Tekst en foto's van deze Stanfordreportage: Sandra Pool en Bert Groenman
Iedereen pakt de auto
promovendus wolter siemons
Het was wel even wennen, zeker in sociaal opzicht, maar nu redt hij zich. Promovendus Wolter Siemons (25) zit nu een maand of zes bij de groep van (UT-alumnus) Gertjan Koster aan de universiteit van Stanford. Een deel van zijn promotie doet hij in Twente, een deel in Amerika.
Siemons studeerde in 2004 af bij technische natuurkunde en technische bedrijfskunde. Hij had wel zin in iets anders dan Enschede en kwam via Dave Blank in contact met Stanford en diens voormalige promovendus Gertjan Koster. Wolter doet er nu onderzoek naar nanoelectronic materials.
Siemons woont in Palo Alto, pal naast de campus. Hij noemt het een liberaal stukje Amerika met vooruitstrevend denkende mensen. `Maar toch zijn ze erg gericht op hun eigen land en kijken nauwelijks verder dan de landsgrenzen. Het interesseert ze nauwelijks wat er in andere landen gebeurt.' Wel heeft Wolter meer begrip gekregen voor hun denkbeelden over zaken als de oorlog in Irak. `Als je ziet hoe het land destijds door de media, talkshows en andere promopraatjes werd voorbereid op de inval, dan is het niet verwonderlijk dat iedereen destijds vóór de oorlog was. Manipulatie door de media is van grote invloed op de samenleving.'
`Wat mij nog meer opvalt? Zonder auto red je het hier echt niet. Het land is zó uitgestrekt en het openbaar vervoer is zó slecht. Iedereen pakt de auto. Dus ik heb er ook eentje op de kop kunnen tikken.' En duur? Nogal, vindt Siemons. `Voor duizend dollar heb je een heel basic appartementje. Levensmiddelen kosten ook een aardige duit.' Voor je eenentwintigste naar Amerika gaan, raadt Siemons zijn medestudenten af. `Een biertje of wijntje drinken gaat je echt niet lukken.'
Dan de studentenfeestjes. `Die beginnen tegen tienen en om twee uur gaat iedereen naar huis. Dat is andere koek dan het Enschedese studentenleven.' Nee, dan de lange, Amerikaanse werkdagen. Die zitten hem niet lekker. `Tien of elf uur op een dag is heel normaal, maar ik kan me niet voorstellen dat het altijd effectief is. Ik zie nu wel de waarde van vrije tijd in en waardeer de Nederlandse benadering. Ik streef er ook naar goed werk neer te zetten, maar het moet niet ten koste gaan van alles.' Siemons blijft nog ruim een jaar in The States. En daarna? `Geen flauw idee, misschien een postdoc.'
Trainer en docent
Gertjan koster
Gertjan Koster (35) werkt sinds het begin van dit collegejaar als lecturer op Stanford University. Naast het doen van onderzoek - analyse van dunne moleculaire films in anorganisch materiaal - staat Gertjan voor de klas en geeft hij studenten trainingen.
`Wij hebben onlangs een aantal nieuwe apparaten, waaronder microscopen, aangeschaft en over de werking ervan geef ik cursussen. Voor de klas staan is een nieuwe ervaring voor mij. Heel leuk.'
In 1995 studeerde Koster af bij de (toen nog) faculteit Technische Natuurkunde, waarna hij promoveerde bij Dave Blank. Een postdoc op Stanford volgde in 1999. `In Nederland had ik een aanvraag gedaan voor een talentenbeurs (de NWO Talent Stipend, red.). Die won ik en kon daarmee een jaar mijn onderzoek in Amerika voortzetten.' In 2002 ontving Koster een Veni-scholarship, de meest prestigieuze prijs voor jonge, talentvolle onderzoekers in Nederland. `Voor drie jaar en zo kon ik wederom verder met mijn onderzoek. Dit keer in samenwerking met de groep van Dave Blank, wat zich uitte in de uitwisseling van studenten. De pot raakte op en toen kreeg ik het aanbod voor een lectureship. Dat betekent veel voor de klas staan en trainingen geven.'
