Tijdens het kort geding stelde advocaat mr. J de Jong van Lier dat de faculteit informatica een 'gouden idee' van zijn cliënt Biersteker stal. De student ontwikkelde volgens eigen zeggen een razend slimme zoekmachine voor internet. Als Biersteker octrooi aan zou vragen op de software dan zou hij veel geld kunnen verdienen.
De presentatie van onderzoeker Roelof van Zwol, vandaag tijdens een congres in Salt Lake City, zou die 'gouden greep' kunnen frustreren. Vandaar dat Biersteker eist dat de UT afziet van het publiceren van wat de student 'zijn ideeën' noemt.
De rechter verwierp de eis integraal. Biersteker kon niet duidelijk maken dat de ideeën exclusief van hem afkomstig waren. Volgens INF-decaan Peter Apers is dat niet zo gek. 'De ideeën waren ook gewoon niet van hem. Biersteker las in augustus 1999 een artikel van Van Zwol. In dat artikel beschreef de onderzoeker de randvoorwaarden waaraan nieuwe internet-zoekmachines zouden moeten voldoen. Biersteker zou een klein deel van de ideeën van de onderzoeker als opdracht voor een vak uitwerken en er de nodige software bij maken.'
Eind september presenteerde Biersteker de resultaten aan zijn docenten. 'Die kregen alleen een vage notitie te zien', aldus Apers. 'De software zelf moest vanwege de commerciële waarde geheim blijven.'
'De notie beschreef het programma op het niveau van: dit is een auto met stoelen, een stuur, een motor en hier zitten de ruiten', aldus Apers. 'Wij konden dat niet accepteren. Als we de software zelf niet mogen bekijken kunnen we niet beoordelen of die niet gekopieerd is of dat de student alleen een mooi demo-modelletje maakt dat verder niks voorstelt.'
Apers bood de student zelfs een geheimhoudingsclausule aan. 'Ik heb tegen hem gezegd: 'Als de software geheim moet blijven, prima. Stel maar een overeenkomst op met daarin de randvoorwaarden waaronder wij het mogen bekijken.'
Biersteker reageerde niet op de uitnodiging. Daarop liet Apers een jurist van de UT in overleg met de universiteit een iets restrictiever contract opstellen. 'Kennelijk maakt de student daar nu bezwaar tegen. Maar gelukkig voor ons stelde de rechter hem in het ongelijk.'
