Uit het lood

| Redactie

We zijn onafscheidelijk. Al meer dan 30 jaar. Als kind haalden we samen kattenkwaad uit. Vooral onze ouders moesten het regelmatig ontgelden. Dat begon al in de baarmoeder - met dat geintje om ons splitsen. Ze hadden daar buiten vast maar één wiegje klaar staan en dan kwamen wij opeens met z'n tweeën. Dat zou toch even schrikken zijn. Maar onze verrassing lekte vroegtijdig uit. De dokter betrapte ons op z'n echo.

We verzonnen wat anders. We zouden zonder kleertjes naar buiten komen. Piemelnaakt. Maar ook daar werd op gerekend. Kinderen voor ons hadden dat geintje ook al uitgehaald. Zelfs het grapje dat ik jou bij de hiel zou pakken bleek niet origineel. Vervelender nog, het zou ons meteen in de religieuze hoek hebben gedrukt. Als alternatief hebben we daarop onze heupjes zo dicht tegen elkaar gelegd dat ze aan elkaar vast groeiden. Zo hadden we onze ouders mooi te pakken. Moest er een keizersnede aan te pas komen om ons naar buiten te krijgen.

En daarna. Ja, daarna zouden ze ons simpelweg van elkaar hebben gehaald. We moesten het ze iets moeilijker maken. Dus hebben we een beentje van jou en een beentje van mij volledig in elkaar geschoven. Nu moesten ze kiezen. Wie van ons zou dat tweede been krijgen? Maar die keuze was nog niet moeilijk. De plaats van de grote teen zou bepalend zijn. We besloten ook onze andere beentjes in elkaar te schuiven, plus onze heupjes en alles wat daar aan hangt. Twee jongetjes met één lul. Daar zouden we niet alleen onze moeder, maar later ook andere vrouwen mee kunnen verrassen.

We vreesden alleen dat we nu zo zouden worden gescheiden, dat een van ons zonder onderstel in een rolstoel zou belanden. Dat leek ons geen aangenaam vooruitzicht. Wilden we werkelijk onafscheidelijk zijn, dan moesten we vitale lichaamsdelen delen. Onze organen. Daarom schoven we ook onze rompjes in elkaar. Wie ons nu nog zou willen scheiden, zou één van ons moeten doden. Liefhebbende ouders zouden dat nooit doen.

Maar liefhebbende ouders hebben het niet voor het zeggen. Artsen zijn de baas. En een arts zou van een lichaam met twee hoofdjes ogenblikkelijk een hoofdje afhakken. Om aan deze beulshand te ontkomen hebben we dus ook maar de rest van onze lijfjes ineen geschoven. We hebben nu alleen nog elk onze eigen smaak. Om de beurt bepalen we wat we zullen eten. En met wie.

Onze grap is geslaagd. Pa en ma hebben nog steeds niet in de gaten dat we eigenlijk met z'n tweeën zijn. En de dokter heeft na onze geboorte de baarmoeder van ma volledig binnenstebuiten gekeerd, alvorens hij wou toegeven dat hij bij het lezen van de echo toch echt een foutje moest hebben gemaakt.

Stay tuned

Sign up for our weekly newsletter.