De IB-Groep heeft studenten met een eigen bedrijf correct voorgelicht over de bijverdiengrens, vindt staatssecretaris Bruno Bruins. De informatie had alleen `uitgebreider' kunnen zijn.
Dat schrijft de VVD-bewindsman in antwoord op Kamervragen van de PvdA. Van verkeerde informatie was volgens hem geen sprake. Voor `meer gedetailleerde vragen' hadden ondernemende studenten moeten bellen met de infolijn van de IB-Groep.
Tegen het Hoger Onderwijs Persbureau zei een voorlichter van de IB-Groep aanvankelijk: `Als studenten zeggen dat ze de regels niet konden kennen, dan hebben ze daar gelijk in.' De staatssecretaris ontkent dat citaat nu.
Naast hun studiefinanciering mogen studenten jaarlijks een beperkt bedrag bijverdienen. Voor studenten met een eigen bedrijf bleek het niet eenvoudig om de regels van de bijverdienregeling te begrijpen. De ondoorzichtigheid leidde tot een rechtszaak van de IB-Groep tegen een studentondernemer. De student verloor.
De PvdA vond dat de overheid de jonge ondernemer alsnog in het gelijk moest stellen. `Je mag niet van studenten verwachten dat ze het wetboek leggen naast alles wat de IB-groep beweert.'
In de kern is de regeling eenvoudig: als studenten hun studiefinanciering tijdelijk stopzetten, telt het inkomen dat zij in die maanden `verwerven', niet mee voor de bijverdiengrens. De lastige vraag is: wanneer `verwerft' een ondernemer precies zijn inkomen? Bruins zegt er dit over: `De mogelijkheden voor studenten met winst uit onderneming zijn wel beperkt. Alleen als studenten in het betreffende kalenderjaar hun bedrijf zijn gestart of hebben gestaakt, kunnen zij aantonen dat hun inkomsten in een bepaalde periode zijn verdiend.'
In die afgebakende periode mogen ze bijverdienen wat ze willen. In alle andere gevallen verdeelt de IB-Groep het jaarinkomen van de ondernemer over twaalf maanden, trekt dan de maanden zonder studiebeurs eraf en kijkt wat er overblijft. Als dat bedrag hoger is dan 10.527,57 euro, moet de student de rest terugbetalen. Bovendien had de student dan geen recht op de OV-jaarkaart en moet hij die ook terugbetalen.
De PvdA vindt de bijverdienregeling onnodig verwarrend en zou hem het liefst helemaal afschaffen. Daar ziet de staatssecretaris geen reden toe.
