Het hoger onderwijs is veel te veel naar binnen gekeerd. Duale opleidingen - met een combinatie van leren en werken - kunnen daar verandering in brengen. Maar duaal onderwijs is meer dan een periode van werken en leren aan elkaar plakken. 'Dat kan de LOI ook.'
Duale opleidingen hebben toekomst. Steeds meer hogescholen blijken die mening toegedaan. Alles samen bieden zij zo'n 550 duale opleidingen aan. De universiteiten zijn terughoudender. Een paar jaar geleden zijn vijftien opleidingen een duale variant gestart, bij wijze van experiment. (De nieuwe UT-hoogleraar J. Kessels is een warm voorstander van deze werk/studieroute. Hij verklaarde dat in december in deze krant nadat hij de Onderwijsprijs 2000 had gewonnen. red.)
Hans Daale van het Landelijk Expertise- en Informatiecentrum Duaal Onderwijs behoort tot de grote voorstanders van duaal onderwijs. In het dagelijks leven is hij opleidingsdirecteur van bedrijfseconomie en fiscale economie aan de Haagse Hogeschool. Onlangs schreef hij het boekje Duaal Onderwijs, uitdagingen en valkuilen.
Liggen de universiteiten te slapen?
'Nee. Maar het is voor universiteiten moeilijker om bedrijven te vinden waar studenten op wetenschappelijk niveau kunnen werken en begeleid worden. Maar als straks de bachelor-masterstructuur wordt ingevoerd, verwacht ik dat er zeker duale masteropleidingen gaan komen.'
Waarom bent u zo'n voorstander van duaal onderwijs?
'Vooral het hoger beroepsonderwijs is te schools geworden. De 'b' staat niet meer voor beroep, maar voor binnenschools. Ooit is het hbo ontstaan vanuit de bedrijfsopleidingen. Werkte je bij Philips, dan volgde je daar ook je opleiding. Dat had een nadeel. Want wilde je vervolgens naar Unilever, dan had je niets aan je Philips-diploma. Daarom hebben de bedrijven toen gezegd: er moet een algemene opleiding komen. Op zich een prima zaak. Maar nu, dertig jaar later, zijn we doorgeslagen in de andere richting.'
Terug naar de bedrijfsopleidingen dus?
'Nee. Opleidingen moeten nadenken over de vraag: wat kan een student het beste leren op school en wat kan hij efficiënter leren op de werkplek. Dualiseren dus. Maar dualisering is meer dan een periode werken en leren aan elkaar plakken. Dat kan de LOI ook. Je moet het hele programma opnieuw bekijken.
'Afhankelijk van de vraag van studenten en werkgevers moetenhogescholen arrangementen samenstellen. Dat doe je niet even snel. Want als een bedrijf waarmee je samenwerkt niet bevalt, dan moet je ermee stoppen. Moet je kijken hoe je reputatie dan geschaad wordt. Wil je het goed doen, dan gaat er wel vijf jaar overheen.'
Studenten staan nog niet in de rij voor duaal onderwijs.
'Nee, nog niet. Dat komt omdat studenten vaak al twee jaar in een bepaald stramien zitten van naar school gaan, uitgaan en een bijbaantje en een relatie hebben. Pas aan het einde van het tweede studiejaar krijgen ze de keuze: duaal of niet. Dat is te laat. Eigenlijk moet je ze al op het havo of vwo voorlichten over werken en leren.
'Dat komt vanzelf. Leerlingen op de middelbare school hebben ook vaak al een bijbaantje. Ik zie gebeuren dat het middelbaar onderwijs de ervaringen die leerlingen daarin opdoen, gaan gebruiken. Over een paar jaar is ook het middelbaar onderwijs duaal. De leerlingen van de toekomst weten niet beter.'
Gaat al die praktijkervaring niet ten koste van de theorie?
'Nee, de hoeveelheid tijd die hogescholen aan theorie kunnen besteden blijft ongeveer hetzelfde. Alleen het aandeel werken wordt fors uitgebreid. Laten we eerlijk zijn: er is geen hbo-opleiding die werkelijk veertig uur in beslag neemt. Studenten hebben allemaal een bijbaan. Die tijd moet je gebruiken voor de opleiding.'
Dus het is gedaan met de vrije tijd van studenten?
'Ze krijgen het absoluut zwaarder. Een werk/leerweek van 40, 45 uur wordt heel normaal.'
Docenten doen in hun lessen weinig met de ervaring die studenten opdoen in hun werkperiode, schrijft u. Ze gaan gewoon verder met waar ze gebleven waren.
'Dat gevaar bestaat vooral bij de formule van het co-op. Daar werken de studenten een half jaar, waarna ze een half jaar onderwijs krijgen. Dan is het moeilijk om het werken en leren met elkaar te verweven. De formule van drie dagen werken en twee dagen naar school gaan is beter. Maar inderdaad, ook de docenten moeten dualiseren. Die moeten dus minder les gaan geven en scholing krijgen. Dat is een voorwaarde voor succes.'
En wie moet dat betalen?
'Dat is een keuze van de school. Duaal onderwijs is duur, vooral in de eerste twee jaar. In het derde en vierde jaar verdien je dat terug. Dan werken de studenten een groot deel van de tijd en volgen ze vaak interne cursussen bij het bedrijf. Daar hoeft een hogeschool niet voor te betalen.'
Maar wat als het economisch minder gaat? Zitten bedrijven dan nog te wachten op studenten die nog veel moeten leren?
'Daarom moeten hogescholen juist nu duale opleidingen starten en zorgen dat ze het bedrijfsleven aan zich binden. Nodig regelmatigwerkbegeleiders van studenten uit op school. Zorg dat ze een deel van hun scholing overhevelen naar de hogescholen. Maar hogescholen moeten altijd een plan B hebben. Als de werkplek wegvalt, moet er een onderwijsplan klaarliggen.'
Betekent dit het einde van de voltijd opleiding?
'We hebben het straks niet meer over voltijd, deeltijd en duaal, maar over opleidingen. En binnen die opleidingen bestaan er allerlei arrangementen, afhankelijk van de vraag van studenten en het bedrijfsleven.'