Koster noemt de concurrentie om een hoogleraarschap `gigantisch'. `Er zijn altijd honderden kandidaten voor één vacature.' Het valt Koster op dat er veel meer hoogleraren per student zijn dan op de UT het geval is. `En je hebt hier direct een expert te pakken. Het zijn allemaal topwetenschappers die vanuit de hele wereld naar Stanford komen om hun verhaal te houden. Alle mensen die je spreekt zijn toch wel dé bekende figuren uit het veld met onder meer Nobelprijswinnaars.' Toch blijft de sfeer op de campus heel informeel. `Deuren staan open en we spreken elkaar met de voornaam aan.' Volgens de docent komt dat allemaal door het goede pr-beleid van Stanford. `Die machine draait op volle toeren. Er is een sportafdeling met een eigen stadion, een marketingafdeling en er zijn speciale Stanfordwinkels. En er zijn alumnifeesten, reünies en terugkomdagen om te zien en gezien te worden. Allemaal bedoeld om feel good uit te stralen en naamsbekendheid te creëren. Iedereen wil graag geassocieerd worden met deze topuniversiteit Stanford.'
Het zijn volgens Koster de undergraduate studenten die met een collegegeld van meer cdan dertigduizend dollar het meeste geld binnenbrengen. `En de graduates leveren de faam. Zij komen met een Stanford-diploma op zak gemakkelijk en snel aan een baan of houden door hun onderzoek de wetenschappelijke standaard hoog.'
Koster, getrouwd met een Nederlandse en wonend in Mountain View vertelt dat de keuze en het gevecht om een plekje bij een gerenommeerde universiteit zijn weerga niet kent. `Dat begint al op twaalfjarige leeftijd, of eigenlijk al bij de keuze van de peuterschool.'
`Je moet hier wel een beetje zakenman zijn'
Bert Hesselink, hoogleraar in stanford
De Leland Stanford Junior University, in de volksmond Stanford University, is een van de rijkste en meest succesvolle universiteiten ter wereld. De uitgestrekte campus grenst aan Palo Alto, een stadje middenin het hart van de high-tech regio Silicon Valley in Californië. Wetenschap en bedrijfsleven liggen hier op een steenworp afstand van elkaar. Twee gescheiden werelden, vindt alumnus Lambertus (Bert) Hesselink. Maar ze vullen elkaar wél aan. Hesselink is er al meer dan een kwart eeuw hoogleraar elektrotechniek en toegepaste natuurkunde.
De Hoover Tower is vanuit de verte al zichtbaar. De hoge, witte toren, gebouwd in 1941, is het herkenningspunt van Stanford University. De campus is een dorp op zich, met onderwijsgebouwen, laboratoria, sportvelden, een shopping centre, kerk en toegangspoort. De hoofdstraat Palm Drive leidt naar The Oval: een groot grasveld waar studenten volleyballen en relaxen. Erachter ligt het oudste deel van de universiteit, waar de eerste gebouwen in 1887 gerealiseerd werden, maar herbouwd zijn na de grote aardbeving van 1906. De talrijke zandstenen arcades en het vele groen geven de campus een stijlvolle uitstraling. Fietsers, uitgerust met helm, zigzaggen over pleintjes en paden. Achter het oude hoofdkwartier ligt het jonge en moderne Science&Engineering Quad, gerenoveerd in 1999. Twee succesvolle Stanford-alumni - William Hewlett en David Packard - doneerden 120 miljoen dollar voor de realisatie ervan. Het is een gebaar dat vaak voorkomt, zegt hoogleraar Bert Hesselink (57) in zijn werkkamer. Persoonlijke foto's aan de muur tonen zijn sportieve karakter: bergbeklimmen en wielrennen. `En elke ochtend een stuk hardlopen.'
