'De periode na de ramp was eigenlijk probleemloos'

| Redactie

Voor de meeste Enschedeërs is de vuurwerkramp niet veel meer dan een nare herinnering. Slachtoffers worden daarentegen nog dagelijks met de fatale explosie geconfronteerd. Derde aflevering in de serie over leven met de ramp. WB-student Climmy Hoksbergen is thuis wanneer de wijk Roombeek ontploft. Ze ontkomt terwijl boven haar hoofd haar studentenwoning instort. November, een half jaar later. 'Ik b

Voor de meeste Enschedeërs is de vuurwerkramp niet veel meer dan een nare herinnering. Slachtoffers worden daarentegen nog dagelijks met de fatale explosie geconfronteerd. Derde aflevering in de serie over leven met de ramp.

WB-student Climmy Hoksbergen is thuis wanneer de wijk Roombeek ontploft. Ze ontkomt terwijl boven haar hoofd haar studentenwoning instort. November, een half jaar later. 'Ik besef dat ik het in dit leven niet altijd voor het zeggen heb.'

In Euro Disney ging het mis. Hoksbergen bezocht in juli samen met een vriendin het Franse pretpark. Ze wist dat de dag afgesloten zou worden met een spetterend vuurwerk en wilde dat niet uit de weg gaan. Eens moet het er weer van komen, dacht ze. Dat pakte anders uit.

'Voor het vuurwerk begon, rende ik het park uit', vertelt ze. 'Achteraf vond ik het zo belachelijk van mezelf. Ik bedoel, waar ben je nou veiliger dan in EuroDisney.' Ze lacht, maar vervolgt serieus: 'Je moet accepteren dat zo'n ramp echt iets met je doet. Het maakt veel los bij mensen, ook bij mij. Het idee dat ineens alles afgelopen kan zijn. Dat is vreemd. Je bent jong, je studeert, je kunt de hele wereld aan. Diep van binnen denk je dat je onsterfelijk bent, dat je alles onder controle hebt. Dan gebeurt zoiets.'

Hoksbergen zit op 13 mei als enige van de zeven bewoners thuis wanneer de explosie het studentenhuis aan de Roomweg vernietigt. Een poging haar ratje van de tweede verdieping te redden mislukt. Daardoor verlaat ze het huis bijna te laat, boven haar hoofd storten de bovenste verdiepingen in. Aangrijpend, maar Hoksbergen gruwt van overdreven drama. 'Je moet het brengen zoals het is, dat is voor de meeste mensen al dramatisch genoeg.'

Inmiddels bewoont ze samen met een van haar vroegere huisgenoten een flat die eigenlijk rijp is voor de sloop. Voor de slachtoffers van de vuurwerkramp werden de kleine woningen in de wijk Bruggert heropend. De bewoners tekenden een contract waarin staat dat de flat over twee jaar alsnog tegen de vlakte gaat. Maar Hoksbergen hoopt tegen die tijd met WB klaar te zijn. 'Ik denk dat dit voor een jaartje is, dan ben ik hier weer weg.'

Het is haar tweede onderkomen sinds de ramp. Maandags na de explosie betrokken zij en haar zes huisgenoten een klein appartement, hen aangeboden door een hulpvaardige mevrouw die de woning te koop had staan. 'De dame hoorde dat wij met z'n zevenen op straat stonden, besloot meteen haar huis tijdelijk af te staan, liet direct sleutels bijmaken. Dat was echt fantastisch. We hebben daar vijf weken gezeten. Het was wel krap, maar daardoor juist prettig. We konden veel met elkaar praten, samen dingen regelen.'

De huisgenoten waren er niet bij op 13 mei, Hoksbergen wel. 'Toen we met busjes door het rampgebied reden, waren zij meer onder de indruk van de ravage. Ik heb de explosie meegemaakt, wist dat ik niets anders kon verwachten dan een enorme verwoesting. De omvang van het gebied raakte me meer. Op al die vierkante meters stonden huizen, leefden mensen, woonden misschien gezinnen.'

Probleemloos

In EuroDisney wordt Hoksbergen voor het eerst geconfronteerd met de psychische gevolgen van de vuurwerkramp. 'Vlak na de explosie voelde ik me eigenlijk prima', vertelt ze. 'De eerste nacht na de ramp sliep ik goed. Wel praatte ik in mijn slaap. "We moeten hier weg", riep ik. Maar zelf weet ik daar niks van.'

'De eerste tijd was ik blij, want ik leefde nog. Die tijd was probleemloos, hoe vreemd het ook klinkt. Ik had een doel en een plan. Er moesten dingen geregeld worden. Dan weer zat ik uren op het gemeentehuis, dan weer moest ik formulieren invullen. De stad maar weer eens in voor nieuwekleren. Verhuizen, spulletjes kopen, met iedereen praten. Ik zou nu niet eens meer kunnen opnoemen wat ik allemaal heb gedaan, maar ik was er heel druk mee. Die drukte maakt ook dat je niet kàn instorten.'

