internationaal zijn. Het liefst met de UT, zo bleek in de wandelgangen. Vandaar dat stevige Twentse stempel op de diesviering.
Frans van Vught eredoctor in Gent