Op zijn bureau verspringen foto's van het ene computerscherm naar het andere. Het zijn afbeeldingen van Hesselink's buitenhuis, gebouwd op een lap grond van 200 acres (ongeveer 80 hectare) in natuurreservaat Hope Valley ten zuiden van Lake Tahoe. `In the middle of nowhere. Het was liefde op het eerste gezicht. Een geweldig uitzicht in een prachtig gebied, en dat op een kleine vier uur rijden van Palo Alto. 's Winters kun je alleen op ski's bij de voordeur komen; in de zomermaanden zijn we aan het klussen. Ik heb er al zonnepanelen en een windmolen geplaatst. Ook heb ik er een bron geslagen en een generator aangelegd.' Hesselinks ingenieursachtergrond komt daar goed bij van pas. Hij studeerde in 1970 af in de werktuigbouwkunde bij Leen van Wijngaarden, hoogleraar warmte- en stromingsleer. Een jaar later haalde hij zijn bul bij technische natuurkunde. `Als eerste TN-student, nog vóór het programma officieel van start ging.' Nu, na al die jaren, zegt Hesselink weinig contact meer te hebben met zijn oude universiteit, maar als ze hem zouden vragen, zou hij best een gastcollege `of iets dergelijks' willen geven.
Over vrijheid van werken bij Stanford -in rankings de nummer twee van de wereld- heeft de geboren Twentenaar niet te klagen. `Zeg maar gerust dat je hier koning bent van je eigen onderzoeksgroep. De faculteit elektro hangt als los zand aan elkaar, er is weinig collegialiteit. Ik zit bij toegepaste natuurkunde, een groep van twaalf hoogleraren, en bij elektrotechniek, een wat grote groep van zestig hoogleraren. Samenwerken gebeurt wel, maar veelal hebben hoogleraren onderzoeksprogramma's waarover ze eigen baas zijn.' Ook dienen ze zelf hun onderzoeksgeld binnen te halen, zegt Hesselink. `Een beetje zakenman moet je hier dus wel zijn.' Legt uit: `Stanford betaalt mij negen maanden salaris per jaar. De overige maanden moet ik zelf bijverdienen en ook onderzoeksgeld binnenhalen. Veel voorstellen schrijven dus! Is het geld eenmaal binnen, dan bepaal ik- al dan niet in overleg met de gulle gever - de besteding ervan. Ja, ik zou naar Hawaï kunnen gaan, maar dat ik natuurlijk niet omdat mijn reputatie er dan aangaat. De mensen kennen je, weten hoe je werkt. Na een jaar, als de pot verteerd is, wil je investeerders toch resultaten laten zien opdat er nieuwe financiën binnenkomen.'
De hoogleraren hebben ook veel vrijheid op onderwijsgebied. `De decaan heeft geen invloed op de inhoud van ons lesprogramma. Dat regel ik zelf.' Hesselink geeft een college per kwartaal. Nog zoiets: `Zaken als evaluatie kennen we hier eigenlijk niet.'
Maar wie bepaalt de kwaliteit dan? `De rest van de wereld! Erkenning komt van buiten de universiteit. Je merkt gauw genoeg wanneer je goed bezig bent. Je krijgt bijzondere uitnodigingen, lidmaatschappen van bepaalde organisaties. En het aantal publicaties telt. Als hoogleraar en mentor ben ik het boegbeeld van de groep. Ik heb de afgelopen jaren veertig tot vijftig promovendi begeleid en daar krijg je een zeer sterke band mee. Soms voel ik me net een soort psycholoog, omdat iedere student wel eens in een dip belandt. Toch heeft nog nooit iemand uit mijn groep - die in totaal zo'n negentig patenten heeft voortgebracht - afgehaakt.'
Hoe realiseer je zoveel patenten? `Door out of the box denken. Niet veel mensen kunnen dat, want het is moeilijk om op een andere manier naar dingen te kijken en te komen met fundamenteel andere oplossingen dan de geijkte patronen. Het vraagt om soepelheid van geest plus veel denkwerk. Je neemt informatie op en verwerkt die. Soms ben je ergens maandenlang meebezig, maar het mag geen obsessie worden. Het eerste halfuur van de dag, tijdens het hardlopen, kom ik op de beste ideeën.'
