Na een ongeneeslijke, midden juni vorig jaar manifest geworden ziekte is Casper Hakfoort, hoofddocent bij de leerstoelgroep Geschiedenis (WMW), op 4 maart overleden. Hij was, aanvankelijk als docent, sedert 1985 aan de UT verbonden.
Casper was een wetenschappelijk onderzoeker van aanzienlijk, nog groeiend formaat. Het proefschrift dat hij, aansluitend op zijn studie natuurkunde aan de Universiteit Utrecht, voorbereidde op het Instituut voor Geschiedenis van de Natuurwetenschap aldaar, handelt over het denken over de aard van het licht in de 18e eeuw. In een deels herziene, Engelse versie kwam het in 1995 uit bij Cambridge University Press. Dit boek is meer dan een knappe vakstudie over de vraag hoe het Newtons deeltjes- en Huygens' golfopvatting van het licht in de eeuw na de dood van hun bedenkers is vergaan. Het toont bovendien de twee onderscheidende kenmerken van Caspers wetenschapsbeoefening, te weten zijn analytische aanpak en zijn fascinatie voor vragen als: hoe hebben natuurkundigen in de loop van de tijd gedacht; wat voor veranderingen heeft hun kijk op de inrichting van onze wereld door de eeuwen heen ondergaan?
Dit zijn grote vragen. Wie zo onverstandig is dergelijke grote vragen zonder meer, zonder omwegen of inperkingen te proberen te beantwoorden, zal merken dat hij vastloopt, er niet uitkomt. Maar wie, vanwege dat vastlopen, de grote, uit de wetenschappelijke leertijd opgedane vragen maar helemaal laat vallen, gaat daarmee precies dat uit de weg wat aan de beoefening van wetenschap nu juist het spannendst en het avontuurlijkst is. Casper heeft nooit een avontuurloze manier van wetenschap beoefenen gewild. Integen-
deel, zijn hele loopbaan heeft gestaan in het teken van pogingen de grote vragen die hem bezighielden zó te leren stellen dat er antwoorden bij konden worden gevonden. Zoiets gaat niet vanzelf. Het steeds weer wankele evenwicht moet steeds opnieuw worden bevochten. Daarbij hanteerde hij als voornaamste hulpmiddel een stelselmatig analytische aanpak. De rijkdom van het leven, en de veranderlijkheid van dingen en ideeën in de loop van de tijd dwingen de historicus tot een zekere onscherpte in de begripsvorming. Casper zag in dat ook hier een te bevechten evenwicht ligt, waarbij met begrippen als 'natuurwetenschap' of 'golf-theorie' zo analytisch mogelijk wordt omgegaan zonder ze de kans te geven de veelvormigheid en wisseling van het verleden geweld aan te doen.
Na een korte periode aan de TU Eindhoven, heeft Casper zich hier aan de UT vooral bezig gehouden met manifestaties, in het meer en het minder recente verleden, van een opvallende maar zelden stelselmatig verkende onderstroom in het denken van zo uiteenlopende beoefenaren der natuurwetenschap als (in onze tijd) de fysici Hawking en Capra, of de bioloog Sheldrake of de fysisch-chemicusPrigogine. Die onderstroom is gelegen in door de eeuwen heen niet aflatende pogingen om uit de natuurwetenschap een globaal beeld van de wereld af te leiden. In een prachtig artikel uit 1992 'Science Deified: Wilhelm Ostwald's Energeticist World-View and the History of Scientism' heeft Casper deze onderstroom in één van haar meest extreme en juist daardoor zo verhelderende uitingen geanalyseerd. Het boek dat hij de laatste jaren over deze Duitse fysisch- chemicus en Nobelprijswinnaar van rond de laatste eeuwwisseling aan het schrijven was, blijft helaas onvoltooid achter; het droeg alle kansen in zich een waar meesterwerk te worden.
Ook in zijn onderwijs was Casper bijzonder. Als helder maar nooit versimpelend uitlegger van vaak ingewikkelde ideeën en gebeurtenissen aan eerste beginners stond hij op grote hoogte. Als begeleider van gevorderden vond hij nauwelijks zijn weerga. Datgene wat hemzelf steeds bezighield: hoe grote vragen zo te stellen dat ze beantwoordbaar worden, wist hij op onnavolgbare, onveranderlijk constructieve en inspirerende wijze op afstuderende studenten en promovendi over te brengen. Menigeen kan getuigen hoe dat was als je het voorrecht had aan de speciale Casperbehandeling te worden onderworpen: een ervaring van enorme intensiteit, belangeloze overgave, verrijkt inzicht in je eigen problemen en mogelijkheden moet dat zijn geweest.
Caspers neiging tot zwaartillendheid werd gelukkig getemperd door een sterk gevoel voor humor. Al was het primair de taak van zijn gesprekpartner de zonzijde te zoeken, veel wist hij uit zichzelf te relativeren. Zeker bleven er voor hem grenzen gelden waarvoorbij de betrekkelijkheid der dingen in onverschilligheid overgaat, en die hij, met zijn nooit aflatende inzet en zijn instelling van altijd waakzame, kritische loyaliteit, niet bereid was te overschrijden. Ook al was hij niet de onwankelbaar stabiele figuur die hij qua uiterlijk voorkomen leek, zijn optreden dwong respect af.
Voor mij was hij de ideale rechterhand, op wie ik altijd een beroep kon doen en van wie ik er blindelings op kon rekenen dat ik nooit een naar de mond geprate respons zou krijgen. Zijn laatste maanden waren indrukwekkend. Hij wist precies wat er aan de hand was, ging niets uit de weg, en liet zich binnen de almaar nauwer wordende grenzen niet klein krijgen zolang het nog kon. Twee weken geleden kon vrijwel niets meer, hij was er met zijn volle verstand bij tot vlak voor een einde dat, aanvaard zonder er geheel in te berusten, moet zijn gekomen als een verlossing.