Volgens Bruynel, die samen met Carel Vaneker aan het project werkt, komen veel allochtone jongeren niet in een academische omgeving terecht, terwijl ze daar wel de kwaliteiten voor bezitten. `Er zijn allerlei onderzoeken geweest waarom allochtonen niet in het hoger onderwijs terechtkomen. In de eerste plaats is het niet de normaalste zaak van de wereld om te gaan studeren. Ook taal speelt een rol en onvoldoende kennis van het Nederlandse onderwijssysteem.' Vaneker vult aan: `Ook onder autochtonen zie je dat de eerste generatie studenten het lastig heeft: van kinderen die als eerste in een familie gaan studeren is de slagingskans significant lager. Dat zal onder de eerste generatie allochtone studenten zeker niet beter zijn.'
Vaneker wijst erop dat veel allochtone studenten al in een vroeg stadium onder hun niveau leren. `Onder vmbo'ers zitten wellicht allochtone studenten die vwo-geschikt zijn.'
Bruynel en Vaneker benadrukken dat ze talent willen ontdekken en begeleiden; ze zijn er niet op uit concessies te doen aan het vereiste kennisniveau. `Er is alleen te lang gekeken naar wat allochtone studenten niet konden, in plaats van wat ze wel kunnen.'
Met de 110.000 euro die ELAN de komende 2,5 jaar aan subsidie ontvangt, heeft het UT-instituut een aantal concrete activiteiten voor ogen die de instroom van allochtoon talent moeten bevorderen en het rendement moeten verhogen. Met de hulp van summerschools, peermentoraten, voorlichtingsbijeenkomsten en doelgerichte studiebegeleiding hopen Bruynel en Vaneker die doelstellingen te realiseren.
Op 7 december houdt ELAN een startconferentie, waar universitaire beleidsmakers, overheden, migrantenorganisaties, studentenbegeleiders en (allochtone) studenten meedenken over maatregelen die ervoor moeten zorgen dat geen talent verloren gaat.
Vaneker en Bruynel hopen op een actieve betrokkenheid van in het bijzonder allochtone studenten en academici. Zij kunnen een mailtje sturen aan [email protected].
