De Universiteitsraad is het in grote lijnen eens met het door het college voorgestelde honoursprogramma voor excellente studenten. Alleen over het thema `wetenschapsbeoefening' is men niet enthousiast. Meer kritiek is er op de conceptnota onderzoek.
Het honoursprogramma, dat in 2007 van start moet gaan, is bedoeld voor de 25 beste UT-studenten. Het extra-curriculaire programma, `intellectuele topsport' zoals het college het noemt, is opgebouwd uit vier vakken die bij elkaar zo'n dertig EC omvatten. De eerste module behandelt enkele helden uit de wetenschap, in de tweede (Grote Vraagstukken) staat methodiek van onderzoek centraal. De derde module gaat over het daadwerkelijk verrichten van een domeinverkenning; de studenten sluiten af met een grote opdracht.
In de U-raad overheerste vooral de vraag waarom het college voor het thema wetenschapsbeoefening gekozen had. `Een thema dat voor veel studenten interessant is, maar voor een grote groep misschien ook niet', aldus Bernadette Pol.
Volgens rector magnificus Henk Zijm (`wetenschapsbeoefening is wat we hier doen, daar past het woord `thema' niet bij') is de eerste reden `een hele flauwe'. `Dit is de uitwerking van een voorstel dat goedkeuring heeft verkregen van het ministerie. Als we het programma ineens om gaan gooien, moeten we drie ton aan subsidie weer terugstorten.' De kracht van het huidige programma noemde hij de reflectie.
De vergelijking met een student die een extra minor heeft gedaan, gaat op `alle fronten mank', stelde Zijm. `Dit is geen tweede minor. Hen wordt gevraagd fundamenteel na te denken over de wijze waarop ze hun vak willen uitoefenen. Afgestudeerden zullen van een hoger niveau zijn.'
De rector gaf aan vanaf de start het honoursprogramma te gaan evalueren. De kans op uitval acht hij door de zwaarte van het programma gering, omdat de selectie streng is. `Als er veel uitval blijkt te zijn, hebben wij een probleem, want dan deugt het programma niet.'
De kosten voor het programma kunnen oplopen tot meer dan drie ton. `Dat komt omdat je dure mensen voor kleine groepen zet. Moet je dat dan doen? Wij vinden van wel. De aanduiding `met honours' stelt dan ook echt iets voor.'
Zijm beloofde de raad een tweede programma met een andere insteek serieus te overwegen. Waarschijnlijk adviseert de raad volgende week positief over het voorstel.
De conceptnota onderzoeksbeleid riep meer discussie op. De U-raad denkt dat met het beleid zoals aangekondigd in de nota, het gevaar dreigt dat onderzoek en onderwijs van elkaar losgekoppeld worden. Want het leerstoelenplan en de criteria voor het aanstellen van wetenschappelijk personeel worden bepaald door de onderzoeksagenda. `We zijn bang dat hierdoor een onbalans ontstaat', aldus Luís Ferreira Pires (Campus Coalitie). Zijm noemde dat een misverstand. `Laat ik één ding voorop stellen: ik heb in de onderwijsnota betoogd hoe belangrijk onderwijs is. Maar onderwijs bestaat niet zonder onderzoek.'
Ferreira is ook bang dat de wetenschappelijk directeuren, die volgens de nieuwe plannen meer invloed krijgen op de aanwending van onderzoeksbudgetten, zich teveel zullen laten leiden door trends in plaats van disciplines. `Een misantropische visie', oordeelde CvB-voorzitter Flierman. `Wd's zijn gerespecteerde wetenschappers, geen onbetrouwbare intriganten.'