Het onderzoek van Stanford University behoort volgens de hoogleraar tot de wereldtop. `Dat levert afgestudeerden uitstekende banen op en dat trekt weer uitstekende studenten aan. Daarmee is de cirkel rond en dat zorgt voor groei. Dit systeem moet je wel bewaken. Een elitaire benadering is het wel, dat geef ik toe. Je wilt alleen de top, dus moet je geen B-mensen toelaten. En je moet ook niet alles vergrijzen, want dan kom je nooit hogerop. De top moet de top blijven en de universiteit beschermt dat met straffe hand. Het is een manier om een topuniversiteit te blijven.'
Hesselink vertelt dat Stanford een steenrijke universiteit is met een totaal bezit van vijftien miljard dollar, weggezet in allerlei fondsen en aandelen. `Per jaar levert dat aardig wat saldo op wat geïnvesteerd wordt in onder meer de infrastructuur op de campus. Succesvolle afgestudeerden zorgen voor een aparte geldstroom, zoals de twee oprichters van Google.'
Zelf weet Hesselink ook aardig van wanten. In 1995 richtte hij twee telematicabedrijven op en heeft daar aardig aan verdiend. En, beetje binnengelopen? Ja, ik ben miljonair. Het ene bedrijf groeide tot 77 medewerkers en is verkocht. Bij het andere ben ik nog steeds betrokken als consultant. Tijdens het oprichten van die bedrijven ben ik trouwens tijdelijk weggegaan bij Stanford. Ik maakte gebruik van een sabbatical year plus een leave of absence periode.'
Het bedrijfsleven en de universiteit, het zijn twee totaal verschillende werelden. `Schrijf je een proefschrift, dan doe je fundamenteel onderzoek en bestudeer je de toepassing ervan. Het gaat om blue sky thinking waarmee je the boundaries of science wilt ontdekken. Dat is iets heel anders dan wat er speelt in het bedrijfsleven. Als ondernemer wil je beproefde producten en technieken die ook nog eens gemakkelijk te gebruiken zijn. Voor de fysicus geldt het omgekeerde: hoe moeilijker hoe beter. Het is de kracht van de onderzoeker om uit een overload aan informatie een plaatje te trekken dat simpel is. Het gaat om analytisch denken. Maar het is een misverstand te denken dat je op de campus moet zijn om je eigen bedrijf te beginnen. De missie van de universiteit is wél om studenten voorbereiden op die business. Stanford en Silicon Valley hebben verschillende, doch complementaire rollen. Ik teken daarbij aan dat de Valley niet te kopiëren is. Er is veel geld en het klimaat is aangenaam. Ik weet dat het in Twente anders gaat. Eerlijk gezegd zie ik niet zoveel in tijdelijke ondernemersplaatsen, waarmee de universiteit financiële ondersteuning biedt. De UT zou zich niet met spinoffs moeten bemoeien. De technology transfer moet buiten de campus gebeuren. Het bedrijfsleven is een harde wereld en subsidie is niet de juiste manier om een bedrijf op gang te brengen. Failliet gaan is hier ook geen punt: failure wordt hier geaccepteerd. Wél kan een universiteit, zoals de UT, aandelen kopen van een start-up of geld investeren in zichzelf om de beste universiteit te worden. Dat trekt de betere studenten aan die onderzoek uitvoeren op wereldniveau. Na hun studie gaan ze het bedrijfsleven in, richten start-ups op, slagen daarin en schenken weer geld aan hun universiteit. Zo blijft de cirkel van onderzoek, investeren en bedrijven oprichten in stand.'
Vervolgt: `De UT moet kijken naar de unieke punten van de regio. Wat heeft Twente als groot voordeel ten opzichte van de rest van de wereld. Dat moet je focus worden! Maak daar wat van. Alleen ergens geld in stoppen werkt niet. Doe de dingen waar je goed in bent, zoals MESA+, dat is je kern, je center of excellence. Vanuit die beachhead ga je verder het land veroveren.'
![]()
![]()
Wolter Siemons
![]()
Gertjan Koster
![]()
Bert Hesselink