Pas in juli begint Hoksbergen te balen. Het geregel is dan grotendeels voorbij, de verhuizing naar Bruggert achter de rug. Ze baalt van alle mensen die blijven zeggen hoeveel geluk ze wel niet heeft gehad. 'Dat zal wel, dacht ik dan, maar ik voel me toch flink klote.' Het incident in Euro Disney is een echt signaal. Maar er zijn ook andere dingen. 'Soms fiets ik naar huis en dan flitst het door me heen: zou de flat er nog wel staan?' De sterretjes die eerstejaars afsteken tijdens de introductie geven haar een naar gevoel. 'He, wat stom, denk ik dan. Tegelijk weet ik wel dat die gedachten helemaal niet erg zijn. Ik laat ze ook toe, maar vind ze niet realistisch.'

Veel behoefte aan hulp in de vorm van praatgroepen heeft ze niet. 'Eerst dacht ik "daar kom ik toch echt zelf wel uit". Maar nu weet ik dat het helemaal niet gek is om erover te praten. Het is maar waar je behoefte aan hebt. Ik ben een keer naar een bijeenkomst van slachtoffers op de UT geweest, daar werden wel hele nuttige dingen gezegd.'

In een Amerikaans onderzoek herkende ze zich. 'Volgens die wetenschappers moet je juist helemaal niet zoveel over een ramp praten. De onderzoekers verdeelden de losgekomen emoties in herinneringen en associaties. De associaties die ik met vuurwerk heb, raak ik niet kwijt, dat moet ik accepteren. Maar herinneringen zijn zo vluchtig, je kunt daar maar beter niet te uitgebreid over praten. Ik kon daar wel wat mee.'

Niet dat ze de ramp doodzwijgt. 'Dat zou niet goed zijn. Met mijn huisgenoten en andere studenten heb ik het er nog dagelijks over. Maar je moet wel door. Mijn omgeving is ook heel nuchter, vooral mede-studenten. Het zijn buitenstaanders die er een handje van hebben de zaken te dramatiseren.'

Hoksbergen denkt dat het verschil maakt dat tegelijk met haar huis een hele wijk ontplofte. 'Anders heb je meer een gevoel van "waarom ik". Nu is dat niet zo. Voor mensen die iemand verloren hebben of altijd in de wijk hebben gewoond is het veel erger dan voor mij. Als student weet je toch wel dat het een tijdelijke woonruimte is die je huurt.'

'Onze vroegere buurman woonde al zijn hele leven in de wijk. Zijn grootvader begon daar eind vorige eeuw een zaak, zijn vader heeft die overgenomen, nu werkte hijzelf in het bedrijf. Die man is daar geboren, wist als kind al dat hij daar later zou werken, trouwde daar, kreeg daar kinderen. Voor zo iemand is het erg, ik heb echt met hem te doen.'

Het leed van de anderen verzacht dat van haarzelf. Natuurlijk vindt ze het vreselijk dat ze haar huisdiertje niet heeft kunnen redden en is het jammer dat al haar spullen verbrand zijn. 'Toch doen die spullen me minder dan ik had gedacht. Als iemand anders zoiets overkomt lijkt het veel erger. Alles kwijt. Ik vind het positief dat ik heb geleerd dat het maar spullen zijn. Ik ben nog jong, ik kan nog zoveel opbouwen en verzamelen. Voor oude mensen lijkt het me moeilijker, zij moeten het vaak juist hebben van hun herinneringen. Ze hebben niet meer de kans om nieuwe souveniertjes te verzamelen. Mijn moeder vond het trouwens heel wrang dat ik nu al mijn foto's kwijt ben. Ik was namelijk de enige van de familie die ze netjes inplakte.'

Het mogen dan onbelangrijke materiële bezittingen zijn, ze moeten wel worden vervangen. 'Je hebt geen idee hoeveel spullen je hebt', verzekert Hoksbergen. 'Ik was ook zwaar onderverzekerd, dacht aan een computer en een stereotoren. Maar ik heb bijvoorbeeld ook heel veel boeken, twaalf meter literatuur stond er in mijn kamer, dat is kapitalen waard. En ik ga nu niet ineens naar de boekhandel om voor duizenden guldens boeken aan te schaffen.' Het kopen van de nodige kleding was urgenter. 'Weet je wel hoeveel temperatuurgradaties je in kleding hebt? Ik had eerst allemaal zomerkleren gekocht. Toen kreeg ik het koud en ging ik winterkleren kopen. Maar ik mis de tussen-in-kleren. En ik ben niet zo weg van die blije modekleurtjes. Ik ben maar naar tweedehandszaakjes gegaan voor wat broeken, want anders loop je er zo blij bij.'

Hoksbergen pakte na de zomer haar studie weer op. Een paar weken keihard werken om drie maanden vertraging in te lopen. 'In het begin ging ik veel te hard, dat bleek wat teveel van het goede. Toen heb ik wat gas teruggenomen. Maar op zich gaat het wel.' Al haar studiemateriaal was natuurlijk ook weg, boeken en diktaten. 'Ik onderstreep altijd wat belangrijk is. Dat is lastig als ik nu iets terug wil zoeken in een nieuw diktaat', zegt ze. Maar opnieuw overwint de nuchterheid. 'Ach nee, wanneer zoek je eigenlijk ook iets terug.' Lacht. 'Ja, ik bedoel, laten we eerlijk blijven.'

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.